Prestatieafspraken wonen zijn meer inspanningsverplichtingen
Voorzitter, bij de prestatieafspraken met de woningcorporaties voor 2017 valt ons op dat het geen prestatieafspraken zijn, maar inspanningsafspraken. Vaak gaan ze over processen – niet over doelen. Ze zijn niet SMART geformuleerd en de ambities zijn veel te laag – met name voor de aantallen nieuw te bouwen woningen – Ymere bouwt in 2017 geen enkele sociale huurwoning.
Daarnaast missen we concrete afspraken over duurzaamheid – de paragraaf daarover bevat voornamelijk argumentatie waarom eerder gestelde doelen niet gehaald zullen worden.
Ik heb bij de behandeling van de woonvisie al aangegeven dat wij een naar segment gedifferentieerde doelstelling voorstaan, zodat het aanbod nieuwbouwwoningen wordt afgestemd op de vraag per segment. Passend toewijzen én passend bouwen. Wij zullen hierover met een motie komen.
De investeringsmogelijkheden van de corporaties zijn beperkt, daarom zullen ook andere partijen nodig zijn voor sociaal bouwen…. In paragraaf 2.3.6 wordt gesproken van een “bepaald percentage sociale woningbouw” voor andere partijen dan corporaties. Deze formulering is typerend voor het geheel van de afspraken – alles is even vaag. Waarom staat hier niet 30%? Hoe gaan we dit concreet maken zonder getal: hoe kunnen we het college hierop controleren?
Er is in het kader van deze afspraken niets vastgelegd over de overhead van corporaties of over doelstellingen voor efficiënt werken. Waarom niet? Corporaties mogen van het Rijk tegenwoordig minder geld besteden aan leefbaarheid, maar het kan nog wel. Ook hierover ontbreken afspraken.
De ChristenUnie is ontevreden met de uitwerking van motie 12.4, waarin is gevraagd om de prestatieafspraken over de voorraad en de woonlasten zo SMART mogelijk te formuleren. In de prestatieafspraken is hieraan gevolg gegeven door een aantal prestaties over de minimale voorraad goedkope, de minimale voorraad betaalbare en de minimale voorraad overige sociale huurwoningen kwantitatief weer te geven. Om de woonlasten inzichtelijk te maken wordt samen met de corporaties gewerkt aan de ontwikkeling van een woonlastencalculator waarmee een woningzoekende geïnformeerd is over de volledige woonlast (huur + energie + gemeentelijke belastingen) van een te huur aangeboden woning. Had die er niet al moeten liggen?
Voorzitter, de wethouder geeft aan dat de afspraken voor 2017 een leertraject vormen. Dat is haast pijnlijk zichtbaar in de voorliggende afspraken. De wethouder kondigt aan dat de prestatieafspraken voor 2018 concreter en scherper gesteld worden, op basis van de Woonvisie. En daar zien wij een probleem aankomen: de Woonvisie is veel te weinig concreet en de ambities daarin liggen veel te laag. Als de Woonvisie niet eerst veel scherper en ambitieuzer wordt geformuleerd, zullen de afspraken met de corporaties voor 2018 ook niet veel scherper en ambitieuzer worden.
Schrijf een reactie via Facebook