WMO-aanvragen sneller, maar nog geen garanties
De ChristenUnie heeft in de gemeenteraad gevraagd de aanvraagprocedure van WMO-hulp aanzienlijk te versnellen. De wethouder zegde toe met een actieprogramma te komen om de WMO te versnellen maar wil niet garanderen dat bij eenvoudige aanvragen iedereen binnen 2 weken hulp krijgt. Een motie van de ChristenUnie die vroeg te onderzoeken of dit haalbaar is kreeg hierdoor net geen meerderheid in de gemeenteraad.
De wettelijke termijn voor de behandeling van WMO-aanvragen is zes weken. In die termijn moet het WMO-onderzoek worden gedaan, ook wel het keukentafelgesprek genoemd. Daarna heeft de gemeente nog 2 weken om een beschikking af te geven. In totaal kan het dus 8 weken duren voordat er een besluit is. Vervolgens moet er nog een afspraak worden gemaakt met de hulpverlener of moet een rolstoel besteld worden. Visser: “Zo gaat er veel te veel tijd verloren voordat iemand hulp krijgt. Gelukkig moet de gemeente in spoedgevallen sowieso helpen. Maar wat is spoed? Ik krijg signalen dat veel mensen onnodig moeten wachten op zorg die ze wel nodig hebben.
Het is volgens de ChristenUnie goed dat de gemeente nu verplicht is verder te kijken dan alleen de aanvraag en maatwerk moet leveren waarbij ook gekeken wordt naar de mogelijkheden die de aanvrager nog zelf heeft en de hulp die hij kan ontvangen uit zijn eigen omgeving. Visser: “Dat moet zorgvuldig gebeuren. Maar zo’n gesprek en dan vervolgens het besluit van de gemeente hoeft echt niet 6 weken te duren. Het moet in de meeste gevallen toch mogelijk zijn het keukentafelgesprek binnen een week te organiseren en dan binnen een week daarna een besluit te nemen?”
Wethouder Botter gaf aan het verzoek in de motie om in ieder geval het eerste gesprek binnen een week te houden te ondersteunen en in het binnenkort te verschijnen actieplan dit uit te werken. Hij vond een besluit binnen 2 weken na de aanvraag en anders het verstrekken van een tijdelijke maatwerkvoorziening echter niet haalbaar. Visser: “Ik vind dit jammer. Ik vroeg alleen de haalbaarheid hiervan te onderzoeken. Ik snap dat het bij complexe aanvragen meer tijd kost, maar bij eenvoudige aanvragen moet dit toch kunnen? De wethouder ziet hobbels op de weg als tijdelijke voorzieningen weer teruggedraaid moeten worden. Maar dat kan de wethouder voorkomen door aanvragen efficiënt te behandelen. Een traplift ga je natuurlijk niet voor een paar weken tijdelijk verstrekken. Maar als een definitieve beslissing over de omvang van huishoudelijke hulp om wat voor reden dan ook wat langer duurt dan kan je best de eerste weken ter overbrugging tijdelijk een paar uur huishoudelijke hulp toekennen.”
Het verstrekken van tijdelijke voorzieningen is volgens de Wet Maatschappelijke Ondersteuning mogelijk in spoedeisende gevallen. Visser: “Volgens mij is de gemeente vrij om het begrip spoedeisend ruim te interpreteren. De wethouder is bang voor extra administratie rond tijdelijke voorzieningen. Ik vind het jammer dat de wethouder gelijk naar bezwaren kijkt. We moeten juist binnen de wet zoeken naar mogelijkheden. De hele WMO draait om maatwerk!”
Voorzitter, in Haarlem worden de wettelijke termijnen voor het onderzoek na een melding maatschappelijke ondersteuning bij lange na niet gehaald. Er staat voor dit onderzoek volgens de wet maximaal 6 weken maar in 40% van de gevallen wordt deze termijn overschreden. En ook over het afgeven van een beschikking doet Haarlem te lang.
Het college is bezig deze termijnen te verkorten. Dat is mooi maar de ChristenUnie wil meer ambitie. In een tijd van “vandaag besteld, morgen in huis” is het niet te verkopen aan burgers dat zij 2 maanden op zorg moeten wachten. We mogen niet tevreden zijn met alleen het halen van de wettelijke termijnen vandaar mijn motie “WMO in de versnelling” met als doel dat zo veel mogelijk mensen binnen 2 weken wordt geholpen, zo nodig met een tijdelijke voorziening. Wat mij betreft mag de wethouder dit de “Jur Botter norm” noemen waarbij de wethouder wat mij betreft de norm nog strakker mag stellen.
MOTIE WMO in de versnelling
De gemeenteraad van Haarlem in vergadering bijeen op 21 april 2016,
Overwegende dat:
- Volgens de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 het college na een melding maximaal zes weken mag doen over het onderzoek
- Een WMO-aanvraag pas na afronding van dit onderzoek mag worden gedaan en het college vervolgens binnen twee weken een beschikking moet afgeven over het besluit op deze aanvraag;
- De doorlooptijden voor het onderzoek na een WMO-melding in Haarlem op dit moment in ongeveer 40% van de gevallen meer dan zes weken duurt en door een nieuw werkproces in de loop van de zomer verbeteringen worden verwacht;
- Er momenteel ook vertraging optreedt bij de administratieve verwerking van de beschikkingen oplopend tot maximaal 3 weken en daarmee de opdracht aan aanbieders om de ondersteuning te starten ook wordt vertraagd;
- Het college inzet op een gemiddelde verwerking van beschikkingen van maximaal 7 dagen;
- Het college bevoegd is in spoedeisende gevallen op grond van artikel 2.3.3 van de wet onverwijld tot verstrekking van een tijdelijke maatwerkvoorziening te beslissen in afwachting van het onderzoek en het college zelf beleidsvrijheid heeft te beslissen wat als spoedeisend wordt gezien;
- Een groot deel van de WMO-meldingen eenvoudig is en het niet weken zou mogen duren voordat iemand de maatwerkvoorziening krijgt die hij of zij nodig heeft;
Verzoekt het college:
- Maximaal in te zetten op een verdere verkorting van de procedure van WMO-melding tot en met het afgeven van de WMO-beschikking
- Hierbij te streven dat binnen een jaar 80% van de aanvragers binnen een week het eerste gesprek moet hebben gehad;
- Voor de begrotingsbehandeling in kaart te brengen of het mogelijk is om in situaties dat 2 weken na een WMO-melding de WMO-beschikking nog niet is afgerond in ieder geval bij eenvoudige voorzieningen zoals huishoudelijke hulp over te gaan tot verstrekking van een tijdelijke maatwerkvoorziening;
en gaat over tot de orde van de dag.
Frank Visser
ChristenUnie
Schrijf een reactie via Facebook