Motie Provinciale Ledenvergaderingen | Motie Fusie 2 | Motie Kandidatenlijst Eerste Kamer | Motie Evaluatie Kandidaatstelling


Op 22 juni is er een extra UnieCongres georganiseerd om de teleurstellende uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 15 mei j.l. te evalueren. Zo´n 700 leden (afgevaardigden van kiesverenigingen en individuele leden) waren in Barneveld aanwezig om zich uit te spreken over het evaluatierapport "Bouwen aan de Basis". Namens ChristenUnie Haarlem heeft afgevaardigde Frank Visser een viertal moties tijdens dit congres ingediend. Hiervan zijn er twee overgenomen door het congres.

In het rapport "Bouwen aan de Basis" wordt de verkiezingsuitslag geannalyseerd (Waar hebben we verloren? Waar hebben we gewonnen? Hoe zit het met de verschillen met de peilingen?), wordt de campagne geevalueerd (Wat ging goed? Wat ging fout?) en wordt er stilgestaan bij kritische opmerkingen over de kandidatenlijst, de lijsttrekker en de politieke koers. Tevens is een hoofdstuk gewijd aan de interne partijorganisatie gezien de brede roep om partijvernieuwing.

Het rapport komt met 8 aanbevelingen. Deze aanbevelingen zullen verder moeten worden uitgewerkt. De vraag was aan het congres deze aanbevelingen al dan niet gewijzigd over te nemen en eventueel door moties verder aan te vullen cq concretiseren.

In totaal zijn er tijdens het congres 27 moties ingediend. Gezien het bijzondere karakter van het congres (binnen 4 weken bijeen geroepen) konden moties nog ter plekke worden ingediend. Dit betekende wel dat alle afgevaardigden de moties niet van te voren konden bestuderen. Uiteindelijk zijn er 12 moties aangenomen. Een aantal andere moties kreeg ook heel veel stemmen maar net geen meerderheid. Sommige afgevaardigden stemden echter bij deze moties vermoedelijk tegen omdat ze in een korte tijd de consequenties van dergelijke moties niet konden overzien. Het ging hierbij met name over een motie tot het instellen van provinciale ledenvergaderingen van onze kiesvereniging en een motie over inspraak van leden van PerspectieF, ChristenUnie-jongeren die mede door ons was ondertekend. Deze onderwerpen komen ongetwijfeld een volgende keer weer op de agenda mede gezien de roep onder leden om meer mogelijkheden tot inspraak en behoefte aan betrokkenheid bij de landelijke organisatie van de ChristenUnie.

De teksten van de moties vind u hieronder.

Motie Provinciale ledenvergaderingen

Deze motie is helaas niet overgenomen. Het uniebestuur heeft wel erkend dat dit besluit al eerder is genomen maar nog niet uitgevoerd. Het is dus vreemd dat het congres hier tegen heeft gestemd (overigens slechts nipt). Dit heeft vermoedelijk te maken met de deadline in de uitroep van de motie. Dit heeft wellicht mensen afgeschrikt. Wij hadden deze datum er ingezet omdat we het graag voor de provinciale statenverkiezingen gerealiseerd zouden zien. Ons is wel toegezegd dat de kwestie aan bod zal komen op een komende vergadering van het UnieConvent (een adviesorgaan van het landelijk bestuur met vertegenwoordigers van de provinciale afdelingen van de ChristenUnie).

Het Uniecongres van de ChristenUnie, bijeen te Barneveld op 22 juni 2002,

Constaterende dat:
· In oktober 1999 het zogenaamde oranje-blauwe boekje is verschenen met daarin alle voorstellen t.a.v. de vorming van de ChristenUnie zoals partijstructuur, uniefundering, unieverklaring en kernprogramma;
· Dit vergaderstuk op pagina 9 spreekt over het instellen van provinciale ledenvergaderingen waarvoor de modelreglementen aangepast zouden moeten worden;
· Dit voorstel op 22 januari 2000 is overgenomen door de Federatieraad van de RPF en de Algemene Vergadering van het GPV;
· Er van de kant van het uniebestuur nooit bericht is geweest dat er geen provinciale ledenraden zouden komen;
· De modelreglementen echter nog steeds geen mogelijkheid bieden voor een provinciale ledenvergadering, laat staan deze verplicht te stellen;
· Individuele leden dus formeel gezien nog geen recht hebben op medebesluitvorming t.a.v. kandidatenlijsten en verkiezingsprogramma´s.
· Er in het nieuwe draaiboek voor de statenverkiezingen wel vanuit wordt gegaan dat er provinciale ledenvergaderingen zijn;

Overwegende dat:
· Het voorstel tot het instellen van provinciale ledenvergaderingen nu ruim 2 jaar geleden aan de orde is geweest;
· Leden er dus op zouden moeten kunnen rekenen dat er inmiddels provinciale ledenraden zijn ingesteld;
· Het goed is de leden van de partij te betrekken bij de besluitvorming over kandidatenlijsten en verkiezingsprogramma´s;
· Een provinciale ledenvergadering het provinciale niveau dichter bij de leden kan brengen;
· De instelling van ledenvergaderingen niet langer uitgesteld kan worden met de verkiezingen voor de Provinciale Staten in aantocht;

Roept het uniebestuur dringend op:
· Voor 1 september 2002 te zorgen voor nieuwe modelreglementen die voorzien in provinciale ledenvergaderingen waarin alle leden van de ChristenUnie (RPF-, GPV- en directe ChristenUnie leden) in de betreffende provincie rechtstreeks mee kunnen besluiten over de belangrijkste beslissingen op het provinciale niveau (m.n. samenwerking, lijstsamenstellingen en verkiezingsprogramma´s) inclusief het recht op amendement zodat voorafgaande aan de komende verkiezingen in alle provincies waar de ChristenUnie mee zal doen ledenvergaderingen zullen worden gehouden;

En gaat over tot de orde van de dag

Motie Fusie 2

Deze motie is met een overgrote meerderheid overgenomen door het uniecongres. De motie sluit aan op "Motie Fusie 1" welke is ingediend door PerspectieF, ChristenUnie-jongeren en mede ondertekend door kiesvereniging Haarlem. Het leek ons namelijk verstandiger om beide moties door verschillende personen te laten indienen. "Motie Fusie 1" roept het uniebestuur op in het najaar met een compleet uitgewerkt fusievoorstel te komen. "Motie Fusie 2" gaat nog een stapje verder en roept het bestuur op in afwachting daarvan nu al reeds lokale fusies toe te staan. "Motie Fusie 1" is overigens ook overgenomen door het uniecongres.

Het uniecongres van de ChristenUnie in vergadering bijeen te Barneveld op 22 juni 2002,

Constaterende dat:
· Het uniecongres van 24 maart 2001 vrijwel unaniem heeft uitgesproken dat “een fusie niet langer uitgesteld mag worden dan strikt noodzakelijk”;
· Reeds verschillende kiesverenigingen hebben aangegeven te willen fuseren, maar hier tot nu toe geen toestemming voor gekregen;

Overwegende dat:
· Het voortbestaan van RPF en GPV als aparte partijen, al is het dan op papier, niet langer te verantwoorden is naar de leden van kiesverenigingen die soms al in meerderheid lid zijn van de ChristenUnie en niet meer van RPF of GPV;
· Er binnenkort een voorstel tot een landelijke fusie van RPF en GPV aan de orde zal zijn;

Spreekt uit dat:
· Vooruitlopend op de landelijke fusie kiesverenigingen die nu al willen fuseren de vrijheid moeten krijgen om dit alvast te doen.

Roept het uniebestuur op:
· Lokale fusies mogelijk te maken en verzoeken van lokale kiesverenigingen voor toestemming tot fusie vanaf nu te honoreren;

En gaat over tot de orde van de dag.

Motie Kandidatenlijst Eerste Kamer

Deze motie heeft het net niet gehaald. Ook voor deze motie geldt dat mensen wellicht zijn afgeschrikt door de genoemde datum. Gezien het grote aantal voorstemmers is het de moeite waard dit punt bij wijziging van de statuten en reglementen in het kader van de aanstaande fusie opnieuw aan te kaarten, waarbij kiesverenigingen langer de tijd hebben dit voorstel te bestuderen.

Het uniecongres van de ChristenUnie in vergadering bijeen te Barneveld op 22 juni 2002,

Constaterende dat:
· Het rapport “Bouwen aan de basis” aangeeft dat de bevoegdheden van het uniecongres ten opzichte van het Uniebestuur beperkt zijn en dat er behoefte is aan interne democratisering; (1)
· Het rapport “Bouwen aan de basis” aangeeft dat in het kader van het fusieproces de partij moet worden gereorganiseerd om het interne politieke proces te bevorderen en de besluitvorming helder en doorzichtig te maken; (2)
· Artikel 9 van de statuten stelt dat het UnieCongres is belast met het goedkeuren van de kandidatenlijsten van de ChristenUnie bij landelijke verkiezingen;
· Volgens het huidige Huishoudelijk Reglement (artikel 6.2 en 6.5) de leden van de Provinciale Staten gemotiveerd kandidaten kunnen voordragen voor de groslijst voor de Eerste Kamer en het Unieconvent de door het uniebestuur opgestelde kandidatenlijst goedkeurt;
· Het Huishoudelijk Reglement door het bestuur bij meerderheid kan worden gewijzigd (artikel 11);

Overwegende dat:
· Volgens de in artikel 6 van het HR vermelde procedure kiesverenigingen en het Uniecongres geen enkele invloed hebben op de totstandkoming van en de besluitvorming over deze lijst;
· De vaststelling van de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer reeds het komende jaar aan de orde zal zijn;

Roept het uniebestuur op:
· Voor 1 september 2002 te voorzien in een gewijzigde procedure voor het vaststellen van de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer die voorziet in goedkeuring door het Uniecongres waarbij tevens de lessen uit de evaluatie van de procedure van kandidatenlijst voor de Tweede Kamer worden meegenomen;

En gaat over tot de orde van de dag.


1) Op blz. 20 staat vanaf de 2de regel van onder: “Het UnieCongres heeft beperkte bevoegdheden ten opzichte van het Uniebestuur (wel op lijst en programma, niet op ledenbeleid en organisatie (die bevoegdheden liggen bij GPV en RPF)). Dat maakt dat Uniecongressen niet het hart vormen van de partij. De wezenlijke besluiten worden niet hier genomen, maar in het Uniebestuur.”

2) Op blz. 21 staat onder punt 2: “Het zou van belang zijn in het kader van een fusieproces de partij zodanig te reorganiseren dat het interne politieke proces wordt bevorderd.” en even verderop als 3de punt onder het kopje samenvattend: “Het bestuur zou zich moeten beperken tot het besturen op hoofdlijnen. Het is van belang zowel de helderheid van besluitvorming als de doorzichtigheid van de organisatie te vergroten”

Motie Evaluatie kandidaatstelling

Deze motie, in feite een correctie/aanvulling op aanbeveling 3.1 uit "Bouwen aan de Basis", is overgenomen door het uniecongres.

Het uniecongres van de ChristenUnie in vergadering bijeen te Barneveld op 22 juni 2002,

Constaterende dat:
· Het rapport "Bouwen aan de Basis" stelt dat de komende periode zal moeten worden gebruikt om na te denken over de kandidatenlijst bij de eerstvolgende verkiezingen (blz. 18, regel 5);
· Het rapport "Bouwen aan de Basis" aanbeveelt dat het bestuur de evaluatie van de kandidaatstelling zo spoedig mogelijk dient af te ronden en tijdig over te gaan tot instelling van een enkelvoudige commissie die de voorbereiding van de nieuwe kandidaatstelling voor de Tweede Kamer ter hand gaat nemen (blz. 19 aanbeveling 3.1);
· Volgens het rapport daarbij de criteria waaraan aspirant-kamerleden moeten voldoen tegen het licht gehouden moeten worden (blz. 19 aanbeveling 3.1) ;
· Het rapport "Bouwen aan de Basis" aanbeveelt dat bij de werving en selectie van kandidaten de kiesverenigingen en provinciale contactraden betrokken moeten worden (blz. 19 aanbeveling 3.1);

Overwegende dat:
· Niet het bestuur maar de leden bij monde van de afgevaardigden op het uniecongres uiteindelijk het laatste woord dienen te hebben over de genoemde evaluatie;
· Het goed is als het uniecongres zich uitspreekt over de genoemde criteria waaraan aspirant kamerleden moeten voldoen;
· Het betrekken van kiesverenigingen en provinciale contactraden bij werving en selectie vanzelfsprekend zou moeten zijn, en zelfs wat een reglementair vereiste is;
· Er meer mogelijkheden zijn t.a.v. actieve werving van kandidaten (zoals adverteren in HandSchrift);

Roept het uniebestuur op:
· Het evaluatierapport over de kandidaatstelling voor te leggen aan het volgende uniecongres;
· Naar aanleiding van het evaluatierapport voor het volgende congres te komen met voorstellen voor wijzigingen in de procedure van de kandidaatstelling en beleid t.a. v. de werving en selectie van en de communicatie met aspirant-kamerleden en diegenen die hen hebben voorgedragen;
· Een voorstel voor criteria voor aspirant-kamerleden voor te leggen aan het volgende uniecongres;

En gaat over tot de orde van de dag.