Pas op de plaats bij aanbesteding Jeugdzorg
Een raadsmeerderheid wil een pas op de plaats bij de aanbesteding voor de Jeugdzorg. De meeste fracties vinden de reactie van de wethouder op de motie van de ChristenUnie en Actiepartij van afgelopen maand nog onvoldoende. Er zijn te veel vragen over de de gevolgen voor clienten en zorgverleners en de raadsleden missen een risicoanalyse en marktverkenning. Dat bleek tijdens een lang debat in de commissie samenleving. Over twee weken moet in de raadsvergadering duidelijk worden wat nu de volgende stap is.
Lees hier de bijdrage van raadslid Frank Visser:
Voorzitter, de jeugdzorg moet anders. Er is meer grip nodig op de kosten, de zorg moet dichterbij de jongeren worden georganiseerd en zo zijn er nog veel meer uitgangspunten die iedereen hier vanavond zal onderschrijven.
Maar juist omdat dit zo belangrijk is en omdat we spreken over een contract voor 9 jaar moeten we het wel zorgvuldig doen en dat vraagt meer tijd. Mijn fractie kan niet anders dan tot de conclusie komen dat vanavond een stevige pas op de plaats nodig is, een time-out.
De wethouder heeft wat gas teruggenomen door een half jaar langer te nemen voor de aanbestediing maar de trein rijdt nog steeds te snel door. Vandaag hebben we nog een heel pakket nieuwe info gehad naar aanleiding van de motie van de ChristenUnie. Veel zorgen zijn nog niet weggenomen. Die zorgen horen we vanavond ook van de insprekers en ik heb ook van veel deskundigen in de stad vergelijkbare signalen ontvangen en ook andere gemeenteraden maken zich zorgen maar tijd voor afstemming is er nog niet geweest. De ChristenUnie wil zorgen dat de trein niet ontspoort of op een muur afrijdt.
Er staan voor ons op dit moment nog zeker 7 seinen op rood.
- Het eerste rode sein zijn de vele vragen van zorgaanbieders, ook vanavond weer. Hoe kan een jeugdhulpaanbieder een samenwerkingsverband vormen als deze nog niet weet wat precies wordt verwacht zowel tijdens de dialoogfase als zorginhoudelijk. Wat willen de gemeenten bijvoorbeeld met de wachtlijsten? Er is nog nauwelijks gesproken met de aanbieders er is alleen een informatiebijeenkomst geweest.
- Het tweede rode sein is dat nu pas wordt gewerkt aan een regionale visie, die komt in september en zal dan in oktober worden gebruikt voor de dialoogfase. Maar zou die visie niet ook van belang moeten zijn voor de preselectie? Waarom hebben we de regiovisie niet vorig jaar al gekregen? Wij willen voldoende tijd voor die visie en zien liever dat de pre selectiefase pas daarna start om te voorkomen dat we straks voor de dialoogfase moeten concluderen dat we opnieuw moeten beginnen.
- Het derde rode sein is dat heel veel wordt doorgeschoven naar de dialoogfase. De invulling van de keuzevrijheid, de betere klachtafhandeling, de integrale samenwerking met het onderwijs, de bekostiging, de monitoring, de ketenverantwoordelijkheid, de lagere administratieve lasten, de regionale governance. Dat komt allemaal in de dialoogfase. Die wordt daarmee topzwaar. En dan doen we die dialoogfase ook nog eens met meerdere gemeenten. Waarom niet eerst nagedacht samen met het onderwijs? Hoe ziet de gemeente zijn eigen positie in bijvoorbeeld de klachtafhandeling als de strategische partner niet thuisgeeft? Kunnen wij als Raad straks nog wat zeggen over het programma van eisen voordat we de inschrijvingsfase ingaan?
- Het vierde rode sein is de positie van vrijgevestigden. Zij moeten of onderaannemer worden of moeten zich gezamenlijk inschrijven voor het integrale perceel. Het onderaannemerschap maakt ze afhankelijk. Gezamenlijk inschrijven mag alleen voor het integrale perceel. Dat is niet reeel, je krijgt dan geforceerde samenwerking die weinig toevoegt bij een enkelvoudig probleem, het gros van de jeugdhulpvraag. En hoe integraal is integraal? In gezin kunnen ook andere problemen zijn dan jeugdhulp. Dat is minstens zo belangrijk! Je kunt misschien beter horizontaal organiseren in plaats van verticaal. Het lijkt er op dat we een structuur optuigen voor de 20% zwaarste zorg die niet passend is voor de 80% lichtere zorg. Onze vraag aan de wethouder: Waarom niet een apart perceel voor de vrijgevestigden, bijvoorbeeld in cooperatieverband? En kunnen we niet beter voor die 80% een ander inkoopmodel hebben dan voor die 20%?
- Het vijfde rode sein is de verhouding tussen hoofd- en onderaannemer. Aan de ene kant willen we samenwerking, aan de andere kant gaat de ene partij straks de ander controleren. Dat gaat vrezen wij niet werken. Bovendien zijn hoofdaannemers niet verplicht een samenwerking aan te gaan, zij zoeken zelf hun partners. Hierdoor kunnen partijen worden uitgesloten. Wij willen in ieder geval voor de vrijgevestigden een open stelsel. Kan de wethouder die garantie geven?
- Het zesde rode sein is dat de gemeente nu dezelfde fout dreigt te maken als het Rijk. Het Rijk ging decentraliseren met een bezuiniging in 2015 en nu wil de gemeente die zorg weer over de schutting gooien richting 2 strategische partners. Wij missen een analyse hoe we gaan voorkomen dat we dezelfde fouten maken als het Rijk. Gaat uitbesteden echt leiden tot minder administratieve lasten?
- Het zevende rode sein is dat de wethouder verwijst naar de succesvolle aanpak in Utrecht. Die gemeente heeft echter een jarenlang voortraject gehad en hoogspecialistische zorg zit er daar niet bij.
Dan is er ook nog een oranje sein is de positie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Zijn die wel voldoende meegenomen? En nog zo'n oranje sein zijn de zorgen van de inspreker over de taakgerichte bekostiging. Voorzitter en dan heb ik nog geen enkele opmerking gemaakt over de inhoud van de zorg. En daar zal deze commissie vast nog veel ideeen en wensen voor hebben. Maar wij hebben geen plek in de dialoogfase…
De ChristenUnie heeft daarom 7 randvoorwaarden die de wethouder eerst moet invullen voordat we verder kunnen met een preselectie en dialoogfase:
-
- Ga met alle marktpartijen en met de gemeenteraad nadenken over wat een strategisch partnerschap zou kunnen zijn en doe nog een verdiepingsslag over de vraag wat voor jeugdzorg wij willen. Sinds vorige aanbesteding zijn er bij mijn weten geen vaste overlegstructuren met aanbieders, dat moet eerst ingehaald worden in een pre-dialoog.
- Maak duidelijk of we uberhaupt moeten aanbesteden. Volgens de ChristenUnie zijn we dat niet verplicht. Dat geeft ons tijd om meer stapsgewijs toe te werken naar een strategisch partnerschap.
- Maak een goed plan voor de inrichting van de Governance. Moeten we niet bijvoorbeeld samen met buurgemeenten een gemeenschappelijke regeling optuigen of een gemeenschappelijk coördinatie bureau? Dat kan mogelijk veel kosten besparen.
- Doe een marktanalyse. Als wij maar 2% van omzet van aanbieder X zijn dan is de kans op verandering marginaal. Ook kunnen aanbieders belang hebben dat clienten uiteindelijk via een ander kanaal bij hun komen bijvoorbeeld via de WLZ.
- Breng in beeld waar de grootste administratieve lasten zitten.
- Maak een risicoanalyse. Het gaat regionaal om tientallen miljoenen euro’s per jaar. Houden we voldoende grip en ontstaat straks niet een partij die too big to fail is?
- Wacht de nieuwe landelijke kaders af. Breng in beeld wat daar de consequenties van zijn.
Schrijf een reactie via Facebook