Programma ChristenUnie Haarlem 2014-2018

Wij geloven in Haarlem

Voorwoord

Op 19 maart 2014 worden de verkiezingen voor de gemeenteraad gehouden. Als inwoner van Haarlem heeft u het op die dag voor het zeggen. Welke koers moet de gemeente varen in de periode 2014 tot 2018? Daaraan kunt u, samen met alle burgers, een beslissende richting geven.

In dit verkiezingsprogramma leggen we uit wat naar onze overtuiging die richting moet zijn. Als ChristenUnie streven we naar een helder, herkenbaar en betrouwbaar beleid. Aandacht voor mensen en milieu vanuit het besef van verantwoordelijkheid. Rechtvaardige regelgeving en geen onnodige bureaucratie.

Vier jaar geleden kwamen wij slechts circa 200 stemmen tekort voor een zetel in de gemeenteraad. Elke stem telt dus op 19 maart! Wij hopen mede dankzij uw stem weer in de gemeenteraad te komen om daar onze voorstellen, mede namens u, te kunnen inbrengen.

Heeft u vragen over dit programma? Of heeft u een goed idee voor Haarlem? Neem dan gerust contact met ons op!

Contactgegevens

Voorzitter kiesvereniging:


Fred Drenth
Dietsveld 30
023-5371392

Lijsttrekker:

Frank Visser
Vondelweg 516
06-54654291

 

 

Meer informatie:

info@haarlem.christenunie.nl

http://haarlem.christenunie.nl

http://www.facebook.com/christenuniehaarlem


Inleiding: ChristenUnie, partij van de samenleving

Deze verkiezingen gaan over mensen. Over onze ouders, onze kinderen, onze buren, de leerkracht op de school om de hoek, de wijkverpleegkundige, onze werkgever en onze werknemers. Ze gaan over ons en onze manier van samenleven.

Wij geloven dat mensen geschapen zijn door God en dat Hij ons aan elkaar gegeven heeft om samen te leven. Wij geloven dat mensen meer zijn dan alleen maar consumenten. Het gaat in het leven om veel meer dan geld en bezittingen. Mensen willen niet alleen maar een betaalbaar huis, maar verlangen ook naar geborgenheid en veiligheid en bovenal naar een zinvol leven. Wij willen niet alleen een baan met salaris, maar ook waardering en mogelijkheden om onze talenten te ontplooien in dienst van die ander. We willen niet alleen een overheid die op de centjes let, maar ook een samenleving waarin we ruimte krijgen, gehoord worden en waarin zwakkeren beschermd worden.

Wij willen geen samenleving waarin ons verteld wordt wat we moeten denken en doen, maar willen vrijheid om zelf verantwoordelijkheid te nemen en van daaruit eigen keuzes te maken. We willen een wereld waarin we omzien naar elkaar. Een wereld die leefbaar blijft, ook voor onze kinderen.

Geef geloof een stem

Bij het zoeken naar antwoorden op de uitdagingen van deze tijd laten wij ons inspireren door de Bijbel. In de Bijbel gaat het over mensen, over samenleven en ook over de overheid. Het gaat ook over het handelen van mensen in tijden van crisis en het kiezen van de juiste weg daarin. Die weg gaan zal soms betekenen dat het anders moet dan het nu gaat. Dat is misschien niet altijd makkelijk, maar zeker niet vreemd. De God van de Bijbel is bepaald niet van de status quo en van het alles houden zoals het is. De Bijbel heeft een bevrijdende boodschap die hoop geeft voor de toekomst. God heeft mededogen met deze wereld, houdt van ons en heeft een zwak voor het zwakke. Hij nodigt ons uit om in navolging van Jezus Christus die compassie handen en voeten te geven. Dat motiveert ons om ons samen met anderen in te zetten voor een betere samenleving. Wij geloven dat God dit van ons wil: recht doen, trouw zijn, en nederig de weg gaan die God van ons vraagt (Micha 6:8).

De kracht van de samenleving

De ChristenUnie gelooft in de kracht van de samenleving, in zorg voor elkaar, in een cruciale rol van gezinnen, in een dienstbare en rechtvaardige overheid, in godsdienstvrijheid, in een duurzame economie en in een zorgvuldige omgang met Gods schepping.

De samenleving wordt in de eerste plaats gevormd door burgers zelf; binnen gezinnen, verenigingen en geloofsgemeenschappen en ook door (maatschappelijke) organisaties, scholen en bedrijven. God heeft ons aan elkaar gegeven. Samen nemen we verantwoordelijkheid, gaan verplichtingen aan en maken de samenleving leefbaar. Wij geloven dat mensen tot bloei komen wanneer ze echt samen leven en zich verantwoordelijk voelen - voor zichzelf, voor elkaar en voor hun omgeving - en ze dat actief handen en voeten geven. Niemand mag aan zijn eigen lot worden overgelaten. We zetten ons in om onmenselijke situaties van verslaving, armoede en eenzaamheid tegen te gaan en te voorkomen. De ChristenUnie wil alles doen wat in haar vermogen ligt om mensen tot hun recht te laten komen.

Wij gaan bij de inrichting van de samenleving niet uit van regels en bureaucratie, maar van mensen en hun mogelijkheden. Zij bepalen de kracht van de samenleving. Wij willen bouwen op het inzicht en de vakkundigheid van de verpleegkundige, de leerkracht, de agent en al die andere professionals. Zij staan voor hun taak en zij kunnen die verantwoordelijkheid aan. Daarnaast kunnen we niet zonder de vrijwillige inzet van burgers en bedrijven voor hun medemensen. Talloze mensen zijn actief in vrijwilligersorganisaties, sportverenigingen, kerken, helpen mee in de school van hun kinderen of het verzorgingshuis van hun ouders. Onbetaalde arbeid en vrijwilligerswerk zijn de smeerolie van de samenleving en verdienen als zodanig erkenning en respect. De ChristenUnie is een bondgenoot van de samenleving. Samen willen wij het verschil maken.

Samen het verschil maken

De ChristenUnie gaat bij de inrichting van het openbaar bestuur, de zorg, de woningcorporaties, het onderwijs en de politiezorg uit van de menselijke maat zodat burgers op wijkniveau betrokken kunnen zijn.

De ChristenUnie maakt ruimte voor de samenleving. Dus óók ruim baan voor bijzonder onderwijs, voor zorginstellingen met een eigen identiteit en voor christelijke organisaties in het welzijnswerk, zoals het Leger des Heils en Youth for Christ.

De ChristenUnie is een partij van christenen voor alle mensen. Wij willen iets uitstralen en doorgeven van de liefde die God heeft voor deze wereld, voor Nederland, voor Haarlem. Doe met ons mee. Geef geloof een stem!

Speerpunten 2014-2018

Omzien naar elkaar

Opvang en begeleiding voor asielzoekers, daklozen, prostituees, verslaafden en ex-gedetineerden, stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk en mantelzorg, behoud van het persoonsgebonden budget en meer AED’s in de stad.

Zuinig met belastinggeld

Haarlem moet zijn enorme schulden aflossen en dus stoppen met prestigeprojecten, een van de cultuurpodia en andere gebouwen van de gemeente verkopen, efficiënter werken, financiële risico’s beter beheersen, subsidies beperken en deze alleen aanvullend laten zijn op particulier initiatief.

Vrijheid van onderwijs

Ruimte voor alle kinderen, voor identiteit en voor professionaliteit. Dus minder bemoeienis met scholen als ze goed functioneren en een eerlijker lotingsysteem.

Aanpak achterstallig onderhoud

Wegen, bruggen, kades, groen en schoolgebouwen hebben een goede kwaliteit. Voorkom verpaupering van wijken en pak leegstand aan.

Bereikbare stad

Investeren in fietsvoorzieningen zoals de Rode Loper en stallingen om Haarlem Fietsstad van Nederland te maken, kwaliteitsslag in het openbaar vervoer en verbreding Waarderweg. 

Groene stad

Inzetten op betere afvalrecycling door betalen naar hoeveelheid afval en voldoende ondergrondse containers, verduurzamen van de energievoorziening, gemeentelijke gebouwen en straatverlichting en beschermen van het schaarse groen in de stad.

1.      Betrouwbare overheid

1.1.  De gemeente, dat zijn we samen

De ChristenUnie wil investeren in de kracht van de samenleving. De ontwikkeling moet zijn: minder overheid, meer samenleving. Wij verwachten niet alles van de overheid, maar ook niet van de markt. Wij spreken liever van overheidsparticipatie dan van burgerparticipatie, al was het alleen maar om bij de overheid een kanteling in denken teweeg te brengen. Een nieuwe manier van samenwerken met burgers, bedrijven, organisaties, kerken, scholen, verenigingen en wijkraden is extra hard nodig nu er zoveel nieuwe taken op de gemeente afkomen.

De ChristenUnie staat voor een overheid die betrouwbaar en benaderbaar is. De gemeente moet zoveel mogelijk via één loket open, transparant en servicegericht handelen. Burgers moeten zich echter niet primair opstellen als klant, maar verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen handelen en - samen met anderen en de overheid - de zorg voor de samenleving oppakken. De gemeente moet daarom een open houding hebben richting particuliere initiatieven door mee te denken, te faciliteren en grenzen te stellen waar dat nodig is vanuit het algemeen belang. Ook moet de gemeente bij plannen en uitvoering burgers, bedrijven en verenigingen in een vroeg stadium betrekken en activeren mee te denken en te doen.

Wijken en buurten waarderen

  • Activiteiten met het oog op de sociale samenhang worden gestimuleerd op basis van de behoeften in de buurt. Wijken krijgen daarom meer eigen verantwoordelijkheid ondersteund met eigen budgetten. De kracht van de buurt is daarbij uitgangspunt.
  • Haarlem moet zuinig zijn op burgers die zich belangeloos willen inzetten voor hun wijk. De gemeente moet input van wijkraden serieus nemen, ze actief betrekken bij plannen voor hun wijk en beter communiceren.
  • Wijkraden krijgen geld om hun belangenvertegenwoordigende rol te kunnen vervullen. Voorwaarde is dat er een duidelijk draagvlak in de wijk moet worden aangetoond. De gemeente stimuleert wijkraden te komen tot een zo breed mogelijke vertegenwoordiging.
  • Alle Haarlemse wijken krijgen een wijkcontract met afspraken over acties die gemeente en belanghebbenden in de wijk de komende vier jaar zullen uitvoeren.
  • De gemeente handhaaft de gebiedsteams die de schakel vormen tussen de afdelingen van de gemeente en bewoners en organisaties in de wijken.
  • De gemeente neemt nieuwe initiatieven ter versterking van het normen- en waardendebat zoals een vervolg op het project stadsregels.

Meer participatie, minder regels

  • Nog te veel plannen worden achter het bureau gemaakt. De kennis zit vooral ‘in de wijk’. Het is van belang dat beleidsmakers op de hoogte zijn van de lokale situatie en zeker bij signalen van wijkraden ter plekke gaan kijken.
  • Om regeldruk te verminderen, worden gedetailleerde vergunningstelsels waar mogelijk omgezet in algemene regels. Wie een loopje neemt met de regels wordt aangepakt. Wie zich daar keurig aan houdt, krijgt minder controle.
  • De gemeente communiceert bij participatie en inspraak duidelijk over de rollen, procedures en wederzijdse verwachtingen om teleurstellingen te voorkomen.
  • Als er initiatieven, taken, verantwoordelijkheden en middelen kunnen worden overgedragen aan burgers en maatschappelijke instellingen, dan begeleidt en ondersteunt de gemeente dit proces. Het gaat er uiteindelijk om dat gezamenlijke doelstellingen op de beste manier bereikt worden. Een voorbeeld hiervan is buurtbeheer van speeltuinen.
  • Wij zijn over het algemeen geen voorstander van referenda. Het is een te zwaar middel, het simplificeert complexe vraagstukken en vindt vaak te laat in het proces plaats.
  • De gemeente gaat actief op zoek naar overbodige, tegenstrijdige en/of onduidelijke regels om deze te schrappen. Er komt hiervoor een meldpunt.
  • Inzet op maatschappelijk terrein buiten de gemeentegrenzen is slechts bij uitzondering een zaak van de gemeente. Stedenbanden moeten echt een zinvolle bijdrage leveren, en niet drijven op een paar enthousiastelingen of vanwege het vermeende ‘schoolreisjes gevoel’.

Communicatie

  • Alle ambtenaren die betrokken zijn bij vergunningen, inspraakprocedures, verstrekken van uitkeringen of voorzieningen of op een andere wijze direct contact hebben met burgers krijgen een training mediation-vaardigheden en krijgen de opdracht waar mogelijk zaken via persoonlijk contact op te lossen door te kijken naar de specifieke omstandigheden en of er maatwerk mogelijk is. Dit kan gemeente en burgers dure beroeps- en klachtenprocedures besparen.
  • Belanghebbenden bij plannen worden zoveel mogelijk persoonlijk geïnformeerd (dus niet alleen een korte vermelding in de stadskrant). Wijkraden en belangenorganisaties zoals de fietsersbond worden actief betrokken bij de planvorming.
  • De website van de gemeente is recent vernieuwd. Loketfuncties zijn nu goed toegankelijk, maar de vindbaarheid van nieuws, belangrijke beleidsstukken zoals bestemmingsplannen, en raadsstukken van voor 2014 is nog niet optimaal. Dit moet snel worden verbeterd.
  • Naast www.haarlem.nl heeft de gemeente momenteel meerdere thema sites zoals www.haarlemmarketing.nl, www.lokethaarlem.nl en www.degroenemug.nl. Dit zijn mooie initiatieven, maar met weinig continuïteit. Elke nieuwe site kost tijd en geld voor ontwikkeling en beheer. Dat is niet efficiënt. Deze thema-sites moeten daarom worden geïntegreerd in de centrale website. Zo kan alle informatie optimaal worden ontsloten. Het systeem moet zo flexibel zijn dat de gemeente met een paar drukken op de knop en zonder extra kosten themasites kan lanceren die gebruikmaken van de functionaliteiten van www.haarlem.nl. Doel is dat de ‘Haarlem portal’ in de komende vier jaar wordt uitgeroepen tot beste gemeentelijke website van Nederland en dat deze site ook voldoet aan alle toegankelijkheidseisen voor visueel gehandicapten.
  • Raads- en commissievergaderingen moeten naast met audio ook met beeld zijn te volgen op internet.

Samenwerking in de regio

  • Haarlem moet meer samenwerken met Haarlemmermeer, Heemstede, Bloemendaal en Velsen op het gebied van wonen, economie en verkeer gezien de grote samenhang.
  • De bestuurlijke drukte moet echter worden verminderd. Door schaalvergroting en intergemeentelijke bestuursvormen zijn verantwoordelijkheden vaak vertroebeld. Gemeenschappelijke regelingen met andere gemeenten moeten worden ingeperkt en dienen op z'n minst de mogelijkheid in zich te hebben dat Haarlem eigen beleid kan blijven formuleren.
  • Samenwerking of fusie van gemeenten moet van onderop plaatsvinden. Hiermee wordt bedoeld dat de gemeenteraden van de individuele gemeenten hiertoe besluiten. Zij vormen de onderste bestuurslaag en zijn daarmee de verantwoordelijke. De kwaliteit van de gemeentelijke organisatie (ook wel bestuurskracht genoemd) moet voldoende moet zijn. Als deze tekortschiet, is de gemeenteraad de eerstverantwoordelijke om te gaan zoeken naar versterking van deze bestuurskracht. De ChristenUnie kiest daarbij niet op voorhand voor fusie of samenwerken. Keuzes voor schaalvergroting worden gemaakt op basis van inhoud, kwaliteit, draagvlak en herkenbaarheid.

1.2.  Veiligheid

De overheid is verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en de veiligheid. Dit vraagt zorgvuldigheid en terughoudendheid. Hard waar het moet, zacht waar het kan. Mensen zijn geschapen door God. Zij zijn te waardevol om in drugs, drank, gokken of prostitutie zichzelf, hun vrijheid en waardigheid kwijt te raken. De overheid heeft een verantwoordelijkheid om zwakken te beschermen, slachtoffers te helpen en criminaliteit te bestrijden. Tegelijk houdt zij ook oog voor de eigen verantwoordelijkheid van mensen, zoals bijvoorbeeld voor inbraakpreventie.

Burgers vormen de ogen en oren van de politie. Betrokkenheid van inwoners en organisaties uit de buurt is van groot belang bij het voorkomen van veiligheids- en leefbaarheidsproblemen. Dit geldt ook voor de analyse wanneer deze problemen optreden en voor het stellen van prioriteiten bij de oplossing daarvan. Verschillende buurten kunnen om een verschillende aanpak vragen. Burgers, winkeliers, scholen, politie, woningcorporaties, welzijnswerk, jeugdzorg, verslavingszorg en gezondheidszorg dragen ieder vanuit de eigen rol bij aan goede buurten. Dat zijn buurten waarin jongeren veilig naar school gaan en ruimte hebben om te spelen, waarin ouders met een gerust hart wonen, werken en winkelen en waarin ouderen zonder zorg over straat kunnen, actief kunnen zijn en nog voluit van het leven kunnen genieten.

Hulpdiensten

  • De gemeenteraad moet een stevige vinger aan de pols houden in de veiligheidsregio. Dus: tijdige inbreng voor de besluiten die voor de regionale brandweer en politie worden genomen met het oog op goede en betaalbare veiligheidszorg.
  • Bij het opstellen van het integraal veiligheidsplan en de daaruit voortvloeiende prioriteiten voor inzet van de hulpdiensten worden de resultaten van veiligheidsonderzoeken en de bevindingen van wijkbewoners meegenomen.
  • Minstens één keer per jaar moet er overleg zijn tussen gemeenteraad, burgemeester, brandweer, GGD, politie en openbaar ministerie over de resultaten, de inzet van mensen en middelen, onderlinge samenwerking en aanrijdtijden van politie, brandweer en ambulances.
  • Inzet van politie en andere hulpverleners bij grote evenementen kan niet langer volledig voor rekening komen van de gemeenschap en ten koste gaan van de beschikbaarheid van politie voor het reguliere werk. Met het inschakelen van particuliere beveiligingsbedrijven moet terughoudend en zorgvuldig omgesprongen worden.
  • De ChristenUnie zet zich in voor het behoud van de wijkagent, die een belangrijk aanspreekpunt is voor burgers en taken van andere agenten en de gemeente kan coördineren om problemen in de wijk aan te pakken. De agent in de klas wordt gestimuleerd. Zo kunnen jongeren hun wijkagent op een goede manier leren kennen.
  • Er wordt geïnvesteerd in de werving van politie- en brandweervrijwilligers.
  • De burgemeester stimuleert lage drempels voor het doen van meldingen van overlast en van crimineel gedrag en het doen van aangifte en goede terugkoppeling door de politie.
  • Rampenplannen moeten regelmatig worden geoefend. De bevolking moet regelmatig op de hoogte gesteld worden van de gewenste gedragslijn bij calamiteiten.

Haarlem één 6-minutenzone

De ChristenUnie steunt de plannen van de Hartstichting om heel Nederland een 6-minutenzone te maken. Een 6-minutenzone is een gebied waar het mogelijk is om binnen 6 minuten alle handelingen uit te voeren die nodig zijn bij een hartstilstand. Daarmee is de overlevingskans te verhogen naar 25%. Jaarlijks krijgen 15.000 a 16.000 mensen een hartstilstand. Dat betekent dat het aantal geredde levens kan oplopen naar 4000 per jaar. Hiervoor is het nodig dat er voldoende AED’s zijn, het bekend is waar de dichtstbijzijnde AED hangt, voldoende mensen weten hoe te handelen bij een hartstilstand en er voldoende vrijwillige hulpverleners oproepbaar zijn om snel ter plekke te kunnen zijn om te reanimeren. De gemeente kan samen met de Hartstichting, het Rode Kruis, scholen, sportverenigingen, kerken en andere maatschappelijke organisaties Haarlem tot één 6-minutenzone maken. Dit begint met een inventarisatie op welke plaatsen er nog extra AED’s nodig zijn. 

Drugs, drank en gokken

  • Wiet is en blijft een verboden middel, en de gemeente gaat dit dus niet zelf telen.
  • Door wietgebruik te gedogen geeft de overheid een dubbele boodschap af. Aanwezigheid van coffeeshops en het gebruik van drugs en alcohol op straat wordt actief tegengegaan.
  • Handhaaf streng bij overlast en op de verscherpte regels rondom het THC-gehalte van cannabis.
  • Tegen illegale hennepkwekerijen wordt hard opgetreden. Growshops worden verboden.
  • Qat-gebruik is illegaal en slecht voor de gezondheid en wordt daarom stevig aangepakt.
  • De strijd tegen drankmisbruik wordt gevoerd samen met scholen, ouders, kerken, verslavingszorg, horeca, politie, sportverenigingen en andere betrokkenen. Het alcoholgebruik in sportkantines, scholen en buurthuizen wordt teruggedrongen door het beperken van de tijden waarop geschonken mag worden.
  • Er komt een nazorgprogramma voor jongeren die in een ziekenhuis zijn opgenomen met een alcoholvergiftiging en er wordt geïnvesteerd in voorlichting.
  • Zet voldoende en goed geschoolde ambtenaren in voor de handhaving van de regels van de nieuwe Drank- en Horecawet en werkt aan preventie.
  • Reclame voor alcohol in de openbare ruimte wordt niet meer toegestaan.
  • Sluitingstijden van horeca is lokaal maatwerk. Als er maar een totaalpakket is met horeca, politie, hulpverlening en omwonenden.
  • Ondanks allerlei preventieve maatregelen betekent elk casino of elke gokhal meer mensen met een gokverslaving. Wij willen het aantal casino’s en gokhallen verminderen en de vestiging van nieuwe voorkomen.
  • Plaats verslaafden in ontwenningstrajecten met daaraan gekoppeld actieve re-integratie.

Prostitutie en mensenhandel

  • Prostitutie is mensonwaardig en gaat in tegen Gods bedoeling met seksualiteit. Criminaliteit, mensenhandel, uitbuiting, eenzaamheid en andere sociale problemen zijn de schrijnende werkelijkheid achter de schone schijn. Wij willen daarom een uitsterfbeleid voor bestaande bordelen en de vestiging van nieuwe bordelen voorkomen.
  • De gemeente draagt zorg voor voldoende hulp- en uitstapprogramma’s voor prostituees.
  • Alle mogelijkheden om mensenhandel tegen te gaan, moet de gemeente benutten. Gemeentelijke diensten moeten goed samenwerken, alert zijn op signalen van mensenhandel en hard optreden bij misstanden.
  • De gemeente stimuleert voorlichting- en preventieprojecten op scholen die meiden weerbaar maken tegenover loverboys.

Overlast, vandalisme en criminaliteit

  • Haarlem gaat werken met Doe Normaal-contracten waarin notoire overlastgevers beloven zich beter te gaan gedragen. Wie zich niet aan de regels van het contract houdt, riskeert een bevel van de burgemeester. Hiermee kan iemand die daarna opnieuw de fout in gaat strafrechtelijk worden vervolgd.
  • Zorg voor een goede en doortastende aanpak van politie en justitie op het gebied van criminele jongeren en goede samenwerking en communicatie met het jongerenwerk. Het is belangrijk dat de criminele jongeren zoveel mogelijk gescheiden worden van de niet-criminele jongeren om te voorkomen dat jongeren afglijden en er criminele jeugdgroepen ontstaan.
  • De kosten van vandalisme worden verhaald op daders. De gemeente publiceert regelmatig de resultaten hiervan en de omvang van de schade ten gevolge van vandalisme door middel van een ‘vandalismemeter’.
  • De gemeente bestrijdt actief de georganiseerde (grootschalige) criminaliteit. Criminelen gebruiken vastgoed om crimineel verkregen gelden wit te wassen. Dit vraagt een oplettende houding van de gemeente. Bijvoorbeeld door aandacht te schenken aan het gebruik van winkelpanden of horecapanden op een manier die nauwelijks rendement kan opleveren.
  • Cameratoezicht kan een middel zijn om de veiligheid(sbeleving) te vergroten. Met dit middel moet wel heel terughoudend en zorgvuldig omgesprongen worden.

1.3.  Financiën

Als goede en betrouwbare rentmeester moet de gemeente sober en doelmatig omgaan met de middelen die worden opgebracht door de samenleving. Jarenlang is in Haarlem veel te royaal geld gestoken in allerlei grote projecten. Daarnaast is in Haarlem een bestuurlijke cultuur waarin budgetoverschrijdingen als een normaal, niet te voorkomen gegeven zijn geaccepteerd. De gemeenteraad wordt vaak pas achteraf hierover geïnformeerd.

De schuld van Haarlem is zover opgelopen dat fors zal moeten worden bezuinigd. Dat zijn we ook verplicht aan toekomstige generaties. Dit wordt een grote opgave want Haarlem wordt tegelijk geconfronteerd met een drastische uitbreiding van het takenpakket. De rijksoverheid draagt met een aantal zorg- en welzijnstaken weliswaar ook het budget over, maar heeft daarop een aanzienlijke korting toegepast. En door de ontwikkelingen in de bouw staan ook de opbrengsten uit grondverkoop onder druk. De gemeente redt het niet alleen met de kaasschaafmethode, maar moet duidelijke keuzes maken en prioriteiten stellen.

Bezuinigen is kiezen

  • Die posten die rechtstreeks te maken hebben met het lenigen van de nood van individuele burgers moeten bij de bezuinigingen buiten schot blijven.
  • Bij kerntaken van de overheid, zoals veiligheid, is terughoudendheid bij bezuinigingen op zijn plaats.
  • Stop met het uitvoeren van ‘prestigeprojecten’.
  • Haarlem heeft tientallen miljoenen geïnvesteerd in de cultuurpodia. Toch moet er elk jaar miljoenen euro’s bij om ze draaiende te houden. Verkoop één of meer cultuurpodia om de structurele lasten te verlagen, bijvoorbeeld de Toneelschuur en/of het Patronaat.
  • Bij alle projecten moet kritisch bekeken worden of zij kunnen worden versoberd.
  • De gemeente blijft werken aan het verbeteren van de efficiëntie van de eigen organisatie.
  • Verminder inhuur van externe adviesbureaus en projectmanagers.
  • Verkoop niet-strategische gebouwen. Dit gebeurt in principe aan de hoogste bieder.
  • Beperk subsidies van organisaties en activiteiten die ook privaat kunnen worden bekostigd.

Bezint eer ge begint

De schuld van Haarlem is opgelopen naar bijna 600 miljoen euro. De jaarlijkse rentelast is zo’n 100 euro per inwoner. De schuld is een groot risico voor Haarlem als tegelijk de rentes stijgen. Dit hangt als een donkere wolk boven de begroting. De gemeente dreigt dan ‘failliet’ te gaan (de zogenaamde artikel 12-status waarbij de gemeente onder toezicht komt van de provincie). Gezien deze financiële positie van Haarlem ontkomt de gemeente er niet aan te bezuinigen en bijvoorbeeld de OZB-tarieven te verhogen. Dit is geen populaire boodschap, maar het is zeker dat dit na de verkiezingen wel gaat gebeuren. Een verlaging van de schuld betekent ook dat er meer ruimte komt voor de goede zaken die wij willen voor Haarlem. Dat is rentmeesterschap. 

Transparante en realistische begroting

  • De meerjarenbegroting dient aan te geven op welke wijze en op welke termijn de financieel ongezonde situatie van de stad zal worden hersteld.
  • De begroting maakt inzichtelijk welke prestaties worden uitgevoerd, welke uitgaven verplicht zijn en waar er ruimte is voor eigen keuzes van de gemeenteraad.
  • Onder toezicht komen van de provincie willen wij voorkomen. De gemeente zorgt voor voldoende (weerstands)vermogen om onverwachte uitgaven te kunnen opvangen.
  • De risicoparagraaf van de begroting moet niet alleen de belangrijkste risico’s van de bedrijfsvoering benoemen en van bedragen voorzien, maar ook bij projecten en grondexploitaties en moet maatregelen bevatten om de risico’s te verlagen.
  • Structurele lasten moeten met structurele middelen worden gefinancierd. Voordat projecten worden gestart of investeringen worden gedaan vindt eerst onderzoek plaats naar de financiële haalbaarheid, ook op de langere termijn. De gemeente biedt bovendien inzicht in de relatie tussen inhoudelijke en financiële voortgang van projecten.

Belasting en tarieven

  • De gemeente is terughoudend met het verhogen van de lastendruk voor de inwoners. De tarieven van de OZB mogen geen sluitpost van de begroting vormen waarmee naar believen tekorten kunnen worden gedekt. De jaarlijkse aanpassing van de OZB-tarieven moet plaatsvinden op basis van heldere beslisregels, die aan het begin van de nieuwe raadsperiode worden vastgesteld.
  • Het College doet jaarlijks verslag van de kostendekkendheid van de verschillende heffingen.
  • Indien de financiële draagkracht van burgers daartoe aanleiding geeft, behoort kwijtschelding van verschuldigde belasting(en) en heffingen in individuele gevallen tot de mogelijkheid. Het kwijtscheldingsbeleid is een belangrijk onderdeel van beleid in de strijd tegen sociaal isolement en armoede. Het College van B&W moet zich inspannen om het kwijtscheldingsbeleid bekend te laten zijn bij de groepen waarvoor het bedoeld is.

Subsidies

  • Te subsidiëren activiteiten/voorzieningen moeten een duidelijk omschreven doel hebben en aan een termijn gebonden zijn.
  • Subsidies zijn slechts aanvullend op particulier initiatief. Eigen verantwoordelijkheid van particulieren en organisaties wordt benadrukt. Verenigingen die subsidie ontvangen moeten reële contributies heffen en eigen fondswerving wordt gestimuleerd.
  • De subsidieontvanger moet goed en tijdig verantwoording afleggen van de besteding van middelen. Herijk regelmatig de hoogte van de structurele subsidies (zero-based budgetting).
  • Subsidie kan alleen gegeven worden voor activiteiten/voorzieningen die algemeen toegankelijk zijn. Dit geldt ook voor organisaties die werken vanuit een bepaalde levensbeschouwing. Activiteiten die gericht zijn op levensbeschouwelijke vorming, worden niet gesubsidieerd.
  • Activiteiten/voorzieningen die in strijd zijn met algemene fatsoensnormen of de goede zeden, komen niet in aanmerking voor gemeentelijke subsidie.

2.      Gezonde samenleving

2.1.  Samen zorgen

Wij gaan voor een samenleving die oog en zorg heeft voor mensen in kwetsbare situaties. Mensen dragen verantwoordelijkheid voor elkaar, in gezinsverband, in families en in de buurt. Het gezin is de hoeksteen van de samenleving en informele netwerken zijn het cement.

De komende jaren wordt een flink aantal taken op het gebied van zorg en welzijn van de rijksoverheid en provincie overgebracht naar de gemeente. Deze decentralisaties zijn een grote operatie voor de gemeente en gaan bovendien gepaard met forse bezuinigingen. Dit zal veel vragen van de lokale samenleving.

Wij ondersteunen de ontwikkeling dat de gemeente meer verantwoordelijk wordt voor het organiseren van goede zorg. Zij kan het beste zorgvragen samenbrengen en maatwerk bieden, uitgaande van de persoonlijke situatie. Zo kan met behoud van kwaliteit met minder geld meer zorg aan meer mensen worden verleend.

De gemeente moet naast mensen staan en hen stimuleren en ondersteunen om hun eigen kracht in te zetten en hun sociale netwerk. De ChristenUnie is bereid kritisch mee te werken aan de transformatie van overheidszorg naar meer zelfredzaamheid en samen-redzaamheid. Niet alles kan en moet door de overheid geregeld worden. Zorg moet dichter bij mensen, informeler en integraler. Doel is dat iedereen naar vermogen kan meedoen in de samenleving.

Maar ook niet alles kan door eigen inzet en met behulp van vrijwilligers worden opgelost. De grenzen van informele zorg komen hier en daar in zicht. We moeten ook eerlijk onder ogen zien dat onze samenleving niet altijd zo samenhangend en zorgzaam is als wij graag zouden willen. Decennia van individualisering hebben de sociale cohesie in veel wijken en families uitgehold. Er is veel eenzaamheid. Het vraagt om een extra inspanning, extra opleiding en een andere houding van de gemeente en professionals om de eigen kracht aan te boren en de regie uit handen te geven. Er mag geen tweedeling ontstaan tussen mensen die wel en die niet kunnen meekomen. Toegang tot zaken als administratieve ondersteuning, schuldhulpverlening, voedselbank en rechtsbijstand moet voor een ieder die dat nodig heeft binnen bereik blijven.

Voorkom dat bij de decentralisaties verantwoordelijkheden ‘over de schutting’ worden gegooid. De gemeente moet een vangnet bieden voor hen die het zelf niet redden. De zorg voor de zwakke blijft voor ons voorop staan. Wij maken ons zorgen om de (financiële) effecten van de stapeling van decentralisaties voor Haarlemmers die hier mee te maken hebben. Wij staan voor een goede basiskwaliteit van voorzieningen voor mensen die het nodig hebben en zo min mogelijk bureaucratie. De gemeente moet zich daarom regelmatig met een benchmark vergelijken met andere gemeenten om de kwaliteit van de zorg en efficiëntie waar mogelijk te verbeteren. De gemeente moet hierbij ruim boven het gemiddelde scoren.

De ChristenUnie hecht aan de keuzevrijheid van ouders en zorgvragers om zorg te verkrijgen die past bij hun situatie en levensovertuiging. De gemeente zal moeten garanderen dat toegang tot zorg vanuit levensbeschouwelijke identiteit mogelijk blijft. Bij de uitbesteding van uitvoering beleid aan organisaties zoals jeugdwerk en maatschappelijke opvang  is kwaliteit bepalend. Organisaties worden niet vanwege hun levensbeschouwelijke identiteit gemeden. Ook levensbeschouwelijke instellingen leveren een waardevolle bijdrage aan ‘sociale cohesie’ in onze samenleving. Vaak gebeurt dit met de inzet van veel vrijwilligers waardoor activiteiten mogelijk zijn die voor de gemeente onbetaalbaar zouden zijn.

Vrijwilligerswerk

  • BUUV, de Haarlemse marktplaats voor burenhulp en informele zorg, is een goed initiatief om vraag en aanbod van vrijwilligerswerk in de directe leefomgeving bij elkaar te brengen. De exploitatie kan echter goedkoper door de professionele krachten die als sociaal makelaar werken voor BUUV te koppelen aan het reguliere welzijnswerk, door intensiever samen te werken met maatschappelijke organisaties bij het signaleren van vraag en aanbod en door BUUV ook beschikbaar te stellen aan andere gemeenten om zo de kosten te delen.
  • Ondersteun initiatieven vanuit kerken of maatschappelijke organisaties die gericht zijn op hulp aan mensen die dat nodig hebben (zoals bijvoorbeeld de stichting Present).
  • Bereid door voorlichting vrijwilligersorganisaties zo goed mogelijk voor op de verplichtingen die uit (landelijke) wetten en regels voortkomen.
  • Een groot aantal inwoners van Haarlem gaat op korte termijn met pensioen. De gemeente gaat vrijwilligerswerk door deze babyboomers stimuleren.
  • Samen met scholen investeert de gemeente in jongeren om hen bij de samenleving te betrekken als vrijwilliger. De gemeente gaat in overleg met middelbare scholen om de maatschappelijke stage ook na het vervallen van de wettelijke verplichting in het schooljaar 2015-2016 te behouden.
  • De nieuwe participatieraad kan de gemeente breed adviseren op het terrein van zorg, welzijn, integratie, sociale zaken en maatschappelijke ondersteuning. Deze raad krijgt de opdracht ook expliciet te adviseren ten aanzien van vrijwilligerswerk en ouderenbeleid.

Maatschappelijke ondersteuning

  • Bespaar kosten door de locaties van Loket Haarlem en het Centrum voor Jeugd en Gezin te bundelen. Zo ontstaat er per stadsdeel één toegangspunt voor welzijn, zorg en opvoedondersteuning. Onderzoek of deze toegangspunten ook kunnen worden ingezet op de terreinen werk en inkomen. Zo wordt de afstand tussen overheid en burger kleiner en kan er integraal en snel ondersteuning worden geboden.
  • Zorg dat Loket Haarlem minstens één keer per week ook ’s avonds geopend is.
  • Steeds meer mensen met een zware zorgvraag moeten door de landelijke bezuinigingen langer thuis blijven wonen. Dit vraagt een goed aanbod aan 24-uurszorg, dichtbij huis georganiseerd zoals maaltijdvoorzieningen en alarmsystemen. Maak afspraken met woningcorporaties over het geschikt maken van voldoende woningen voor ouderen en gehandicapten en over investeringen op het gebied van huisautomatisering.
  • Zet in op het ondersteunen van mantelzorgers en het versterken van informele (wijk)netwerken. Professionals ondersteunen vrijwilligers in plaats van andersom. Wij pleiten daarom voor een ruim budget voor mantelzorgondersteuning.
  • Verstrek jaarlijks aan mantelzorgers een mantelzorgcompliment van 200 euro als blijk van waardering voor hun inzet en tegemoetkoming in hun kosten. Beschrijf het recht van de mantelzorger op voorzieningen in de WMO-verordening zoals het recht op respijtvoorzieningen, zodat mantelzorgers ook even “vrijaf” kunnen nemen.
  • Binnen de WMO blijft het mogelijk te kiezen voor een persoonsgebonden budget. Dit stelt burgers beter in staat eigen regie te voeren en te kunnen kiezen voor zorgverlening vanuit een identiteit die bij hen past. Misbruik van PGB moet voorkomen worden.
  • Juist in deze tijd van bezuinigingen liggen er ook voor kerken enorme kansen om zichtbaar te zijn in de samenleving. De gemeente moet investeren in contacten en samenwerking met kerken.
  • Mensen met een beperking moeten zoveel mogelijk kunnen meedoen aan de samenleving. Passende dagbesteding is daar een voorwaarde voor en moet behouden blijven.
  • Beperk de hoeveelheid regels bij toewijzing van voorzieningen.
  • Om ondersteuning betaalbaar te houden, kan voor bepaalde voorzieningen een eigen bijdrage gevraagd worden. Dit mag niet ten koste gaan van bereikbaarheid van de zorg.
  • Stimuleer gebruik van hulpmiddelen bijvoorbeeld door alle eigenaars van een scootmobiel bij de verstrekking een cursus aan te bieden. Dit vergroot ook de verkeersveiligheid.
  • Onderzoek de mogelijkheden voor hergebruik en delen van (dure) hulpmiddelen.
  • Er moeten voldoende opvangmogelijkheden voor mensen in een crisissituatie zijn.
  • Stimuleer een ruim aanbod van plaatsen voor begeleid wonen. Mensen die om welke reden dan ook niet in staat zijn om (tijdelijk) zelfstandig te wonen, moet een vorm van begeleid wonen worden aangeboden.
  • Ondersteun de stichting Hospice Haarlem actief bij het vinden van een nieuwe locatie voor terminaal zieke mensen en hun mantelzorgers.

Parkeerpas voor zorgverleners

Zorgverleners zoals huisartsen, kraamverzorgers en wijkverpleegkundigen moeten in wijken met betaald parkeren, voordat ze naar hun cliënt kunnen, eerst een betaalautomaat zoeken of een bezoekerspas regelen. Dat kost onnodig tijd en geld. Voor deze sociaal-maatschappelijke functies kent Haarlem een aparte parkeervergunning. Deze kost €212,70 voor de hele stad. Ter vergelijking: een reguliere parkeervergunning voor de binnenstad kost €137,54 en een bezoekersparkeervergunning in andere wijken €13,65 euro (prijspeil 2013). De ChristenUnie vindt dat het tarief voor zorgverleners moet worden verlaagd. Dit tarief mag in ieder geval niet hoger liggen dan het tarief voor de reguliere parkeervergunning binnenstad. Ook moeten mantelzorgers en thuiszorgmedewerkers die tenminste 20 uur per week thuiszorg verlenen binnen Haarlem in aanmerking komen voor dit tarief.

Versterken eerstelijns zorg en preventie

  • Om te voorkomen dat er onnodig wordt doorverwezen of juist duurdere zorg nodig is, zet de gemeente in op preventie en tijdige signalering en wordt het gebruik van laagdrempelige hulpverlening gestimuleerd. Daarvoor is nodig dat deze vormen van zorg dicht bij de mensen worden georganiseerd (wijk, school, consultatiebureaus). Sportclubs en andere amateurverenigingen kunnen een rol spelen in het vroegtijdig signaleren van mogelijke problemen.
  • Verslaving aan alcohol, roken, drugs, seks en/of gokken is een bedreiging voor de volksgezondheid en het algemeen welzijn. De gemeente gaat dit tegen door het nemen van preventieve maatregelen en actieve bestrijding. Sportverenigingen, kerken en andere maatschappelijke instellingen kunnen een rol spelen in bewustwording en het voorkomen van gezondheidsproblemen als gevolg van een ongezonde levensstijl.
  • Biedt als onderdeel van het programma van de Beweegpas 50+ van SportSupport valpreventiecursussen aan in alle stadsdelen.
  • Voorkom dat jongeren beginnen met roken door de invoering rookvrije schoolpleinen.
  • Bestrijd overgewicht bij kinderen door goede voorlichting op scholen en het stimuleren van een gezonder aanbod in schoolkantines. Haarlem gaat actief door met het project Jongeren op Gezond Gewicht.

Jeugd en gezin

  • Consultatiebureaus en schoolartsen moeten zich niet alleen richten op de fysieke gezondheid van de jeugd, maar ook de sociale omgeving van het kind of de jongere kennen. Het is daarom belangrijk dat de jeugdgezondheidszorg naadloos verbonden is met het Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG).
  • Het CJG zal zich verder moeten ontwikkelen naar een netwerkorganisatie. Naast het signaleren van problemen en het geven van advies en voorlichting krijgt het centrum ook de taak om tijdig door te verwijzen naar de juiste hulpverlening.
  • Bevorder op een positieve manier het gesprek over opvoeden, bijvoorbeeld in de vorm van opvoedingscursussen.
  • Voor elke jongere en elk gezin dat hulp nodig heeft, wordt met behulp van het sociale netwerk eerst een plan van aanpak opgesteld, waarbij de eigen kracht van het gezin zoveel mogelijk wordt versterkt. Hiervoor kan voor dat gezin een zogenaamde ‘eigen kracht conferentie’ worden georganiseerd. Eén hulpverlener is aanspreekpunt voor de zorgcoördinatie en het gezin.
  • Zorg voor preventie van echtscheidingen via relatiecursussen en bied hulp aan bij echtscheiding, vooral gericht op (emotionele) problemen bij kinderen en co-ouderschap.
  • Pak huiselijk geweld aan door o.a. preventieve hulp in het geval van ‘moeilijke’ echtscheidingen, voorlichting, tijdelijke huisverboden en goede samenwerking tussen hulpverlening, politie en justitie.
  • Schoolpleinen horen buiten schooltijd open te zijn voor de jeugd uit de buurt. Sportclubs worden gestimuleerd om hun accommodatie open te stellen voor kinderen en jongeren uit de buurt. Bewoners die hun straat beter bespeelbaar willen maken, ontvangen praktische steun van de gemeente. Jongeren en kinderen worden betrokken bij het maken van plannen en het beheer en onderhoud van speelplekken.
  • De gemeente gaat samen met scholen, sportverenigingen, maatschappelijke dienstverlening, centrum voor jeugd en gezin en het jongerenwerk een week tegen het pesten organiseren.
  • Identiteitsgebonden jeugdzorg moet ook deel uitmaken van het pallet van aanbieders waaruit gekozen kan worden.
  • Jongens vragen een andere aanpak dan meiden binnen het jeugdwerk. Maak daarom specifiek geld vrij voor meidenwerk. Steeds meer meiden raken in de problemen. Door preventief gericht in hen te investeren kan escalatie worden voorkomen.
  • Stimuleer kerken, clubs en woningcorporaties om hun gebouwen open te stellen voor jongeren en organisaties die jongerenwerk doen. Door meer en beter gebruik te maken van ruimte die al beschikbaar zijn kan geld worden bespaard.

Coaching van jongeren

Jongeren die nog niet in aanmerking komen voor een beroep op speciale jeugdvoorzieningen, maar die wel wat extra begeleiding kunnen gebruiken, zijn gebaat met de inzet van vrijwilligers, bijvoorbeeld studenten, die als coach optreden. Niet alleen op school, maar ook daarbuiten. Hiermee kan verder afglijden of schooluitval worden voorkomen.

Dak- en thuislozen

  • De gemeente moet adequate dak- en thuislozenopvang bieden. Speciale aandacht moet er zijn voor dakloze jongeren en gezinnen. Deze opvang moet gezien worden als een plaats van waaruit de positie van dak- en thuislozen kan worden verbeterd, niet als eindstation. We moeten ons inspannen dat daklozen weer een gewone plaats krijgen in onze samenleving.
  • Werk aan verdere modernisering van de opvang door in goede accommodatie te voorzien voor dak- en thuislozen. Realiseer de opvang van dak- en thuislozen niet in een gezamenlijke accommodatie met een gebruikersruimte.
  • Biedt specifieke opvang zoals Domus van het Leger des Heils voor het toeleven naar een passende woonvorm.
  • Particuliere organisaties kunnen met subsidies aangemoedigd worden zich in te zetten voor daklozen door opvang, maaltijden, psychische en financiële begeleiding te bieden.

Terugkeren in de samenleving

  • Veel aandacht moet uitgaan naar het proces van terugkeren in de maatschappij van ex-verslaafden, ex-gedetineerden en ex-psychiatrische patiënten en begeleiding van jeugddelinquenten. Zelfredzaamheid, sociale activering en participatie moeten gestimuleerd worden om terugval te voorkomen. Samenwerking tussen gemeente, politie, OM en reclassering is essentieel bij de nazorg.

Asiel en inburgering

  • De gemeente zet zich ervoor in dat er geen asielzoekers tussen wal en schip belanden en op straat terecht komen, met allerlei maatschappelijke problemen als gevolg. Speciale aandacht verdienen de alleenstaande minderjarige asielzoekers.
  • De gemeente vult het landelijke budget voor maatschappelijke begeleiding en integratie van inburgeringsplichtige asielgerechtigden met eigen middelen aan.
  • Vluchtelingen wordt maatwerk geboden om, aansluitend op hun inburgering, een opleiding te volgen, een leer/werktraject te doen en/of stage te lopen. De gemeente stimuleert de inzet van vluchtelingen in het lokale vrijwilligerswerk en betrekt bij de opvang en integratie maatschappelijke en kerkelijke organisaties.

2.2.  Werk en inkomen

God heeft ieder mens talenten gegeven. Wij gaan voor een samenleving waar mensen tot hun recht kunnen komen en zich op een gezonde manier kunnen ontwikkelen en ontplooien, om zo de samenleving te kunnen dienen. Ieder mens heeft de verantwoordelijkheid om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Soms lukt dat (tijdelijk) niet. Niemand mag aan zijn/haar lot worden overgelaten. Iedereen moet kunnen meedoen op een manier die zo goed mogelijk aansluit bij zijn/haar talenten. Mensen die nog niet meedoen moeten in eerste instantie worden uitgedaagd om mee te doen en als dat niet lukt pas een verplichting tot meedoen worden opgelegd. Wij willen investeren in een samenleving die gebaseerd is op ‘vertrouwen'. In een samenleving waarin mensen en bedrijven worden gestimuleerd, uitgedaagd en beloond, en kwaadwillenden worden aangepakt.

Werken en participeren

  • Voor het verkrijgen van een uitkering mag een tegenprestatie gevraagd worden. De gemeente mag activiteiten aanwijzen/aanbieden als leer- en/of werkervaringsplaats of als mogelijkheid voor maatschappelijke activering, passend bij de uitkeringsgerechtigde. Wel moet hierbij worden voorkomen dat dit ten koste gaat van reguliere arbeidsplaatsen.
  • Van iedereen die financieel afhankelijk is van de gemeente worden de (gewijzigde) capaciteiten en beperkingen en ontwikkelingen daarin objectief en zorgvuldig bepaald en vastgelegd, bijvoorbeeld in een persoonlijk ontwikkelingsplan.
  • Werkgevers worden gestimuleerd om meer arbeidsgehandicapten en mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Ook dat is maatschappelijk verantwoord ondernemen. De gemeente doet dit onder meer door bij aanbestedingen bedrijven die inschrijven te scoren op de zogenaamde social return prestatieladder. De gemeente moet ook zelf het goede voorbeeld geven (afspiegelingsprincipe).
  • Stimuleer werkgevers om aan mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid te doen bijvoorbeeld door het afsluiten van convenanten en het bieden van handreikingen. Voer ook als gemeente een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid.
  • Werkgevers worden uitgedaagd om de verantwoordelijkheid te nemen voor re-integratietrajecten. Bewaak wel dat trajecten een aantoonbaar positief effect hebben op (de kansen van) plaatsing in een structurele functie op de arbeidsmarkt.
  • Misbruik van re-integratiesubsidies moet krachtig bestreden worden.
  • Bedrijven en organisaties worden gestimuleerd om leer- en/of werkervaringsplaatsen en/of plaatsen voor maatschappelijke activering beschikbaar te stellen.
  • Mensen die in een re-integratietraject zitten, moeten – zodra het desbetreffende werk beëindigd is - zo snel mogelijk nieuw werk worden aangeboden.
  • De mate waarin bedrijven en organisaties arbeidsgehandicapten in dienst nemen, bepaalt de noodzaak om als gemeente zelf te zorgen voor beschut werk. Hoe het in de nieuwe Participatiewet ook geregeld gaat worden, ons uitgangspunt is dat mensen die een beschutte werkplek nodig hebben, die ook moeten kunnen krijgen.
  • Alleenstaande ouders die verantwoordelijk zijn voor het opvoeden van nog niet schoolgaande kinderen blijven vrijgesteld van de sollicitatieplicht. Zij worden wel gestimuleerd om scholing te volgen en een deeltijdbaan te aanvaarden.

Armoede en schulden

  • Het niet-gebruik van regelingen is te hoog. De gemeente moet bestaande regelingen actief promoten.
  • Bij het verstrekken van bijstand zorgt de gemeente voor individueel maatwerk. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan (zo nodig ruimhartige) vrijstelling van gemeentelijke heffingen en ondersteuning bij vervanging van onmisbare, maar dure apparatuur.
  • Bij bezuinigingen kiest de ChristenUnie in eerste instantie niet voor het verminderen of bemoeilijken van het gebruik van voorzieningen, maar om samen met de maatschappelijke partners te onderzoeken of de bezuiniging ook kan worden bereikt door een andere verdeling van verantwoordelijkheden, taken en middelen tussen de gemeente en de maatschappelijke partners. Zo kunnen bij schuldhulpverlening bepaalde taken in de voorbereiding of de nazorg worden uitgevoerd door (vrijwilligers van) maatschappelijke partners, zodat de professionals die werkzaam zijn binnen de gemeentelijke schuldhulpverlening zich kunnen richten op de ingewikkeldere taken en onderwerpen.
  • De ChristenUnie wil idealiter een samenleving waarin voedselbanken niet nodig zijn, maar wij sluiten onze ogen niet voor de realiteit. Voedselbanken zijn er en hebben het druk. Wij willen ervoor zorgen dat deze vrijwilligers hun werk goed kunnen doen. Daar willen wij ze bij steunen, financieel en/of in natura.
  • Probleemsituaties moeten zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd en adequaat worden aangepakt om escalatie te voorkomen. Dit vereist een intensieve samenwerking met en tussen alle beleidsvelden en instanties waar de problemen spelen en /of bekend zijn (de zogenaamde ‘vindplaatsen’). Uitgangspunt daarbij is ‘Eén plan, één coach en één budget’.
  • Bevorder voorlichting over (het voorkomen van) schulden, met speciale aandacht voor jongeren.
  • Voorkom dat schulden zich opstapelen. Er mogen geen lange wachttijden bestaan voor de schuldhulpverlening. Iemand moet binnen twee weken bij de schuldhulpverlening terecht kunnen en vervolgens moet zo snel mogelijk worden gewerkt aan een oplossing. Schuldhulpverlening moet samenwerken met maatschappelijk werk voor de psychologische kant van schulden.
  • Overgang van armoede van ouders op kinderen moet worden voorkomen. Daarom is extra aandacht nodig voor (gezinnen met) kinderen die langdurig een uitkering ontvangen. Het mag niet zo zijn dat kinderen daardoor hun talenten niet kunnen ontwikkelen of zich niet kunnen ontspannen.
  • Er komt een armoedepact van gemeente met alle organisaties die armoede kunnen signaleren: woningcorporaties, voedselbank, hulpverleningsorganisaties, zorginstellingen, jeugdzorg, onderwijs, etc. Hiervoor zijn afspraken nodig over de omgang met gegevens van cliënten. Woningcorporaties en energiebedrijven gaan tijdig betalingsachterstanden melden. Zij zullen bij schulden in principe niet overgaan tot uitzetten, respectievelijk afsluiten.
  • Waardevolle initiatieven van kerken en andere non profit organisaties bij het aanpakken van armoede en schulden, zoals SchuldHulpMaatjes, moeten financieel ondersteund worden via co-financiering. Dit bespaart geld voor de professionele schuldhulpverlening.

2.3.  Onderwijs

Ouders zijn en blijven de eerste verantwoordelijke voor hun kinderen. De verantwoordelijkheid voor de opvoeding ligt bij de ouders en mag niet worden uitbesteed aan de school of aan andere instellingen rond het kind. Vrijheid van onderwijs is een speerpunt voor de ChristenUnie. Wij staan voor een pluriform onderwijsaanbod.

De school heeft een belangrijke rol in het versterken van de kracht van de samenleving. Kinderen en jongeren zijn een groot deel van de week op school. De school vormt daarom informeel, maar ook formeel een belangrijke schakel tussen de ouders, de jongere en zorgaanbieders. De gemeente moet niet alleen zorg dragen voor het weghalen van schotten en drempels tussen de verschillende vormen van zorg en/of zorgaanbieders, maar ook voor een goede samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg en voorzieningen als kinderopvang, buurtcentra en de Centra voor Jeugd en Gezin.

Voorkomen moet worden dat kinderen met problemen uit hun omgeving geplaatst worden (uit het gezin en/of uit de klas). Juist de omgeving van het kind moet ondersteund worden. Scholen moeten tegelijk alle ruimte krijgen om zich te kunnen richten op hun kerntaak: het geven van goed onderwijs. Daarom moeten docenten ondersteund worden door professionals uit de jeugdzorg. Zo wordt het onderwijs ontlast en de pedagogische kwaliteit van het onderwijs versterkt.

Voorkom en bestrijd achterstanden, spijbelen en schooluitval

  • De jeugdgezondheidszorg moet kinderen al in de voorschoolse periode screenen op achter­standen en de VVE moet de mogelijkheid en deskundigheid hebben om daaraan te werken.
  • Gemeente, onderwijs en jeugdzorg moeten samen een samenhangende onderwijs-, ondersteunings- en hulpstructuur bieden voor jongeren, met passend onderwijs. Voorkom het beroep op zwaardere en duurdere jeugdzorg en extra doorverwijzingen naar het speciaal onderwijs. Daarbij willen wij een aanpak waarbij het gezin centraal staat.
  • Voorkom dat iemand zonder startkwalificatie de school verlaat. Handhaaf de leerplicht, bestrijd schoolverzuim. De kennis bij het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt over spijbelaars en voortijdige schoolverlaters moet gebruikt worden in het jeugdbeleid. Verzuim en voortijdige schoolverlaten is bijna altijd het teken dat het niet goed gaat met jongeren. Benader ouders actief door middel van huisbezoeken.
  • De gemeente moet mensen (laten) helpen bij het leren lezen en schrijven, om analfabetisme en laaggeletterdheid te bestrijden. Dit kan veel ander leed zoals armoede en sociale uitsluiting voorkomen. De gemeente kan hierbij samenwerken met de stadsbibliotheek.

Vrijheid van onderwijs

  • Scholen moeten zo veel mogelijk beleidsvrijheid hebben: minder bemoeienis vanuit de overheid, ingegeven door het werken vanuit professionaliteit bij de scholen.
  • Identiteitsgebonden scholen krijgen ruimte om samen te werken op (boven)regionaal niveau en te zorgen voor passend onderwijs en jeugdhulpverlening. Een belangrijk aandachtspunt is ook het behoud van de identiteit van scholen binnen samenwerkingsverbanden.
  • Handhaaf de vergoeding voor leerlingenvervoer naar speciaal (basis) onderwijs en naar bijzonder onderwijs, zo nodig met een eigen bijdrage naar draagkracht.
  • Kleine scholen verdienen steun. Scholen moeten breder beoordeeld worden dan alleen maar op basis van het aantal leerlingen. Scholen in vergrijsde wijken, maar ook scholen met een sterke eigen levensbeschouwelijke, pedagogische of onderwijskundige identiteit worden onnodig getroffen door een opheffingsnorm van 100 leerlingen waar de Onderwijsraad voor pleit. De financiering van scholen moet zo geregeld worden dat ook kleine basisscholen die goed onderwijs verzorgen kunnen bestaan.
  • Ouders moeten de vrijheid én mogelijkheid hebben ook bij voor- en vroegschoolse educatie (VVE) te kiezen voor een vorm die aansluit bij hun levensvisie. De gemeente moet een voldoende divers aanbod stimuleren.
  • Biedt ruimte aan identiteitsgebonden kinderopvang.

Lotingsysteem

Het Haarlemse lotingsysteem leidt tot allerlei ongewenste effecten, ook op gebied van de vrijheid van onderwijs en schoolkeuze. ChristenUnie Haarlem stelt een systeem voor waarbij ouders en kinderen een ‘top vijf’ opstellen voor hun schoolkeuze, dit leidt tot een sneller en eerlijker resultaat, met minder discussie achteraf. 

Onderwijshuisvesting

  • Besteed aandacht aan het binnenklimaat van scholen, de speelruimte in en rond de school, de duurzaamheid van de gebouwen, de fysieke plek en sociale rol van de school(gebouwen) in de wijk.
  • Stimuleer gezamenlijke huisvesting van scholen met jeugdzorginstanties en het Centrum voor Jeugd en Gezin. De drempel om advies/hulp te vragen wordt daardoor vaak lager.

2.4.  Kunst, cultuur en sport

Kunst, cultuur en sport dragen bij aan een balans tussen in- en ontspanning en bieden de mogelijkheid om op zinvolle wijze individueel of gezamenlijk vrije tijd te besteden. Dit heeft positieve sociale, maatschappelijke en gezondheidseffecten. Ze zijn heel belangrijk bij het vasthouden en bevorderen van onderlinge betrokkenheid in de samenleving. Ieder mens heeft gaven en talenten ontvangen om God te eren, anderen te dienen en zichzelf te ontplooien. Kunstenaars verrijken het leven door hun benadering van wat er om ons heen gebeurt. Zij kunnen de ogen openen, zowel voor het goede en het mooie als ook voor het bedreigende en het lijden. Bovendien kan kunst de aandacht voor de geschiedenis levend houden en mensen helpen bij het ervaren van een identiteit.

De gemeente stimuleert deelname aan kunst, cultuur en sport, zorgt voor brede toegankelijkheid en voor gedegen voorzieningen- en accommodaties.  Dat betekent niet dat de overheid verantwoordelijk is voor alle financiën. Eigen bijdragen zijn het uitgangspunt. De focus dient te liggen op de breedtesport en amateurverenigingen, en niet op de topsport en professionele instellingen. Gebouwen worden zo veel mogelijk multifunctioneel benut. Waar mogelijk wordt samenwerking gezocht tussen (brede) scholen, sportverenigingen, kinderopvang, peuterspeelzalen, bibliotheken, muziekscholen, musea, zorginstellingen en recreatieondernemers.

De Haarlemse musea hebben een cultuurhistorisch belang. Enerzijds om te bewaren en te beheren, anderzijds om door te geven en te leren. De musea zijn ook belangrijk voor de Haarlemse economie door de toeristen die ze naar de stad lokken. Toch moet nu er bezuinigd moet worden kritisch gekeken worden naar de bijdrage van de gemeente.

Stad van musea en monumenten

  • Jaarlijks gaat er zo’n 3,5 miljoen naar het Frans Hals museum. Deze belangrijke visitekaart van Haarlem moet behouden blijven, maar onderzocht moet worden of de gemeentelijke bijdrage kan worden verlaagd door het stimuleren van ondernemerschap en het inzetten van meer vrijwilligers. De gemeente kan beter bijdragen aan structurele investeringen dan aan het aanvullen van tekorten in de exploitatie.
  • Haarlem moet zuinig zijn op zijn monumenten. Voorkomen moet echter worden dat eigenaren onnodig worden beperkt.

Bibliotheek

  • De stadsbibliotheek is van belang voor het leesonderwijs aan onze kinderen en toegang tot informatie. Met de komst van de vestiging op station Haarlem heeft de stadsbibliotheek bewezen innovatief te zijn in het ontwikkelen in alternatieve haal- en brengsystemen. Nieuwe kansen voor het aanboren van nieuwe klanten, het vergroten van de efficiency en het verlagen van de huisvestingskosten moeten worden onderzocht. Bijvoorbeeld door samen te werken met verzorgingshuizen, scholen en buurthuizen.
  • Het open houden van bibliotheekvestigingen is geen doel op zich. Doel is dat zoveel mogelijk Haarlemmers op een zo laagdrempelig mogelijke manier gebruik kunnen maken van het aanbod van de stadsbibliotheek. Om sluiting van vestigingen te voorkomen moeten de mogelijkheden van inzet van vrijwilligers naast de beroepskrachten wordt onderzocht.

Sport

  • De gemeente moet goed in beeld hebben wat de behoefte is aan sportvoorzieningen en daar een (financiële) meerjarenplanning voor maken. Stem regionaal af om te zorgen dat gemeenten elkaar versterken in plaats van beconcurreren. Verenigingen dragen in redelijkheid bij aan exploitatie en onderhoud van accommodaties. Zelfbeheer wordt gestimuleerd.
  • Sportaccommodaties worden goed onderhouden. Er is hierop al veel bezuinigd dus er is niet veel ruimte voor extra bezuinigingen. De ChristenUnie wil stimuleren dat de exploitatielasten van accommodaties naar beneden gaan door in te zetten op lagere energielasten. Verduurzamen van gebouwen is het devies.
  • Bij het gebruik van sportvoorzieningen wordt de inzet van medewerkers van de gemeente op zondag tot een minimum beperkt. Hierin toont de gemeente zich een goede werkgever, die haar personeel zoveel mogelijk rust op zondag gunt.
  • De gemeente stimuleert sport-kennismakingsprogramma’s voor de jeugd en buurtinitiatieven met sport. Op regionaal niveau wordt gehandicaptensport gefaciliteerd.
  • De Haarlem Pas gaat ook korting geven op de contributie voor sportverenigingen voor mensen met een laag inkomen. Nu geldt dit alleen voor kinderen van ouders met een laag inkomen.

Kunst en podia

  • Er moet plaats zijn voor zowel traditionele als innovatieve kunst. Een kunstcommissie waarin naast cultuurambtenaren ook burgers zitten die de opdracht krijgt om de culturele diversiteit te waarborgen en kunst die de historische en culturele identiteit van Haarlem bevordert te stimuleren.
  • Stimuleer relaties tussen kunst- en culturele instellingen en scholen en van cultuureducatie door de cultuurinstellingen in de stad.
  • Stel openbare gebouwen, zoals bibliotheken, beschikbaar voor kunstenaars en gebruik (tijdelijk) leegstaande panden als atelier- of oefenruimte.
  • Schrap het uitgangspunt dat automatisch 1% van de bouwsom van gebouwen die worden ontwikkeld in opdracht van de gemeente voor kunst worden bestemd. Voor kunst hebben particuliere initiatieven de voorkeur.

3.      Duurzaam werken, wonen en leven

3.1.  Economie

Nederland zit in een stevige recessie. De drang naar meer heeft ons uiteindelijk minder gebracht. We moeten van consumeren naar consuminderen, van ‘meer’ naar ‘genoeg’, van kwantiteit naar kwaliteit en van uitputting naar verduurzaming. Dat is onze opdracht als rentmeesters van Gods schepping. Een sterke economie is een middel om dit doel te bereiken. Voldoende werkgelegenheid is daarnaast van belang voor het welzijn van de inwoners van Haarlem. We moeten voorkomen dat door werkloosheid een jonge generatie ‘verloren’ gaat.

De Haarlemse economie drijft op de vele MKB-bedrijven en ZZP’ers (Zelfstandigen Zonder Personeel) met name in de dienstverlenende en creatieve sector, de aantrekkelijke binnenstad en de vele toeristische trekpleisters. Deze sterke punten moeten worden uitgebuit. Er moet daarbij meer aandacht komen voor stimuleren van de zakelijke dienstverlening aangezien toerisme meer conjunctuurgevoelig is.

Ondernemende stad

  • Haal investeringen in zaken als onderwijshuisvesting, aanleg van fietspaden en verkeersveiligheid naar voren om de crisis te bestrijden.
  • Stimuleer een goede aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt. Alle inzet is gericht op het aantrekken van toekomstgerichte werkgelegenheid.
  • Het ondernemersloket wordt ook bereikbaar per e-mail.
  • Zorg ervoor dat werkzaamheden aan bestrating, riolering en andere leidingen zoveel mogelijk gecombineerd worden om overlast voor bedrijven tot een minimum te beperken.
  • Wij zetten ons in voor meer ruimte en waar mogelijk minder regels voor ondernemers.
  • Vergroot mogelijkheden voor ZZP’ers om zich te vestigen in woonwijken (werk aan huis).
  • Zorg dat bij aanbestedingen startende ondernemers en ZZP’ers niet onnodig worden uitgesloten door te strenge criteria.
  • Haarlem gaat samen met winkels, horeca, bedrijven, organisaties en inwoners werken aan meer eerlijke handel zodat de gemeente binnen vier jaar Fairtrade gemeente is.

Haarlem en Wikipedia

De beschikbaarheid van een breedband netwerk is de afgelopen jaren een belangrijke trekker voor bedrijven geworden. Hier liggen kansen voor Haarlem gezien de nabijheid van de internetbackbone in Amsterdam. Niet voor niets heeft Wikipedia de Waarderpolder uitgekozen als de locatie voor haar Europese servers. Haarlem moet deze kwaliteit benutten en meer internetbedrijven naar Haarlem lokken. 

Bedrijventerreinen

  • Gemeenten in de regio moeten niet met elkaar concurreren om de komst van bedrijven, maar samenwerken om de regionale economie te versterken.
  • Er is nog veel ruimte voor nieuwe bedrijven in de Waarderpolder en in de Spoorzone. Herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen gaat voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen.
  • Bij de herontwikkeling van bedrijventerreinen wordt gelet op combineren van bedrijvigheid en andere functies, zoals wonen en groen. Bouwen in de hoogte heeft de voorkeur.
  • Bedrijven in de Waarderpolder werken nu samen binnen de Stichting Parkmanagement Waarderpolder en op het gebied van beveiliging op grond van de Experimentenwet Bedrijveninvesteringszones. De ChristenUnie zet zich bij voldoende draagvlak in voor een uitbreiding van de samenwerking via de minder vrijblijvende investeringszone bijvoorbeeld op het gebied van bereikbaarheid en verduurzaming.
  • De Waarderpolder wordt duurzaam ingericht en gaat zo spoedig mogelijk klimaatneutraal functioneren onder meer door uitbreiding van warmte / koude opslag en plaatsing van kleine windmolens en zonnepanelen op bedrijfsdaken.
  • Stimuleer de realisatie van voldoende bedrijfsverzamelgebouwen voor startende ondernemers met gezamenlijke faciliteiten en korte huurtermijn zoals het Touch Down Center en aanbod van voldoende flexwerkplekken zoals in Haarlem wordt aangeboden door o.a. Daalse Lente.
  • Zorg bij uitgifte van bedrijventerreinen dat in de grondprijs een reservering zit om een financiële buffer te creëren om bestaande bedrijfsterreinen te revitaliseren/herontwikkelen.

Bloeiende binnenstad

  • De economische crisis en de opkomst van internet heeft directe gevolgen voor detailhandel. Veel winkels moeten hun deuren sluiten en winkelpanden komen leeg te staan. Langdurige leegstand wordt niet afgewacht.
  • Om afglijden van winkelstraten voor te zijn stimuleert de gemeente eigenaren van winkelpanden samen te werken bij het zoeken van nieuwe winkels of clusteren van bestaande winkels. Zo nodig worden winkelbestemmingen gewijzigd in woonbestemmingen.
  • De venstertijden voor de bevoorrading van winkels in de binnenstad worden verruimd.
  • Er komen meer openbare toiletten in het centrum.
  • Het wonen in leegstaande woningen boven winkels wordt gestimuleerd.
  • Er worden in principe geen nieuwe winkelcentra meer gebouwd tenzij het gaat om verplaatsing of clustering van bestaande winkelcentra. Er komen geen winkels in het buitengebied of de Waarderpolder (‘weidewinkels‘ / outlet-centra), om een levensvatbare middenstand in de binnenstad en de wijkwinkelcentra overeind te houden.

Koopzondagen

Elke gemeente mag sinds kort zelf bepalen hoeveel koopzondagen er zijn. Wij zien dat als een verdere stap richting een 24-uurs economie. Teveel mensen hebben last van stress, psychische problemen en/of arbeidsongeschiktheid. Een mens leeft niet om alleen maar te werken. Mensen hebben ook zorgtaken en moeten ook kunnen ontspannen. Een collectieve rustdag komt de samenleving ten goede. Vanuit onze christelijke levensovertuiging is de zondag de daarvoor aangewezen dag. Bovendien zien we dat veel kleine zelfstandigen het extra moeilijk hebben gekregen door de toename van koopzondagen en dat ook in andere beroepen steeds meer op zondag gewerkt moet worden. De ChristenUnie zet zich daarom in voor het zoveel mogelijk beperken van het aantal koopzondagen. Als gemeentelijke overheid kunnen we de inzet van eigen personeel op zondag zoveel mogelijk proberen te voorkomen. 

Recreatie en toerisme

  • Samen met recreatie- en toeristische ondernemers wordt een plan opgesteld voor het bevorderen van de verblijfsrecreatie.
  • De recreatieve functie van het groen rond de stad wordt versterkt. Met name aan de oostzijde bij Schoteroog en de Liede liggen nog veel kansen.Het creëren of uitbreiden van fiets-, vaar-, wandel-, nordic walking en/of hardlooproutes is een doeltreffende en kostenvriendelijke manier om zowel bebouwde als natuurlijke omgeving voor recreatie en beweging toegankelijk te maken. Aanleg of verbetering van vaar- en kanoroutes kan (mede) gefinancierd worden door private partijen.
  • Ga bij de aanleg van woonwijken al uit van de mogelijkheid tot ‘ommetjes’.
  • In regioverband wordt onderzocht hoe met kleine inspanningen knelpunten in de recreatieve structuren kunnen worden weggenomen en nieuwe routes kunnen worden ontgonnen.
  • De samenwerking met Amsterdam City Marketing wordt verder uitgebouwd om meer internationale toeristen naar Haarlem te krijgen.

Promoot Haarlem op Schiphol

Met Schiphol heeft Haarlem een internationale mainport in de achtertuin. Overstappende passagiers zouden verleid kunnen worden tot een bezoekje aan Haarlem door het aanbieden van excursies vanaf de luchthaven. Op Schiphol is echter geen enkele Haarlem promotie te vinden. Dit moet verbeteren. Hierbij kan samengewerkt worden met Amsterdam dat al veel ervaring heeft op dit gebied. 

3.2.  Wonen

Haarlem is in 2011 uitgeroepen tot aantrekkelijkste woonstad. Om deze positie vast te houden is blijvende aandacht nodig voor de woningmarkt en de inrichting van de leefomgeving. De woningmarkt heeft het moeilijk: de bouw stagneert, het is moeilijker om een huis te kopen, te verkopen of te huren. De huidige crisis wijst ons er op dat hervorming nodig is. Ecologische, economische en demografische ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat er een omslag komt: van sloop en nieuwbouw naar hergebruik, van bebouwen van de open ruimte naar hergebruik en herstructurering van al bebouwd gebied, van kwantiteit naar kwaliteit. Het ruimtelijk beleid en het woonbeleid moet helpen bij het invullen van de opdracht aan de mensen om als rentmeester de aarde op een verantwoorde wijze te ontwikkelen en te beheren. Ruimte is schaars. Keuzes die we nu maken, hebben gevolgen voor de leefomgeving van toekomstige generaties.

Woningmarkt

  • Het woonbeleid van de gemeente en van de woningcorporaties moet aansluiten bij de vraag en regionaal zijn afgestemd. In Haarlem is een grote vraag naar woonruimte voor studenten en ouderen en meer grondgebonden woningen voor gezinnen.
  • De starterslening is een goed instrument om (door)starters op de woningmarkt net dat zetje te geven om een woning te kunnen kopen en zo de doorstroming te bevorderen.
  • Voor huurwoningen kan Haarlem net als Amsterdam gaan experimenteren met het starterscontract waarmee jongeren een huurcontract voor vijf jaar krijgen. Deze periode kunnen ze gebruik voor het vinden van een reguliere sociale huurwoning, een particuliere huurwoning of een koopwoning. 
  • De samenwerking tussen de gemeenten in Zuid-Kennemerland (Haarlem, Bloemendaal, Heemstede, Zandvoort en Haarlemmerliede en Spaarnwoude) met de gemeenten Velsen en Haarlemmermeer bij de woonruimteverdeling wordt voortgezet. Doel is om te komen tot één woonruimteverdeelsysteem voor de hele regio.
  • Bouw meer goedkope koopwoningen via ‘sociale koop’ constructies, waarbij woningcorporaties medeverantwoordelijk blijven voor het beheer en de woningen uiteindelijk ook weer terugkopen. Dit helpt de kloof tussen huren en kopen dichten.
  • Woningcorporaties hebben een blijvende taak ten aanzien van het verbeteren van de leefbaarheid van wijken en dit samen met de bewoners te doen. Zij moeten voor de keuzes die zij maken nadrukkelijker verantwoording afleggen aan de huurders en de gemeente. Samen met de corporaties moet de gemeente streven naar het ontstaan van huurdersverenigingen op wijkniveau.

Duurzaam bouwen

  • De gemeente stimuleert eigenaren van woningen en gebouwen te investeren in energiebesparing, bijvoorbeeld door duurzaamheidsleningen tegen gunstige voorwaarden uit een Haarlems energiebesparingsfonds.
  • In Haarlem worden alle woningen in 2015 klimaatneutraal gebouwd met een energie nota nul. De gemeente maakt hierover afspraken met de corporaties. Zodra dat wettelijk mogelijk is stelt Haarlem ook duurzaamheidseisen aan ontwikkelaars om deze doelstelling te halen. Eigen gebouwen van de gemeente worden bij nieuwbouw of renovatie klimaatneutraal gemaakt.
  • Haarlem gaat meedoen aan de landelijke green deal de stroomversnelling om ook bestaande koop en huurwoningen zelfvoorzienend te maken in energie.
  • Bij bouwprojecten worden zo veel mogelijk duurzame materialen gebruikt, die op verantwoorde wijze zijn geproduceerd en kwalitatief hoogwaardig zijn. De gemeente eist bij haar eigen projecten voor hout het FSC-keurmerk.
  • Bij de vergunningverlening en oplevering van nieuwbouwwoningen moet daadwerkelijk getoetst en gehandhaafd worden of aan de wettelijke duurzaamheidseisen en de criteria van eventueel verleende subsidie(s) is voldaan.
  • Woningen en wijken worden levensloopbestendig ontwikkeld.
  • Transformatie van kantoorgebouwen naar woningen wordt krachtig bevorderd. De eigenaren van deze gebouwen moeten daarbij hun verlies nemen. De gemeente heeft vooral een rol in wijziging van bestemmingsplannen.

Leefomgeving met kwaliteit

  • Pleinen, groenstroken, parken, speeltuinen en oppervlaktewater zijn de longen van Haarlem. Binnenstedelijk bouwen is goed, maar de leefbaarheid mag niet in het geding komen. Openbare ruimte is meer dan restruimte. Bij samenwerking met projectontwikkelaars en woningcorporaties moet het belang van de leefomgeving voldoende zijn geborgd.
  • Voorkom verpaupering en sociaal verval van wijken. Bestrijd actief leegstand en sloop gebouwen die geen toekomst meer hebben tijdig. Houdt de openbare ruimte goed op orde en neem preventief maatregelen om de leefomgeving te verbeteren voordat problemen ontstaan die grootschalige, duurdere ingrepen nodig maken.
  • Voorkom dat de inrichting van de openbare ruimte speelbal wordt van de politieke waan van de dag. Kwaliteitsnormen die zijn vastgesteld voor Haarlem moeten worden toegepast.
  • Meldingen van bewoners over de leefomgeving worden binnen redelijke termijn aangepakt en de melder wordt hierover geïnformeerd.
  • Overlast door hondenpoep wordt bestreden met voldoende uitlaatplaatsen en plaatsen waar honden los kunnen lopen. Opruimen wordt gestimuleerd, onder andere door middel van voorlichting, het plaatsen van automaten met hondenpoepzakjes en meer afvalbakken. Hondencontroleurs beboeten mensen die zich niet aan de regels houden.
  • Ga door met de herstructurering van Schalkwijk en Parkwijk. Binnen Schalkwijk verdient met name de Boerhaavewijk aandacht omdat daar nog geen herstructurering heeft plaatsgevonden. De herstructurering van het middengebied rond de Floris van Adrichemlaan moet snel worden opgepakt.
  • Bij herstructurering is sloop soms noodzakelijk omdat huizen niet meer voldoen aan de moderne normen voor bijvoorbeeld energiezuinigheid. Maar vaak is dit doel ook te bereiken via renovatie. Er moet bij het maken van keuzes ook oog zijn voor de karakteristieke bebouwing.
  • De welstandstoets door een onafhankelijke commissie van deskundigen is waardevol, maar niet overal nodig. Het beoogde welstandsniveau kan per wijk verschillen zodat onnodige regels worden voorkomen.

Open ruimte sparen

  • Het Haarlemse structuurplan 2020 uit 2005 is volop in uitvoering zoals te zien is in het 023-gebied bij de Schipholweg en rond de Spaarndamseweg. Nu we halverwege zijn is het hoog tijd voor een evaluatie en verder vooruit te kijken. Landelijk wordt al nagedacht over plannen voor 2028 en zelfs 2040. Wil Haarlem tijdig aanspraak maken op rijksbijdragen dan moet het structuurplan herzien worden.
  • Haarlem zit aan zijn grenzen, het weinige groen rond de stad zoals de groene zoom rond Schalkwijk en de Zuiderpolder, het Westelijk Tuinbouwgebied en de Hekslootpolder dient onbebouwd te blijven. Verrommeling moet worden tegen gegaan.
  • Zet daarom in op binnenstedelijk bouwen en meervoudig ruimtegebruik door bijvoorbeeld – waar dat passend is- hoger te bouwen en door te gaan met het project wonen boven winkels. Groen in de wijk moet niet volgebouwd worden. Bouw liever boven wegen die nu een barrière zijn in de stad en boven parkeerterreinen. Verdichting binnen bestaand stedelijk gebied is mogelijk door bij nieuwbouw parkeervoorzieningen inpandig te realiseren
  • Op deze manier is er ruimte te vinden voor nieuwe woningen rond de Prins Bernhardlaan, bij de campus van Hogeschool InHolland en in het stadsdeelhart van Schalkwijk.
  • Mogelijkheden van financiële verevening tussen projecten op regionale schaal moeten worden onderzocht: opbrengsten op een relatief goedkope “weilandlocatie” kunnen worden ingezet om het tekort bij binnenstedelijk bouwen aan te vullen.

3.3.  Mobiliteit

Goede infrastructuur is van belang voor de ontwikkeling van Haarlem. Zo kunnen burgers economische, sociale en culturele activiteiten ontplooien en bedrijven hun werk doen. Mobiliteit brengt mensen bij elkaar. Maar de groeiende mobiliteit mag niet ten koste gaan van onze leefomgeving. De ChristenUnie kiest daarom voor verduurzaming, voor vermijden van overbodig verkeer en voor het beter met elkaar verbinden van de verschillende vervoerssoorten.

De ChristenUnie zet in op het stimuleren van het OV en de fiets en een efficiënte en veilige verkeerscirculatie. Nieuwe regionale OV-systemen als R-net bieden kansen voor groei van het openbaar vervoer en een duurzame verstedelijking gebaseerd op een goede afstemming tussen mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling. Nu fietsen met (elektrische) trapondersteuning in een snel tempo de markt veroveren ontstaan er kansen voor meer fietsgebruik. Dan moeten wel de fietsvoorzieningen goed op orde zijn.

Haarlem Fietsstad

  • Haarlem moet de fietsstad van Nederland worden en stelt zich kandidaat bij de eerstvolgende verkiezingen voor de beste Fietsstad van Nederland van de Fietsersbond.
  • Slecht onderhouden fietspaden zoals langs de Rijksstraatweg en de Prins Bernhardlaan worden aangepakt. Fietsroutes worden bij sneeuw schoongeveegd. Op de drukste fietsroutes worden fietspaden bij groot onderhoud of reconstructie waar mogelijk verbreed.
  • De gemeente gaat bij nieuwbouw of herstructurering van wijken uit van het fietsverkeer en richt wijken fiets- en kindvriendelijk in. Fietsroutes worden waar mogelijk van het overige verkeer gescheiden. Alle fietspaden worden uitgevoerd in rood asfalt voor een goed fietscomfort. Paaltjes op fietspaden veroorzaken veel ongelukken. Deze worden zoveel mogelijk verwijderd.
  • In de begroting van Haarlem is geen rekening gehouden met uitbreiding van het fietspadennetwerk. De ChristenUnie ziet nog genoeg knelpunten en pleit voor een groei met 10% in de komende vier jaar door o.a. doortrekken van de Rode Loper naar Haarlem Noord, realisatie van fietspaden langs onder meer de Kleverlaan en nieuwe verbindingen tussen Boerhaavewijk en Parkwijk en tussen Prins Bernhardlaan en Waarderpolder.

Snel op de fiets van Haarlem naar Schiphol via de F9

Op meerdere plaatsen in Nederland wordt gewerkt aan de realisatie van fietssnelwegen (www.fietssnelwegen.nl). Dit zijn snelle fietsroutes voor het woon-werkverkeer met zo min mogelijk hinder van obstakels en het overige verkeer. Met subsidie van het Rijk wordt momenteel de fietsverbinding Haarlem-Amsterdam opgewaardeerd tot fietssnelweg.

Veel Haarlemmers werken op Schiphol en staan dagelijks in de file op de A9. Ook deze afstand is goed op de fiets te doen. Een groot obstakel is echter de Ringvaart. Deze kan alleen worden gepasseerd bij Cruquius, Vijfhuizen, de Boerhaavelaan en Zwanenburg. De afstand tussen laatstgenoemde bruggen is te groot. Door deze barrière te slechten kan de fiets voor forenzen veel aantrekkelijker worden. Daarom moet de gemeente Haarlemmermeer samen met Haarlemmerliede en Spaarnwoude gaan werken aan een nieuwe fietsbrug en samen met de gemeenten Haarlem en Velsen bij het Rijk en provincie gaan lobbyen om een financiële bijdrage aan de nieuwe fietssnelweg, de F9.

De nieuwe fietsbrug kan worden gerealiseerd ter hoogte  van de bedrijventerreinen Polanenpark (Zoete Inval) in Haarlemmerliede en De Liede in de Haarlemmermeer. Deze route kan verder lopen over de oude Schipholweg langs de A9. 
  • Ook 30 km straten met veel autoverkeer zoals de Merovingenstraat in de Slachthuisbuurt worden fietsvriendelijk ingericht door realisatie van ruime fietsstroken.
  • Er komen in Haarlem meer fietsstraten waar de auto ‘te gast’ is en fietsstroken zijn geasfalteerd, bijvoorbeeld ten oosten van de Westelijke Randweg (Delftlaan) en het noordelijke deel van de ventweg langs de Vondelweg.
  • Er komen meer oplaadpunten voor elektrische fietsen.
  • De gemeente gaat samen met andere gemeenten in de regio fietsvriendelijke horeca het predicaat fietscafé geven. Deze gelegenheden kennen ruime openingstijden en hebben naast voldoende stallingen, een sanitaire ruimte, een EHBO-uitrusting, een fietsreparatieset inclusief fietspomp, een gratis watervulpunt en bieden de mogelijkheid om elektrische fietsen op te laden.
  • Bij het verwijderen van weesfietsen worden eigenaars op tijd gewaarschuwd met een duidelijke sticker met uitleg.
  • De gemeente zorgt voor een veilige schoolomgeving en veilige fietsroutes naar de scholen. Zij werkt actief mee aan het realiseren van verkeerslessen op scholen en bij instellingen.

OV-Fiets en fietsenstallingen bij knooppunten

Bij winkelcentra, bushaltes en overige attractiepunten worden genoeg fietsenstallingen gerealiseerd die voldoen aan de normen van Fietsparkeur. De fietsenstalling bij het station blijft gratis. Wel kan een bijdrage worden gevraagd voor meerdaagse stalling. De gemeente opent met de NS ook bij grote OV-knooppunten zoals Houtplein en Delftplein verhuurpunten voor de OV-fiets. Waar tekorten zijn wordt het aantal stallingen en beschikbare OV-fietsen uitgebreid. Op station Haarlem wordt net als op andere stations in de omgeving de OV-fiets 24 uur per dag beschikbaar. 

Voetgangers

  • Binnen de bebouwde kom is op doorstromingswegen steeds sprake van een trottoir aan beide zijden van de weg en voldoende veilige oversteekplaatsen.
  • Verhoogd liggende trottoirs zijn voorzien van op- en afritbanden voor rolstoelen, rollators en kinderwagens
  • Verkeerslichten zijn zo afgesteld dat er voldoende tijd is om over te steken.

Openbaar vervoer

  • Het woon-werkverkeer tussen Haarlem en Amsterdam/Hoofddorp/Schiphol is twee keer zo groot als dat tussen Almere en Amsterdam, maar toch investeert het rijk vooral aan de oostzijde van Amsterdam. Hierdoor blijven kansen liggen om de OV-bereikbaarheid in onze regio te verbeteren. Haarlem moet beter lobbyen bij Rijk en provincie voor investeringen in het OV zoals het realiseren van busbanen, het vertrammen van de Zuidtangent en het openen van station Haarlem Westergracht.
  • De gemeente participeert actief bij het opstellen van programma van eisen voor de nieuwe busconcessie in Haarlem door de provincie en betrekt de gebruikers van het OV daarbij. Openbare voorzieningen, zoals zorgcentra en scholen moeten goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. In de nieuwe concessie wordt geregeld dat alle bussen worden voorzien van Wifi.
  • Versnippering van het openbaar vervoer rond Haarlem moet worden voorkomen. De concessies voor Zuidtangent (R-net), de A9-lijnen en de stadslijnen in het gebied Haarlem-IJmond worden daarom samengevoegd. OV-abonnementen moeten in de hele regio geldig zijn, ongeacht de vervoerder.
  • De succesvolle buslijnen langs de A9 naar de werkgebieden in Amsterdam en Amstelveen (175, 176, 177, 277) ondervinden veel vertraging door files. Er komt daarom (stapsgewijs) een vrije busbaan langs de hele Schipholweg en de A9.
  • De busstrook voor lijn 140 op de Heemsteedse Dreef wordt in Haarlem doorgetrokken naar het Houtplein.
  • R-net gaat doorrijden naar IJmuiden en Beverwijk.
  • Haarlem moet actief lobbyen voor aansluiting op het NS-nachtnet.
  • De spoorverbinding Zandvoort-Haarlem-Amsterdam heeft potentie om uit te groeien tot een hoogwaardige stadsgewestelijke lightrail. Haarlem moet samen met de regiogemeenten bij provincie en Rijk gaan lobbyen voor een hogere frequentie (elke 10 à 15 minuten) en meer haltes (bijvoorbeeld Zandvoort Noord, Haarlem Zijlweg, Haarlem Oost, Amsterdam Geuzenveld en Amsterdam Westerpark)
  • Station Bloemendaal wordt opgewaardeerd zodat het station ook een functie krijgt voor Haarlem-Noord. Er komt aan de Haarlemse zijde een voorplein, fietsenstalling en kaartautomaten. De looproute naar de Kennemer Sporthal wordt verbeterd zodat het station ook een P&R functie kan krijgen.
  • Station Haarlem Spaarnwoude wordt beter toegankelijk door de bouw van liften. Bij de aanpassingen wordt rekening gehouden met de toekomstige bouw van inhaalsporen.
  • Binnen 4 jaar worden alle bushaltes voor zover dit nog niet gebeurd is toegankelijk gemaakt voor mobiliteitsbeperkten.
  • Waar mogelijk worden combinaties van OV en doelgroepenvervoer gezocht (regiotaxi’s, scholierenvervoer, Wmo vervoer etc.) om kosten te besparen.
  • De OV-haltes rond het Houtplein worden geconcentreerd op het plein. Zo ontstaat een overzichtelijke vervoersknoop en kunnen er vrijliggende fietspaden komen op de Tempelierstraat. Er blijft een fietspad aan de oostzijde van het Houtplein.
  • De informatievoorziening op station Haarlem over de buslijnen wordt verbeterd door o.a. een informatiezuil voor reisadvies, verbetering van de leesbaarheid van de borden met actuele vertrektijden boven de perrons en informatie voor bezoekers van de stad over de bereikbaarheid van drukbezochte bestemmingen. Met de NS moet worden onderhandeld dat het loket ook informatie voor busreizigers verschaft.
  • Het openbaar vervoer wordt gepromoot: bijvoorbeeld door informatie op stadsplattegronden, in de stadsgids en op de site van de gemeente. Nieuwe bewoners krijgen informatie over de OV-bereikbaarheid van hun woonwijk.

Van Delftplein naar Waarderpolder en Amsterdam

Het experiment met een busverbinding vanaf het Delftplein via de Schoterbrug naar de Waarderpolder en Schalkwijk is helaas mislukt doordat deze bus te weinig reed en te veel omreed binnen de Waarderpolder. Bovendien richtte deze bus zich alleen op reizigers van/naar de Waarderpolder wat een te beperkte doelgroep is voor een rendabele busverbinding. Er is op deze corridor echter wel veel vervoersvraag. Dit blijkt uit de files bij de Schoterbrug en de roep om verdubbeling van de Oostrandweg. De ChristenUnie pleit voor een nieuwe busverbinding tussen Delftplein en de Waarderpolder die doorrijdt over de A9 richting Badhoevedorp en Schiphol en/of Amstelveen. Zo kan de reistijd op deze corridor die nu bijna een uur bedraagt met meer dan de helft worden gereduceerd. 

Automobiliteit

  • Het Haarlemse wegennet kan nog slechts in beperkte mate worden uitgebreid en deze uitbreidingen zijn kostbaar. Gezien de beperkte financiële mogelijkheden van de stad zullen prioriteiten moeten worden gesteld. Financiële ondersteuning van Rijk en of provincie is nodig.
  • Hoogste prioriteit heeft verbreding van de Waarderweg (Oostelijke Randweg) naar 2x2 rijstroken. De ChristenUnie is niet tegen verbreding van de Vondelweg, maar dit heeft gezien de beperkte budgetten van de gemeente geen prioriteit. Er is hier al veel winst te boeken door het instellen van een groene golf.
  • Vooral de oost-west verbindingen moeten worden verbeterd. Op zomerse dagen ontwricht het strandverkeer het hele wegennet. Met name rond het Kennemerplein loopt het verkeer vast, maar ook aan de zuidkant van de stad rond de Buitenrustbruggen (verbinding Schipholweg – Westelijke Randweg) zijn er verbeteringen nodig. Dit kan door de bouw van de Mariatunnel en beter afstellen van verkeerslichten.
  • Haarlem moet lobbyen bij provincie en Rijk voor een directe verbinding van de A9 met de A208 (Westelijke Randweg) ten noorden van Velserbroek. Deze verbinding ligt dan in de gemeente Velsen, maar biedt veel voordeel m.b.t. de ontlasting van het Haarlemse wegennet. Voor veel inwoners van Haarlem Noord is dit aantrekkelijker dan verbreding van de Vondelweg.

Minder hinder op de Rijksstraatweg

Op de Rijksstraatweg vormen met name de grote kruispunten een knelpunt. Met stip op 1 staat de wirwar van wegen rond de Jan Gijzenbrug. Met name in de spits en op zaterdagen loopt het verkeer hier vast doordat auto’s stil komen te staan op de brug omdat ze willen afslaan en moeten wachten op verkeer uit de tegengestelde richting of op fietsers in dezelfde richting. Ook de HOV-bussen worden hierdoor gehinderd.

Verbreding van de brug is kostbaar en niet perse nodig om dit probleem op te lossen. De ChristenUnie pleit er voor een andere inrichting van de bestaande brug te onderzoeken waarbij er voor het fietsverkeer aparte fietsbruggen komen. Hierdoor ontstaat er ruimte voor aparte stroken voor afslaand verkeer en een ongehinderde doorstroming voor het doorgaande autoverkeer en de bussen van R-net. 

  • Bij grote bouwplannen wordt een bereikbaarheidstoets en toegankelijkheidstoets ingevoerd zodat efficiënt met mobiliteit wordt omgegaan.
  • Met het bedrijfsleven worden afspraken gemaakt over mobiliteitsmanagement. Bijvoorbeeld door thuiswerken, carpoolen en OV-gebruik te stimuleren.
  • Om het vrachtverkeer in het centrum te beperken wordt in samenwerking met ondernemers stadsdistributie opgezet.
  • Onderhoud heeft prioriteit boven aanleg. Om nieuwe achterstanden in het onderhoud te voorkomen moet de gemeente werken met actuele onderhoudsplannen voor de (vaar)wegen en bruggen.

Parkeren en transferia

  • Betaald parkeren mag geen melkkoe zijn voor de gemeente. Bij verhoging van parkeertarieven wordt de meeropbrengst ingezet voor verbetering van de bereikbaarheid waarbij tenminste 50% wordt ingezet voor fietsvoorzieningen en openbaar vervoer.
  • Parkeerboetes worden verlaagd. Deze zijn te hoog in relatie tot het ‘vergrijp’.
  • Er komt een parkeergarage aan de oostzijde van de binnenstad.
  • De gemeente zet zich ervoor in dat bij parkeergarages met de OV-chipkaart betaald kan worden en zet hiervoor met de OV-bedrijven een pilot op.
  • Het aantal parkeerplaatsen voor deelauto’s wordt verdubbeld tot meer dan 100.
  • Belanghebbenden parkeren wordt alleen ingevoerd als er voldoende draagvlak is.
  • Bij nieuwbouw moet parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein en inpandig.
  • De parkeervoorzieningen bij station Haarlem Spaarnwoude worden uitgebreid zodat dit een echt transferium wordt.
  • Om de parkeergarage Cronjé beter te benutten moet het parkeerkaartje ook toegang gaan geven tot buslijn 3 richting het centrum.
  • De gemeente biedt de mogelijkheid aan kerken, scholen, zorginstellingen e.d. om bezoekerskaarten aan te vragen. Voor kerken in de binnenstad komt er een oplossing zodat gratis parkeren op zondag mogelijk blijft.

Verkeersveiligheid

  • Wij zetten in op minimaal 50 procent minder verkeersdoden- en gewonden in 2024 ten opzichte van 2014.
  • In woonwijken worden bij voorkeur 30 kilometer zones aangelegd. Drempels moeten voldoen aan de normen en dus niet te hoog, maar ook niet te laag zijn. Ze zijn er om het verkeer te remmen, maar niet om auto’s te lanceren.
  • De dijk door Spaarndam (Visserseinde en IJdijk) wordt veiliger door hier parkeren te verbieden. Ter compensatie komen er parkeerplaatsen langs de Kerklaan.
  • Bij aanleg of onderhoud van wegen, bruggen, kruispunten en pleinen moeten de plannen erop gericht zijn de verkeersveiligheid te verbeteren. Veilige loop- en fietsroutes en goed verlichte kruispunten zijn daarbij van groot belang.
  • De gemeente gaat dode-hoek-ongelukken tegen door het scheiden van snel en langzaam verkeer en het aanpakken van gevaarlijke kruispunten (zoals apart groen voor fietsers en een opstelstrook vóór de auto’s).
  • Er vindt een goede registratie van ongevallen plaats, zodat de zogenaamde ‘black spots’ in beeld komen.
  • Grotere vrachtwagens worden bij voorkeur geweerd uit het centrum. Er wordt geëxperimenteerd met (overslag naar) kleinere, liefst elektrische vracht-/bestelwagens.
  • De gemeente werkt actief mee aan het realiseren van verkeerslessen, bijvoorbeeld op de scholen en bij instellingen.
  • De gemeente stimuleert dat scholen zich inzetten voor het verkeersveiligheidslabel (www.verkeersveiligheidslabel.nl)
  • Overtreding van de verkeersregels binnen de bebouwde kom wordt stevig aangepakt, door de politie of door bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s).

Een top tien voor verkeersveiligheid

Momenteel pakt de gemeente slechts één gevaarlijk verkeersknelpunt aan per jaar. Er is meer nodig om het verkeer in Haarlem veiliger te maken. Er komt een top 10 van verkeersonveilige en onoverzichtelijke situaties die de komende vier jaar worden aangepakt. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een herinrichting van de wegen rond het station en drukke wegen bij scholen zoals de Friese Varkenmarkt. 

3.4.  Energie, klimaat, natuur en milieu

Wij geloven dat we de aarde hebben gekregen en dat we er zuinig op moeten zijn. Daar varen we allemaal wel bij, net als toekomstige generaties. Steeds meer burgers zijn zelf heel actief bezig met het werken aan een beter milieu. Zij wekken duurzame energie op en scheiden hun huishoudelijk afval. Wij willen dat de gemeente deze initiatieven ondersteunt en stimuleert. Ondertussen heeft de gemeente ook de taak om zelf te werken aan een beter milieu en het goede voorbeeld te geven. Haarlem is de meest versteende stad van Nederland. Dit wordt deels gecompenseerd door de grote natuur- en recreatiegebieden in de nabijheid van de stad, maar ook groen in de stad is van wezenlijk belang.

Energieke stad

  • We zetten in op het overstappen van fossiele naar duurzame brandstoffen, zoals zonne-energie en windenergie en op energiebesparing. In 2015 functioneert de gemeentelijke organisatie klimaat neutraal en in 2025 de hele stad.
  • Mogelijkheden om energie lokaal duurzaam op te wekken, worden gebruikt. De vier windmolens bij Schoteroog uit 1994 worden vervangen door exemplaren met een hoger vermogen en onderzocht wordt of er meer molens kunnen worden geplaatst.
  • Gebruik uniforme en actuele energievoorschriften in milieuvergunningen en een adequaat handhavingsbeleid.
  • Bedrijven en instellingen hebben de wettelijke plicht om energiebesparingsmaatregelen te nemen die binnen 5 jaar kunnen worden terugverdiend. Omdat dit onvoldoende van de grond komt door lage prioriteit en kennisachterstand geeft de gemeente voorlichting via een concrete lijst maatregelen en ondersteunt ze de uitwisseling van ervaringen.
  • Duurzaamheidscorporaties van inwoners en/of bedrijven worden aangemoedigd.
  • De eigen gemeentelijke organisatie wordt doorgelicht op energiezuinigheid.
  • Leveringscontracten van de gemeente met energiebedrijven zijn gebaseerd op 100% in Nederland opgewekte duurzame energie. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van energie op basis van verbranding van biomassa. Bij bestaande gemeentelijke gebouwen streeft de gemeente naar een minimale energiebesparing van 2% per jaar en 40% opwekking van duurzame energie.
  • De gemeente gaat zelf gebruik maken van elektrische auto’s. Ook met Paswerk en Spaarnelanden worden hierover afspraken gemaakt. Er komen meer e-laadpunten.
  • Bij verlichting in de openbare ruimte worden moderne technieken toegepast (o.a. LED).
  • Evenementen worden verplicht hun CO2 uitstoot te compenseren
  • Terrasverwarmers worden verboden

Haarlem winkelt energiezuinig

Haarlem is de winkelstad van Nederland. De duurzame ambities van de stad kunnen daarbij aansluiten. Als alle winkels in een winkelgebied de deuren altijd open hebben, vraagt dat meer energie dan de capaciteit van een paar windmolens. Omdat winkels veel publiek trekken zijn dit bij uitstek locaties om zichtbaar te maken wat er mogelijk is aan energiebesparing.

Samen met Haarlem Centraal, de ondernemersvereniging die een groot aantal straatverenigingen in het centrum vertegenwoordigd, en de andere winkeliersverenigingen wordt daarom een energiebesparingsplan opgesteld waarbij voor het winkelend publiek de energiebesparing zichtbaar wordt gemaakt. Met aantrekkelijke acties worden klanten daarbij gestimuleerd om zelf ook aan energiebesparing te doen. 

Waterrijke stad

  • Uiterlijk in 2016 komt er een nieuw integraal waterplan voor de periode tot 2027 waarin ook het nieuwe rioleringsplan is opgenomen. Uitgangspunt daarin is de volgorde ‘vasthouden, bergen en afvoeren’. Verdere verstening van de stad wordt daarom tegengegaan.
  • Haarlem moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening houden met de verwachte toename van hemelwater. Samen met provincie en waterschap wordt de wateroverlast bestreden. Voldoende ruimte voor het bergen van water bij hevige neerslag is belangrijk. De riolering moet daarnaast voldoende afvoercapaciteit hebben. Door het relatief schone regenwater waar mogelijk af te koppelen van het riool, kan het aantal vuilwateroverstorten worden gereduceerd en wordt de belasting van zuiveringsinstallaties verminderd.
  • Zet hoogkwalitatief water niet in voor laagwaardige toepassingen. Stimuleer het plaatsen van regentonnen en ondergrondse waterreservoirs voor het sproeien van de tuin en doorspoelen van WC’s met regenwater en het plaatsen van infiltratiekratten.

Afvalvrije stad

  • Naast glas, kleding, kunststoffen en papier worden ook sap- en melkpakken en blik apart ingezameld.
  • Haarlem doet mee aan landelijke dagen rond afval, zwerfvuil en compost (Nederland Schoon, Opzoomeren, Duurzaamheidsweek e.d.) om afvalscheiding onder de aandacht te brengen.
  • Winkels, scholen en dergelijke worden verplicht het eigen erf schoon te houden.
  • Zo min mogelijk afval moet worden verbrand. Om het recyclingpercentage verder te verhogen wordt het gemeentelijke afval voortaan ook nagescheiden. Dit geldt ook voor het restafval van de gemeentelijke milieustraat. Dit gaat naar een sorteerbedrijf.
  • Haarlem zet zich actief in voor het behoud van het statiegeldsysteem.
  • Zwerfvuil en de hondenpoepvervuiling worden aangepakt door boetes bij overtredingen.
  • De gemeente start een pilot afvalloze overheid.
  • Melding van volle of storende afvalcontainers moet bij Spaarnelanden niet alleen telefonisch mogelijk zijn, maar ook met een webformulier met feedback wanneer de container geleegd is.

Minder restafval door betere afvalscheiding? Minder belasting!

Haarlem hoort bij de 10 slechtst presterende gemeenten van Nederland wat betreft het gescheiden inzamelen van afval. Zo wordt 44 kilo oud papier per inwoner ingezameld tegenover een landelijk gemiddelde van 78 kilo en wordt slechts 2,4 kilo kunststof per inwoner ingezameld tegenover 6 kilo landelijk. Haarlem haalde in 2011 een scheidingspercentage van 32% waar ruim 35% van de gemeenten 60% of meer (tot zelfs 92%) haalden.

Onvoldoende scheiden van afval is slecht voor het milieu en kostbare grondstoffen gaan zo verloren  of worden laagwaardig gebruikt. Dit moet anders! Haarlem gaat daarom afvalscheiding bij de bron sterk stimuleren. Het in andere gemeenten succesvolle diftar-systeem, waarbij de afvalstoffenheffing lager wordt als je minder restafval aanbiedt, wordt in Haarlem ingevoerd.

Tegelijk wordt het aantal ondergrondse containers niet verminderd, maar juist uitgebreid. Iedereen moet binnen 75 meter van de woning restafval kunnen wegbrengen. In wijken met veel hoogbouw moeten er meer bakken komen voor oud papier en plastic. De afgelopen jaren zijn hier bakken verdwenen waardoor afvalscheiding nu minder wordt gestimuleerd. 

Duurzame stad

  • Braakliggende gronden krijgen waar mogelijk een tijdelijke bestemming voor stadslandbouw, speelplek en/of inzaaien met bijenvriendelijk bloemenmengsel. Dit vergroot de sociale samenhang, verlevendigt de stad en maakt de openbare ruimte groener.
  • Stimuleer productie en verkoop van streekproducten. De gemeente geeft met de eigen catering het goede voorbeeld. De gemeente gebruikt ook uitsluitend biologische producten.
  • Er komt een regionale voedselraad die de gemeenten adviseert bij het opzetten van duurzame voedselketens in de regio.
  • Natuur- en Milieu Educatiecentrum Ter Kleef levert een belangrijke bijdrage aan voorlichting op scholen. Naast beroepskrachten kunnen ook vrijwilligers hierbij worden ingezet. Ook speciale activiteiten zoals de Nationale Boomfeestdag kunnen vanuit dit centrum worden georganiseerd.
  • Geef burgers en ondernemers voorlichting over de mogelijkheden die er zijn om het milieu goed te beheren en verontreiniging tegen te gaan. Concrete maatregelen, zoals het verstrekken van laagrentende leningen uit een lokaal energiebesparingsfonds, kunnen mensen aanzetten tot gedragsverandering.
  • In de komende raadsperiode wordt het gemeentelijke inkoopbeleid 100% duurzaam en zijn bij offerteaanvragen duurzaamheidcriteria opgenomen.
  • Wij willen bevorderen dat millenniumdoelstellingen behaald worden. Elk jaar stelt de gemeente een millenniumdoel centraal in haar beleid.

Groene stad

  • Als kappen van bomen noodzakelijk is voor bijvoorbeeld een bouwproject of aanleg van een weg geldt een herplantplicht.
  • Invoering van een streefnorm voor groen, bijvoorbeeld de landelijke norm van circa 70m2 openbaar groen per woning, waarbij dit per wijk kan variëren naar gelang het soort wijk.
  • Er is flink bezuinigd op stadsgroen. Veel groenstroken in de stad zijn versoberd waarbij struiken zijn vervangen door gras. Het bestaande groen moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden. Over periodiek onderhoud moet duidelijk worden gecommuniceerd naar de burgers. Bewoners kunnen ook betrokken worden bij het beheer van het stedelijk groen. Dit verhoogt de kwaliteit van het groen en versterkt de sociale samenhang.
  • Het beheer van het gemeentelijke groen wordt zo veel mogelijk afgestemd op de bescherming van dieren en hun leefgebieden. Werkzaamheden die dieren kunnen verstoren vinden bij voorkeur niet plaats in het broedseizoen.
  • Het onkruidbestrijdingsmiddel Round Up is schadelijk voor het milieu en lijdt tot bijensterfte. De gemeente is inmiddels gestopt met het gebruiken van dit middel. Andere partijen zoals woningcorporaties kunnen het echter nog wel gebruiken. De gemeente moet daarom in de Algemene Plaatselijke Verordening opnemen dat het gebruik van Round Up in groenvoorzieningen verboden is.
  • Vogelvriendelijk bouwen wordt gestimuleerd.
  • Bij kinderboerderijen dient de nadruk te liggen op hun educatieve taak. De dieren dienen op een zo natuurlijk en ongestoord mogelijke manier te worden gehouden.
  • De gemeente geeft voldoende financiële steun aan dierenambulance en dierenasiel voor de uitvoering van de wettelijke plicht van de gemeente voor de opvang van zwerfdieren.