Moties, schriftelijke vragen en wijzigingsvoorstellen UnieCongres 9 november 2002
Op 9 november 2002 is er weer een UnieCongres van de ChristenUnie. Tijdens dit congres staan de vervroegde verkiezingen centraal die zullen worden gehouden op D.V. 22 januari 2003. Daarnaast zal er gesproken worden over de begroting, de contributie, de evaluatie van de verkiezingscampagne en het evaluatierapport kandidatenlijst. Over verschillende congresstukken heeft kiesvereniging Haarlem schriftelijke vragen en/of moties ingediend. Deze zijn besproken op de Algemene Ledenvergadering van 24 oktober j.l. Afgevaardigden van kiesverenigingen die onze moties willen ondersteunen roepen wij op een handtekening te zetten op de ondersteuningslijst bij de ingang van het congres. Dit kan tot aanvang van het congres om 10.00 uur. Wij hebben naast onze eigen handtekening minimaal 3 handtekeningen nodig om onze moties in behandeling te krijgen.
Op 9 november 2002 is er weer een UnieCongres van de ChristenUnie. Tijdens dit congres staan de vervroegde verkiezingen centraal die zullen worden gehouden op D.V. 22 januari 2003. Daarnaast zal er gesproken worden over de begroting, de contributie, de evaluatie van de verkiezingscampagne en het evaluatierapport kandidatenlijst. Over verschillende congresstukken heeft kiesvereniging Haarlem schriftelijke vragen en/of moties ingediend. Deze zijn besproken op de Algemene Ledenvergadering van 24 oktober j.l. Afgevaardigden van kiesverenigingen die onze moties willen ondersteunen roepen wij op een handtekening te zetten op de ondersteuningslijst bij de ingang van het congres. Dit kan tot aanvang van het congres om 10.00 uur. Wij hebben naast onze eigen handtekening minimaal 3 handtekeningen nodig om onze moties in behandeling te krijgen
De schriftelijke vragen en wijzigingsvoorstellen hebben betrekking op de notulen, de bestuursverkiezing, het contributievoorstel en het rapport "Evaluatie kandidaatstelling". In dit rapport wordt de totstandkoming van de kandidatenlijst van 15 mei 2002 geevalueerd. Het rapport komt met 14 aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn voorgelegd aan het UnieCongres. Een aantal aanbevelingen waren voor kiesvereniging Haarlem aanleiding voor het indienen van een motie.
Vragen en wijzigingsvoorstellen n.a.v. agendapunt 3 UnieCongres (vaststellen verslag extra UnieCongres)
Vraag: Wij zouden graag willen weten wat de voortgang is van de instelling van provinciale ledenvergaderingen en de daarvoor noodzakelijke aanpassing van de modelreglementen. Motie 4.1b heeft het weliswaar net niet gehaald op het extra UnieCongres, maar het bestuur heeft erkend dat een eerder genomen besluit niet is uitgevoerd. Tevens is ons toen, voor zover wij kunnen herinneren, mondeling toegezegd dat het punt aan de orde zou komen in het UnieConvent. Is dit reeds gebeurd?Vraag: Is de werkgroep allochtonen, minderheden, multiculturele samenleving (motie 2.1a) al ingesteld?
Wijzigingsvoorstel: Punt 6 (vragen stellen) is erg kort weergegeven in de notulen. Het rubriceren en globaal weergeven van vragen doet geen recht aan alle vragen die zijn gesteld. Het is niet verkeerd als vragen worden samengevat, maar dan moet toch op zijn minst vermeld worden wie de vragenstellers waren en de kern van de vragen. Door de vragen op één hoop te gooien zijn nu vragen weggelaten. De notulen zijn achteraf op dit punt moeilijk meer aan te passen. Wij stellen voor bij volgende notulen uit te gaan van een meer puntsgewijs en - indien het wezenlijke opmerkingen zijn - woordelijk verslag, zoals in het verleden gebruikelijk was.
Wijzigingsvoorstel: Hetgeen in de notulen weergegeven is over de discussiegroepen is erg selectief. Wij stellen voor de tekst onder "discussiegroepen" vanaf de tweede alinea tot en met de één na laatste zin niet te beschouwen als onderdeel van de notulen.
Wijzigingsvoorstel: Bij punt 7 (stemming moties) is in de formulering bij motie 4.1a niet af te leiden waar de motie concreet over ging. Wij stellen voor dat de formulering bij motie 4.1a in de notulen zodanig wordt aangepast dat deze in overeenstemming is met de inhoud van de motie. Daarnaast stellen wij voor om in het vervolg de uitspraken en oproepen van moties letterlijk op te nemen in de notulen, ook als ze niet zijn aangenomen. In het geval moties geen deel uitmaakten van de verstuurde vergaderstukken dient de volledige tekst hiervan als bijlage bij de notulen te worden gehecht.
Wijzigingsvoorstel: De motie over lokale fusies (4.2c) bevatte naast een oproep aan het bestuur ook een uitspraak van het congres welke niet in de notulen is opgenomen. In de bijlage bij de notulen wordt daarom onder moties bij aanbeveling 4.2 toegevoegd "Het congres spreekt uit dat vooruitlopend op de landelijke fusie kiesverenigingen die nu al willen fuseren de vrijheid moeten krijgen om dit alvast te doen."
Schriftelijke vragen n.a.v. agendapunt 5.1 AV GPV en FR RPF (contributievoorstel)
Wij vinden het een goed idee om de contributies voortaan door het landelijk bureau te laten innen waarbij zij als servicebureau optreedt. In de nota staat echter ook dat de kiesverenigingen in laatste instantie verantwoordelijk blijven voor het binnenhalen van de "oninbare" bedragen. Wij proeven hier een spanningsveld.De kiesvereniging staat het dichtst bij de leden en kan zo inderdaad een rol spelen bij het benaderen van leden die na twee (!!!) aanmaningen van het landelijk bureau te hebben gekregen nog niet hebben betaald. Dit heeft echter zijn grenzen. Wij willen niet als incassobureau gaan optreden en uiteindelijk weer door het landelijk bureau gedwongen worden een afdracht te doen voor leden die na herhaaldelijke pogingen niet betalen. Het gaat om een gezamenlijk belang en verantwoordelijkheid.
Wij willen hierbij wijzen op het feit dat niet alleen het landelijk bureau in zo´n geval met oninbare contributies zit, maar ook de lokale vereniging haar deel misloopt. Het is dan onterecht dat de lokale vereniging ook voor het landelijke deel van de contributie moet opdraaien. Wij willen daarom duidelijke afspraken zien zodat de lokale verenigingen niet onevenredig worden getroffen door oninbare contributies.
Speciaal aandachtspunt zijn daarbij nieuwe leden. Het voorstel om te betalen per kwartaal voor het nog komende deel van het jaar kan wat dit betreft al heel wat problemen voorkomen. In aanvulling hierop zou voor nieuwe leden kunnen gelden dat ze pas echt als lid worden beschouwd als ze betaald hebben.
Wij zouden graag willen weten hoe u aankijkt tegen de inning van "oninbare" contributies in het licht van bovenstaande punten.
Schriftelijke vragen en verzoeken n.a.v. agendapunt 6 AV GPV (bestuursverkiezing)
In de uitnodigingsbrief wordt melding gemaakt van het feit dat het bestuur bezig is met het zoeken naar nieuwe kandidaten voor de vacature Schipper. Wij zouden hierover graag meer informatie hebben en hebben nav de procedure ook een aantal verzoeken. Aangezien de verkiezingsprocedure van bestuursleden in feite van belang is voor de hele ChristenUnie zouden wij het graag in gezamenlijke vergadering behandeld zien. Wij hebben hierbij bewust niet voor het middel motie gekozen omdat wij verwachten dat u n.a.v. onderstaande opmerkingen zelf met uitgewerkte voorstellen zult komen. Wij zouden graag een aantal toezeggingen in deze richting zien. Wij zouden u daarom willen verzoeken hierop in te gaan tijdens het UnieCongres en in de nog na te zenden vergaderstukken.Vragen:
1. Waarom is er een streven om de vacature Schipper bij het GPV wel te vervullen en een vrijvallende bestuursfunctie bij de RPF niet te vervullen?
2. Welke inspanningen heeft het bestuur verricht om tijdig te komen tot een voordracht voor een nieuw bestuurslid?
3. Waarom wordt er in de uitnodigingsbrief geen melding gemaakt van de mogelijkheid voor mensen om zich te kandideren, cq voor kiesverenigingen om kandidaten voor te dragen?
4. Is er een profiel beschikbaar voor de verschillende bestuursfuncties? Zo nee, kan deze op korte termijn worden ontwikkeld?
Voor de verkiezing van bestuursleden zouden wat ons betreft de volgende uitgangspunten moeten gelden:
· Open sollicitatie procedure (werving door KV´s en via advertenties in partijmedia)
· Continuiteit door het werken met een duidelijk aftreedrooster
· Tijdige aankondiging van vacatures via de partijmedia (internet, HandSchrift, etc.)
· Democratische besluitvorming met een zo´n groot mogelijke rol voor het congres
· Streven naar meervoudige kandidaatstelling m.n. voor de functie van partijvoorzitter
Verzoeken:
1. Zou u als bestuur voortaan willen werken via een open sollicitatie procedure voor bestuurskandidaten zodat de suggestie van persoonlijke voorkeuren vermeden kan worden (zoeken in het old boys netwerk)?
2. Kunnen bestuursvacatures voortaan tijdig worden aangekondigd in HandSchrift?
3. Zou u in geval van agendering van het punt bestuursverkiezing in het vervolg het aftreden van bestuursleden meer inzichtelijk kunnen maken door ook het aftreedrooster mee te sturen?
4. Zou u, op basis van de bovengenoemde uitgangspunten, in het kader van de komende fusie ook de besluitvormingsprocedure voor de verkiezing van bestuursleden tegen het licht kunnen houden? Wij zouden u willen verzoeken hierover te rapporteren aan het volgende UnieCongres en indien nodig dan met voorstellen voor nieuwe procedures te komen.
Schriftelijke vragen en verzoeken n.a.v. het evaluatierapport kandidaatstelling
Wij zouden graag willen weten wat de status van het evaluatierapport kandidaatstelling is.
1. Neemt het bestuur het rapport integraal over - los van de aanbevelingen waar het congres een uitspraak over doet – of blijft het een rapport van de commissie waarvan wordt kennisgenomen? Wij zouden in ieder geval van het bestuur willen horen hoe zij haar eigen rol en de rol van het congres in de toekomst ziet. (blz. 11 evaluatierapport)
2. Wordt er op het UnieCongres alleen over de aanbevelingen gesproken of ook over het hele rapport?
Ad 1: Wij zijn ingenomen met het evaluatierapport kandidaatstelling. Het rapport laat ons inziens goed zien op welke punten de procedure moet worden verbeterd. T.a.v. enkele aanbevelingen hebben wij een andere mening. Dit zullen wij in moties verwoorden. Er is echter ook een klein aantal punten waarbij het rapport ons inziens niet klopt met de feiten of waar er belangrijke punten in het rapport ontbreken. Wij zouden het bestuur dan wel de evaluatiecommissie willen vragen in te gaan op deze punten.
· Op blz. 8 wordt gesteld dat "het rapport van de Commissie de Boer (GPV) summier is en beperkt onderbouwd. Er zijn geen gespreksverslagen en geen verslagen van commissievergaderingen. Er is met minder kandidaten gesproken." Met hoeveel kandidaten is er gesproken? (los van korte telefoongesprekken e.d.)
· Op blz. 9 wordt bovenaan aangegeven met welke kandidaten de Commissie Slump (ChristenUnie) heeft gesproken. Hieruit ontstaat de indruk dat gesproken is met de uiteindelijke top 7. Deze weergave klopt niet met de feiten. De Commissie Slump heeft volgens onze gegevens op het allerlaatste moment nog met minimaal 2 andere kandidaten gesproken. Minstens één van deze kandidaten heeft nooit een gesprek gehad met de commissie uit de eigen partij. Dit is ook te herleiden uit de resultaten van de enquete in de bijlage bij het rapport. Wij vragen ons ook af in hoeverre alle mensen uit de top 12 een gesprek met één van de commissies hebben gehad.
· Het geringe aantal gesprekken van de commissie Slump is op zich niet vreemd gezien het werk van de eerdere commissies, maar in hoeverre kan dan het doel om tot het best mogelijke team te komen nog worden gehaald? Wij missen dit element in het rapport. Voor de toekomst moet de vraag beantwoord worden met hoeveel kandidaten de selectiecommissie minimaal moet spreken.
· Op blz. 9 van het evaluatierapport wordt onder staartlijsten gesteld dat de wijze waarop een en ander is verlopen geen schoonheidsprijs verdient. Dit onderschrijven wij. Helaas is over het regionale deel van de lijst geen enkel feitenmateriaal opgenomen in de bijlage "overzicht correspondentie met kiesverenigingen". Naar ons idee zijn in deze procedure in sommige opzichten dezelfde fouten gemaakt als in de landelijke procedure. Dit is jammer want dit had gezien de ervaringen van de landelijke procedure voorkomen kunnen worden. Wij verzoeken bij het maken van nieuwe procedures t.a.v. kandidaatstelling en besluitvorming (aanbevelingen 7 en 8) het aspect van regionale kandidaten nadrukkelijk mee te nemen.
· Op blz. 10 van het evaluatierapport wordt gesteld dat een motie gedeeltelijk en met kleine meerderheid is aangenomen. Dit klopt niet met de feiten. De motie is GEHEEL aangenomen.
Ad 2: In motie 3.1a van het extra UnieCongres van 22 juni j.l. staat als overweging dat "Niet het bestuur maar de leden bij monde van de afgevaardigden op het uniecongres uiteindelijk het laatste woord dienen te hebben over de genoemde evaluatie". Wij zijn dan ook van mening dat er op het congres over het hele rapport gesproken moet kunnen worden. Dit brengt ons tot de volgende verzoeken:
· Wij zouden het bestuur willen verzoeken bij volgende congressen duidelijk in de agenda aan te geven wat de status van verschillende stukken is en waarover wordt besloten.
· In het kader van de behandeling van voorliggend rapport dient het ons inziens in ieder geval ruimte te zijn om moties n.a.v. het rapport met daarin voorstellen die aanvullend zijn op de 14 aanbevelingen te behandelen.
Motie geschillencommissie
Het UnieCongres van de ChristenUnie bijeen te Ede op 9 november 2002,Gelezen:
· Blz. 15 uit het rapport evaluatie kandidaatstelling;
Constaterende dat:
· De evaluatiecommissie kandidaatstelling de suggestie oppert dat een geschillencommissie zou kunnen bijdragen aan een betere bescherming van betrokkenen in kandidaatstellingsprocedures;
· De commissie stelt dat er verschillende mogelijkheden zijn om een dergelijke commissie vorm te geven;
Roept het uniebestuur op:
· Voor het voorjaarscongres met concrete voorstellen te komen t.a.v. een geschillencommissie;
En gaat over tot de orde van de dag.
Motie selectiecode
Het UnieCongres van de ChristenUnie bijeen te Ede op 9 november 2002,Gelezen:
· Aanbeveling 1 uit het rapport evaluatie kandidaatstelling;
Constaterende dat
· Er door de evaluatiecommissie kandidaatstelling een aanbeveling wordt gedaan over een selectiecode politieke kandidaten;
Overwegende dat:
· Selectieprocedures ook op provinciaal en lokaal niveau spelen;
· Een selectiecode ook voor provinciaal en lokaal niveau een meerwaarde zou kunnen zijn;
· Deze aanbeveling dus niet alleen voor landelijk, maar ook voor provinciaal en lokaal niveau belangrijk is;
Spreekt uit dat:
· De genoemde code moet worden opgesteld en bij voorkeur reeds op het komende voorjaarscongres moet worden voorgelegd aan het UnieCongres;
· De genoemde code van toepassing moet zijn op alle selectieprocedures voor politieke kandiaten binnen de ChristenUnie;
En gaat over tot de orde van de dag.
Motie rol lijsttrekker bij selectie
Het UnieCongres van de ChristenUnie bijeen te Ede op 9 november 2002,Gelezen:
· Aanbeveling 5 uit het rapport evaluatie kandidaatstelling;
Constaterende dat:
· Wordt voorgesteld de lijsttrekker de mogelijkheid te geven een rol te spelen in de selectie en beoordeling van kandidaten;
Overwegende dat:
· De selectiecommissie wordt aangesteld om de beste kandidaten te selecteren en een lijstvolgorde te adviseren die het sterkste team oplevert;
· De lijsttrekker uiteraard goed moet kunnen samenwerken met de andere kandidaten, maar dat de beoordeling hiervan in de eerste plaats bij de selectiecommissie hoort te liggen;
· De lijsttrekker weliswaar een bijzondere positie heeft, maar toch slechts één van de kandidaten is;
· Voorkomen moet worden dat de lijsttrekker een te zwaar stempel drukt op de samenstelling van de kandidatenlijst;
Spreekt uit dat:
· De lijsttrekker in de toekomst slechts een beperkte adviserende rol mag hebben bij de selectie en beoordeling van kandidaten en omwille van de onafhankelijkheid van de selectiecommissie ook geen zitting mag hebben in deze commissie;
En gaat over tot de orde van de dag.
Motie kiezen van lijsttrekker en/of politiek leider
Het UnieCongres van de ChristenUnie bijeen te Ede op 9 november 2002,Gelezen:
· Aanbeveling 5 en blz. 13 uit het rapport evaluatie kandidaatstelling;
Constaterende dat:
· De evaluatiecommissie kandidaatstelling op blz. 13 van het rapport voorstelt dat de lijsttrekker voortaan door het bestuur moet worden aangewezen;
· Deze aanbeveling niet zo expliciet is verwoord in aanbeveling 5;
· Juist de grote rol van het bestuur bij de vaststelling van de kandidatenlijst blijkens het evaluatierapport (zie o.a. blz. 11) onder vuur heeft gelegen;
Overwegende dat:
· Er naast de functie van lijsttrekker in deze discussie ook de functies politiek leider en fractievoorzitter moeten worden onderscheiden, al hoewel deze in de meeste gevallen zullen samenvallen;
· Het alleen aan de fractie is om te beslissen over het fractievoorzitterschap;
· Het in andere partijen gebruikelijk is dat er meerdere kandidaten zijn voor de functie van politiek leider respectievelijk lijsttrekker waaruit het congres een keuze maakt;
· De argumenten in het rapport tegen een dergelijke procedure vooral betrekking hebben op risico´s voor beschadiging van partij en kandidaat;
· Met deze negatieve motivatie goede democratische principes overboord worden gegooid;
· Het niet te verkopen is naar de achterban dat de politiek leider respectievelijk lijsttrekker, het gezicht van de partij, wordt aangewezen door het bestuur;
· Er eerder een ontwikkeling zou moeten zijn in de richting van inspraak van dan wel besluitvorming door individuele leden t.a.v. de functie van politiek leider respectievelijk lijsttrekker;
Spreekt uit dat:
· Vanaf heden in geval van voortijdig terugtreden van de lijsttrekker respectievelijk politiek leider het congres dient te stemmen over de aanwijzing van de opvolger;
· Het congres de besluitvormingsbevoegdheid moet houden over het aanwijzen van een lijsttrekker en niet het bestuur;
· Er t.a.v. het kiezen van een lijsttrekker respectievelijk politiek leider moet worden gestreefd naar een meervoudige kandidatuur;
Roept het bestuur op:
· Voor het voorjaarscongres te komen met voorstellen voor aanpassing van de reglementen volgens de bovenstaande uitspraken en de mogelijkheden van ledenraadpleging te onderzoeken;
En gaat over tot de orde van de dag.
Motie besluitvorming kandidatenlijst
Het UnieCongres van de ChristenUnie bijeen te Ede op 9 november 2002,Gelezen:
· Aanbevelingen 4, 7 en 8 uit het rapport evaluatie kandidaatstelling;
Constaterende dat:
· De commissie evaluatie kandidaatstelling voorstelt zo spoedig mogelijk nieuwe kandidaatstellingsprocedures op te stellen;
· In de aanloop naar het congres van 24 maart 2001 en tijdens de vergadering zelf door meerderen is geageerd tegen het feit dat het congres niet de bevoegdheid heeft om namen aan de lijst toe te voegen of af te voeren; (blz. 9 evaluatierapport)
· Het evaluatierapport behoudens de suggestie van een schriftelijke stemronde geen aanbevelingen doet over de democratisering van de besluitvorming m.b.t. kandidatenlijsten terwijl hier wel grote behoefte aan is;
Overwegende dat:
· Het motie instrument onvoldoende mogelijkheden biedt voor het wijzigen van de volgorde van de kandidatenlijst (1) en er genoeg praktische en democratische alternatieven zijn (2);
· De rol van het UnieCongres in de besluitvorming te beperkt is terwijl het binnen de ChristenUnie het hoogste besluitvormende orgaan is;
Spreekt uit dat:
· Het UnieCongres voldoende praktisch uitvoerbare mogelijkheden moet hebben om een voorgestelde lijst te wijzigen;
· Het UnieCongres kandidaten die op een groslijst staan moet kunnen toevoegen aan de definitieve kandidatenlijst ten koste van kandidaten uit de advieslijst;
· Het UnieCongres moet beschikken over een duidelijke, democratische en toegankelijke procedure t.a.v. het wijzigen van de volgorde van de kandidatenlijst;
Roept het uniebestuur op:
· Nieuwe procedures uit te werken voor de besluitvorming m.b.t. kandidatenlijsten;
· Deze voorstellen mee te nemen in de nieuwe reglementen die worden opgesteld in het kader van de komende fusie zodat op het voorjaarscongres deze procedures kunnen worden vastgesteld;
En gaat over tot de orde van de dag.
VOETNOTEN BIJ DEZE MOTIE:
1) Het motie instrument is geen praktisch instrument voor de besluitvorming over de volgorde van de kandidatenlijst. De open formulering van moties brengt het risico van verschillende interpretaties, vermenging van discussies en zelfs meerdere aangenomen maar elkaar deels tegensprekende moties. Punten van overweging zijn immers zeer divers. Het gaat bijvoorbeeld over 1) het waarom van het veranderen van de volgorde 2) ten koste van wie dat gaat 3) het aantal veranderingen dat in één motie wordt voorgesteld 4) de onmogelijkheid van het aanbrengen van meer of minder vergaande opties in één motie waardoor hiervoor meerdere moties noodzakelijk zijn. Mede hierdoor is de drempel om moties in te dienen hoog.
2) Alternatieven voor het motie instrument zullen verder moeten worden onderzocht. Hierbij kan worden gekeken naar de procedures binnen andere partijen. Er zou b.v. kunnen worden gestemd per plaats op de kandidatenlijst. Hierbij moet ook de rol van de kandidaat in verhouding tot de afgevaardigden goed worden gedefinieerd. Kan een kandidaat zich bijvoorbeeld zelf beschikbaar stellen voor een bepaalde plaats op de lijst of juist een bepaalde plaats uitsluiten, in aanvulling op de mogelijkheid voor afgevaardigden om dat doen? Een ander alternatief is het werken met een gewogen stemming zodat de voorkeur voor meerdere kandidaten in één of een beperkt aantal stemrondes kan worden uitgesproken. De mogelijkheid van electronisch stemmen per computer of stemkastje ten einde de procedure niet te lang te laten duren zou hierbij ook in overweging kunnen worden genomen. Tenslotte is er nog de mogelijkheid van een schriftelijke stemronde zoals genoemd in aanbeveling 4. Dit kan als aanvulling op de besluitvorming van het congres dienen of als (gedeeltelijke) vervanging.
Motie verantwoording selectiecommissie
Het UnieCongres van de ChristenUnie bijeen te Ede op 9 november 2002,Gelezen:
· Aanbevelingen 9 en 10, blz 15 en 16 uit het rapport evaluatie kandidaatstelling;
Constaterende dat:
· Het evaluatierapport kandidaatstelling op blz. 16 stelt dat de nieuwe selectiecommissie zich over haar functioneren verstaat met de Voorzitter van de ChristenUnie;
· In ditzelfde rapport op blz. 15 aanbevolen wordt een bestuurslid te belasten met de portefeuille verkiezingen;
Overwegende dat:
· Bij dergelijke gevoelige procedures het helder moet zijn wat de verantwoordelijkheid is van het bestuur en specifiek een portefeuillehouder en de voorzitter;
Spreekt uit dat:
· Bij het opstellen van de nieuwe procedures duidelijkheid moet komen over de verantwoordingsstructuur tussen selectiecommissie, een verantwoordelijk bestuurslid en het gehele bestuur;
En gaat over tot de orde van de dag.