Interview: Drugsgebruikersruimte is paard achter de wagen spannen
'De Heer heeft het leven niet bedoeld om verslaafd te zijn'
HAARLEM - Wie heeft meer baat bij een drugsgebruikersruimte, de verslaafde in kwestie of de omgeving? Teus Vreugdenhil, gemeenteraadslid voor de ChristenUnie/Staatkundig Gereformeerde Partij (CU/SGP) denkt het laatste. "En dat is het paard achter de wagen spannen," meent hij.
Dit interview is verschenen in het Haarlems Weekblad
'De Heer heeft het leven niet bedoeld om verslaafd te zijn'
HAARLEM - Wie heeft meer baat bij een drugsgebruikersruimte, de verslaafde in kwestie of de omgeving? Teus Vreugdenhil, gemeenteraadslid voor de ChristenUnie/Staatkundig Gereformeerde Partij (CU/SGP) denkt het laatste. "En dat is het paard achter de wagen spannen," meent hij.
Vreugdenhil is niet per definitie tegen de gebruikersruimte. "Maar de gemeente handelt op de overlast, niet op de persoonlijke problemen van de verslaafden." Vreugdenhil bepaalt momenteel zijn stadnpunt hoe hij dadelijk in de gemeenteraad over deze kwestie gaat stemmen. "Het is beter als de gemeente een afkickprogramma aan de ruimte koppelt."
De nestor in de gemeenteraad, meester in de rechten en werkzaam bij het Leger des Heils, erkent dat er vele haken en ogen aan dit vraagstuk kleven. "Het is zowel een morele kwestie als een ethische en sociale, " verklaart hij. "Ik vind dat de overheid moet voorkomen dat mensen ten eerste verslaafd raken en ten tweede dat mensen van hun verslaving afgeholpen worden, " zegt hij. "Het is niet goed alleen voor de verslaving te leven. Zo heeft de Heer het niet bedoeld."
Vreugdenhil erkent dat het probleem lastig te tackelen is. Wanneer moet je ingrijpen? Als iemand zijn eerste snuif neemt? Dan meng je je in iemands vrijheidsrecht; op een totalitair systeem zit niemand te wachten, dat vindt Vreugdenhil ook. "Een drugsgebruiker is niet meteen een drugsverslaafde, maar het is spelen met vuur. Daarom zeg ik leg het accent op preventie. Zorg ervoor dat mensen voldoende uitlaatkleppen en plezier in het leven hebben om niet naar drugs te grijpen." Het christelijke raadslid is in dat licht tegen coffeeshops. "Want daar worden de eerste schreden gezet," meent hij. "Voor veel drugsverslaafden is dit het eerste opstappunt."
De drugsgebruikersruimte die de gemeente binnenkort ergens in Haarlem wil openen, vindt hij een bevestiging van de verslaving. "De gemeente wil dus de overlast van de straat halen. Ze doet er beter aan de aanwas van drugsverslaafden tegen te gaan. Voor 1980 kende Haarlem het verslavingsprobleem niet. Nu zwerven er naar schatting 100 tot 150 daklozen met een alcohol- en drugsverslaving. Dat aantal zal de komende jaren toenemen als de overheid niet ingrijpt. Kijk maar naar Amerika, terwijl de welvaart toeneemt, groeit het aantal verslavingsproblemen uit de klauwen."
Meer geld voor zowel preventie als rehabilitatie is volgens Vreugdenhil de enige oplossing. "De overheid kan daar beter nu budget voor vrijmaken dan als de problemen niet meer te overzien zijn, dan is het een gebed zonder eind. Wanneer grijpt ze echt in? Bij duizend verslaafden, tienzuizend? Ga je daar ook allemaal gebruikersruimten voor scheppen? Dan heb je een nieuw instituut gecreërd en het probleem nog niet opgelost."
Het raadslid wordt door andere raadsleden gesteund in zijn standpunt dat verslaafden ziek zijn. "Zieken hoor je te genezen. Je laat andere zieken toch ook niet aan hun lot over? Van de wieg tot de dood zorgt de overheid voor het lichamelijk welzijn van haar burgers met inentingen, ziekenhuizen en tandartsen. Maar wat als je verslaafd raakt door geestelijke problemen?"
Onderzoek bewijst keer op keer dat verslaafden al voor hun drugsgebruik met psychische- en sociale problematiek kampten. "Daar ligt dus de oplossing," aldus Vreugdenhil. "Met alleen een gebruikersruimte, fiets je daar omheen. Dat is onbarmhartig. Wordt het niet eens tijd dat we harder worden? Dat we mensen verplichten om af te kicken en te rehabiliteren in de samenleving!"
De oplossing voor de verslavingsproblematiek ziet Vreugdenhil in het veranderen van het hart van de verslaafde. "Je moet ze iets anders aanbieden waar ze zich op kunnen richten, zoals het evangelie."
Vreugdenhil laakt het huidige justitiële beleied waarbij alleen kansrijke verslaafden een afkickprogramma wordt aangeboden. "De verslaafde die niet meewerkt wordt aan zijn lot overgelaten. Het is niet goed slechts voor één obsessie te leven, de gebruiker is er zelf ook niet gelukkiger mee. Als je verslaafd bent hoor je in een ziekenhuis. Er is meer hoop zonder dope!"