Dualisme minder gunstig voor kleine partijen?
vrijdag 22 februari 2002 16:04
Op weg naar een dualistisch gemeentelijk bestuurssysteem in Haarlem. De toekomst zal ons leren of daarmee het gemeentelijk apparaat ook democratischer zal functioneren. De ChristenUnie denkt dat het huidige voorstel niet gunstig uitpakt voor kleine partijen.
Als gevolg van de wijziging door de Rijksoverheid van de gemeentewet en de wet gemeenschappelijke regelingen, heeft ook de gemeente Haarlem te maken met veranderingen in opzet en bevoegdheden van het college van B&W en de gemeenteraad. Een en ander is neergelegd in een zogeheten VNG-model. (VNG staat voor: Vereniging Nederlandse Gemeenten) De toekomst zal ons leren of daarmee het gemeentelijk apparaat ook democratischer zal functioneren.
De meeste veranderingen zullen hun beslag krijgen met ingang van 14 maart 2002, wanneer de nieuwgekozen gemeenteraad zal aantreden.
Vooruitlopend hierop was het de laatste maanden al gebruikelijk dat de raadscommissies niet meer werden voorgezeten door de portefeuillehouder (lees: wethouder) maar door een 'gewoon' raadslid. Groot voordeel daarvan was dat de betrokken wethouder alle tijd had om tijdens de vergadering zijn aandacht te richten op vragen en opmerkingen die vanuit de commissie naar voren kwamen, zonder daarbij gehinderd te worden door de taak om tevens het verloop van de vergadering in goede banen te leiden.
Een van de opvallendste veranderingen is wel dat de wethouders in de toekomst geen deel meer uit zullen maken van de gemeenteraad. (art.13 wet gemeenschappelijke regelingen) Ze hebben daarin ook geen stemrecht meer. Bovendien hoeven hun namen ook niet noodzakelijkerwijs op de kieslijst van een politieke partij voor te komen. Met uitzondering van de burgemeester, zullen ze wel door de gemeenteraad worden benoemd.
Andere belangrijke veranderingen zijn:
- de instelling van een raadspresidium.
- de instelling van een raadsgriffie.
- aanpassing reglement van orde voor vergaderingen.
- regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden.
Raadspresidium
Uit de raadsstukken hebben wij begrepen dat reeds enige tijd geleden op relatief informele basis een zgn. 'Sleutelgroep Besturingsvisie' tot stand is gekomen. Deze 'Sleutelgroep' heeft een werkprogramma opgesteld waarin zaken zijn opgenomen die van belang zijn voor de invoering van het dualistische stelsel. Daarin wordt onder meer gesteld dat de gemeenteraad, na de verkiezingen, de beschikking moet hebben over een eigen agendacommissie. Dat wordt gemotiveerd met de gedachte dat de raad bepaald welke collegevoorstellen hij agendeert en wanneer; Het college (B&W) heeft zich daaraan aan te passen. In de praktijk werd de ontwerp-agenda tot nu toe door het college zelf vastgesteld.
In een bijlage wordt ondertussen gesteld dat de term 'Raadspresidium' meer ingeburgerd (?) is geraakt dan de aanduiding 'Agendacommissie' en dat verraad naar onze mening toch een bepaald ambitieniveau.
Wie hebben zitting in het Raadspresidium?
Artikel 125, derde lid, van grondwet schrijft dwingend voor dat de burgemeester voorzitter van de gemeenteraad blijft. In eerdergenoemde bijlage wordt gesteld dat hieruit volgt, (?) dat de burgemeester ook voorzitter van het Raadspresidium dient te zijn.
Die conclusie delen wij niet, maar ligt wel min of meer voor de hand wanneer men de term 'Agendacommissie' vervangt door 'Raadspresidium' en wanneer men bovendien denkt aan aan ruimere taakomschrijving dan uitsluitend het opstellen van de ontwerp-agenda voor de raadsvergaderingen.
Verder wordt voorzien in een 'plaatsvervangend raadsvoorzitter', die de burgemeester bij diens afwezigheid vervangt. De huidige praktijk is dat een van de wethouders die taak vervuld. In de toekomst zal dat dus een 'gewoon' raadslid zijn. Voor ons gevoel hoort dit punt eigenlijk niet thuis onder onder het hoofdstuk 'Raadspresidium'. Maar dat even terzijde.
Ook hier wordt gesteld dat het voor de hand ligt dat de plaatsvervangend raadsvoorzitter q.q. (qualitate qua) lid is van het Raadsprsidium. Niet duidelijk is of de plaatsvervangend Raadsvoorzitter dezelfde persoon is als de plaatsvervangend voorzitter van het Raadspresidium.
Tenslotte is voorgesteld om nog drie leden uit de gemeenteraad in het Raadspresidium op te nemen, waarvan twee uit de collegepartijen en een uit een oppositiepartij.
Het zal onmiddelijk duidelijk zijn dat bij een dergelijke samenstelling van het Raadspresidium, de kleinere fracties nauwelijks de kans zullen krijgen om een rol van betekenis te spelen. Wel zal bij een dergelijke klein Raadspresidium, het zgn. 'Seniorenconvent' waarschijnlijk blijven bestaan. Dit 'Seniorenconvent' wordt nu gevormd door de fractievoorzitters van alle partijen in de raad, en komt uitsluitend ad hoc bijeen, met name om benoemingen voor te bereiden.
Wanneer we bedenken dat de meest gebruikelijke variant (conform het VNG-model) de mogelijkheid aangeeft dat alle fractievoorzitters lid van het Raadspresidium zijn, dan heeft Haarlem naar een belangrijke kans laten liggen om aan de invoering van het dualistische stelsel een belangrijke democratische impuls te geven. Men kan namelijk moeilijk volhouden dat de voorgestelde samenstelling van het Raads-presidium een getrouwe afspiegeling van de gemeenteraad is!
Raadsgriffie
De gewijzigde gemeentewet schrijft ook de opzet en instelling van een Raadsgriffie voor. Aan het hoofd hiervan staat een griffier die de gemeenteraad, de fracties en Rekenkamercommissie, ambtelijk ondersteunt. Hij zal daarin worden bijgestaan door een aantal medewerkers. Een daarvan zal de reeds aangestelde secretaris van de Rekenkamercommissie zijn. Eerdergenoemde ondersteuning wordt tot nu geboden door de Gemeentesecretaris.
Na de benoeming van een griffier zal de Gemeentesecretaris zijn werkzaamheden beperken tot het college van B&W en de ambtelijke organisatie van de gemeente.
De meeste veranderingen zullen hun beslag krijgen met ingang van 14 maart 2002, wanneer de nieuwgekozen gemeenteraad zal aantreden.
Vooruitlopend hierop was het de laatste maanden al gebruikelijk dat de raadscommissies niet meer werden voorgezeten door de portefeuillehouder (lees: wethouder) maar door een 'gewoon' raadslid. Groot voordeel daarvan was dat de betrokken wethouder alle tijd had om tijdens de vergadering zijn aandacht te richten op vragen en opmerkingen die vanuit de commissie naar voren kwamen, zonder daarbij gehinderd te worden door de taak om tevens het verloop van de vergadering in goede banen te leiden.
Een van de opvallendste veranderingen is wel dat de wethouders in de toekomst geen deel meer uit zullen maken van de gemeenteraad. (art.13 wet gemeenschappelijke regelingen) Ze hebben daarin ook geen stemrecht meer. Bovendien hoeven hun namen ook niet noodzakelijkerwijs op de kieslijst van een politieke partij voor te komen. Met uitzondering van de burgemeester, zullen ze wel door de gemeenteraad worden benoemd.
Andere belangrijke veranderingen zijn:
- de instelling van een raadspresidium.
- de instelling van een raadsgriffie.
- aanpassing reglement van orde voor vergaderingen.
- regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden.
Raadspresidium
Uit de raadsstukken hebben wij begrepen dat reeds enige tijd geleden op relatief informele basis een zgn. 'Sleutelgroep Besturingsvisie' tot stand is gekomen. Deze 'Sleutelgroep' heeft een werkprogramma opgesteld waarin zaken zijn opgenomen die van belang zijn voor de invoering van het dualistische stelsel. Daarin wordt onder meer gesteld dat de gemeenteraad, na de verkiezingen, de beschikking moet hebben over een eigen agendacommissie. Dat wordt gemotiveerd met de gedachte dat de raad bepaald welke collegevoorstellen hij agendeert en wanneer; Het college (B&W) heeft zich daaraan aan te passen. In de praktijk werd de ontwerp-agenda tot nu toe door het college zelf vastgesteld.
In een bijlage wordt ondertussen gesteld dat de term 'Raadspresidium' meer ingeburgerd (?) is geraakt dan de aanduiding 'Agendacommissie' en dat verraad naar onze mening toch een bepaald ambitieniveau.
Wie hebben zitting in het Raadspresidium?
Artikel 125, derde lid, van grondwet schrijft dwingend voor dat de burgemeester voorzitter van de gemeenteraad blijft. In eerdergenoemde bijlage wordt gesteld dat hieruit volgt, (?) dat de burgemeester ook voorzitter van het Raadspresidium dient te zijn.
Die conclusie delen wij niet, maar ligt wel min of meer voor de hand wanneer men de term 'Agendacommissie' vervangt door 'Raadspresidium' en wanneer men bovendien denkt aan aan ruimere taakomschrijving dan uitsluitend het opstellen van de ontwerp-agenda voor de raadsvergaderingen.
Verder wordt voorzien in een 'plaatsvervangend raadsvoorzitter', die de burgemeester bij diens afwezigheid vervangt. De huidige praktijk is dat een van de wethouders die taak vervuld. In de toekomst zal dat dus een 'gewoon' raadslid zijn. Voor ons gevoel hoort dit punt eigenlijk niet thuis onder onder het hoofdstuk 'Raadspresidium'. Maar dat even terzijde.
Ook hier wordt gesteld dat het voor de hand ligt dat de plaatsvervangend raadsvoorzitter q.q. (qualitate qua) lid is van het Raadsprsidium. Niet duidelijk is of de plaatsvervangend Raadsvoorzitter dezelfde persoon is als de plaatsvervangend voorzitter van het Raadspresidium.
Tenslotte is voorgesteld om nog drie leden uit de gemeenteraad in het Raadspresidium op te nemen, waarvan twee uit de collegepartijen en een uit een oppositiepartij.
Het zal onmiddelijk duidelijk zijn dat bij een dergelijke samenstelling van het Raadspresidium, de kleinere fracties nauwelijks de kans zullen krijgen om een rol van betekenis te spelen. Wel zal bij een dergelijke klein Raadspresidium, het zgn. 'Seniorenconvent' waarschijnlijk blijven bestaan. Dit 'Seniorenconvent' wordt nu gevormd door de fractievoorzitters van alle partijen in de raad, en komt uitsluitend ad hoc bijeen, met name om benoemingen voor te bereiden.
Wanneer we bedenken dat de meest gebruikelijke variant (conform het VNG-model) de mogelijkheid aangeeft dat alle fractievoorzitters lid van het Raadspresidium zijn, dan heeft Haarlem naar een belangrijke kans laten liggen om aan de invoering van het dualistische stelsel een belangrijke democratische impuls te geven. Men kan namelijk moeilijk volhouden dat de voorgestelde samenstelling van het Raads-presidium een getrouwe afspiegeling van de gemeenteraad is!
Raadsgriffie
De gewijzigde gemeentewet schrijft ook de opzet en instelling van een Raadsgriffie voor. Aan het hoofd hiervan staat een griffier die de gemeenteraad, de fracties en Rekenkamercommissie, ambtelijk ondersteunt. Hij zal daarin worden bijgestaan door een aantal medewerkers. Een daarvan zal de reeds aangestelde secretaris van de Rekenkamercommissie zijn. Eerdergenoemde ondersteuning wordt tot nu geboden door de Gemeentesecretaris.
Na de benoeming van een griffier zal de Gemeentesecretaris zijn werkzaamheden beperken tot het college van B&W en de ambtelijke organisatie van de gemeente.