Dat het museum een lening krijgt van de gemeente is terecht aangezien een deel van de vertraging van de verbouwing is ontstaan door de gemeente vanwege de tijd die nodig was toen bleek dat de bouwkundige staat van het gebouw veel slechter was dan gedacht. Bovendien is de slechte bouwkundige staat van de houten balken veroorzaakt doordat de gemeente jarenlang het onderhoud niet goed heeft uitgevoerd. Daarom is het ook terecht dat de extra verbouwingskosten van 800.000 euro niet volledig in de huur worden doorberekend. Als eerder was ingegrepen hadden mogelijk de balken nog niet vervangen hoeven te worden. En een deel van de kosten kan gezien worden als het oplossen van achterstallig onderhoud en dat hoort uit de reguliere huurinkomsten betaalt te worden en niet uit een huurverhoging. Bovendien: als de gemeente het museum niet zou helpen dan dreigt leegstand van het gebouw en zijn de financiële gevolgen voor de gemeente groter.

De ChristenUnie is echter niet akkoord gegaan om de volledige 8 ton niet meer door te berekenen in de huur. Raadslid Frank Visser: “In het voorstel van het college wordt nergens onderbouwd waarom die volledige 8 ton niet verwerkt kan worden in de huur. In onze ogen kan een deel van de kosten wel degelijk als een investering in verbetering van het gebouw worden gezien en zou daarom in de huur moeten kunnen verwerkt. De kwijtschelding van de 8 ton lijkt meer gebaseerd op de verwachte exploitatie van het museum dan op een reële doorberekening van de kosten.”

Bovendien wordt de nieuwe huur voor 20 jaar vastgelegd en in de tussentijd alleen maar geïndexeerd. De ChristenUnie heeft daarom voorgesteld de huur voor 5 jaar vast te leggen en na die 5 jaar te kijken of dan alsnog een deel van de verbouwingskosten (maximaal 4 ton) zou kunnen worden verrekend in de huur. Dit zou dan maximaal tot een huurverhoging van 15.000 euro per jaar leiden. Raadslid Frank Visser: “Zo’n huurverhoging lijkt mij best haalbaar. Met een bezoekersaantal van 50.000 bezoekers praat je over 30 eurocent per bezoeker”. Een amendement van de ChristenUnie en OPHaarlem om dit te regelen haalde geen meerderheid. Wel sloten meerdere fracties zich aan bij de kritiek van de ChristenUnie dat het college haar voorstel over de 8 ton slecht had onderbouwd.

AMENDEMENT Evaluatie kostprijsdekkende verhuur Dolhuys

De Gemeenteraad van Haarlem in digitale vergadering bijeen op donderdag 23 april 2020,Constaterende dat

• Het college voorstelt om doorberekening van € 800.000 aan kosten voor levensduurverlengend onderhoud aan het Dolhuys in de kostprijs dekkende huur los te laten;
• Het college blijkens het concept huurcontract voornemens is het nieuwe huurcontract voor 30 jaar vast te leggen en daarbij de kostprijs dekkende huur eventueel pas na 20 jaar kan worden herzien;

Overwegende dat

• Het loslaten van de doorberekening van € 800.000 is ingegeven door een discussie met het Dolhuys over de vraag of een deel van deze kosten niet vermijdbaar was geweest als het onderhoud door de gemeente eerder had plaats gevonden;
• Dit onderhoud er tevens aan heeft bijgedragen dat de verbouwing langer heeft geduurd wat financiële gevolgen heeft gehad voor het Dolhuys;
• Hier tegenover staat dat een deel van de kosten sowieso gemaakt zou zijn en dan ook doorberekend zou zijn geweest in de kostprijs dekkende huur;
• Het Dolhuys rekent op extra inkomsten door groeiend aantal bezoekers en extra horeca-inkomsten, maar de omvang hiervan nog erg onzeker is
• Mogelijk over een aantal jaar zal blijken dat het Dolhuys de doorberekening van bovengenoemde kosten best had kunnen dragen;
• Het redelijk is dat het Dolhuys, indien zij daar financieel toe in staat is, over een paar jaar wel een bijdrage levert aan de kosten die de gemeente nu heeft gemaakt om het onderhoud van het gebouw weer toekomstvast te maken;
• Het daarom niet verstandig is dat de kostprijs dekkende huur pas over 20 jaar bij de reguliere evaluatie van de kostprijs dekkende huur kan worden herzien;

Besluit

• Besluitpunt 1 te wijzigen zodat deze komt te luiden:

Voorlopig loslaten van de doorberekening in de KPDH. De doorberekening van € 800.000 voor een periode van 5 jaar los te laten en deze voor deze periode voor rekening van de gemeente te laten komen ten laste van het jaarlijkse exploitatieresultaat van Vastgoed waardoor de huur naar beneden kan. Na deze 5 jaar wordt op basis van de actuele exploitatiecijfers van het Dolhuys geëvalueerd of ten hoogste € 400.000 alsnog kan worden doorberekend in de KPDH. Overige aanpassingen van de KPDH vinden pas plaats op het reguliere evaluatiemoment dat wordt vastgelegd in het nieuwe huurcontract. De genoemde kosten van € 800.000 waren reeds onderdeel van Kredietaanvraag 2018/839450.

En gaat over tot de orde van de dag

Frank Visser, ChristenUnie

Frans Smit, OPHaarlem