Minder bureaucratie bij WMO onderzoek
De aanvraagprocedure in Haarlem voor huishoudelijke hulp op grond van de WMO voldoet blijkens uitspraken van verschillende rechters net als in veel andere gemeenten nog niet aan de wettelijke eisen. In tegenstelling tot andere gemeenten heeft Haarlem de huishoudelijke hulp niet afgeschaft maar er is wel bezuinigd. Het college is gekomen met een aantal voorstellen om de werkwijze te verbeteren. Deze zijn besproken in de commissie samenleving. De ChristenUnie heeft daarbij gepleit voor het aanpakken van onnodige bureaucratie.
Het “Plan van aanpak verbetering werkwijze huishoudelijke ondersteuning en dienstverlening bij toegang WMO 2015” kunt u hier terugvinden.
Rosa Barth, schaduwraadslid ChristenUnie:
Voorzitter, ook ik begin mijn bijdrage graag met een voorbeeld. Dit is een verslag van de ervaring van een 85-jarige vrouw die vanuit een andere gemeente naar Haarlem is verhuisd. Op haar oude adres had zij al een indicatie een ov-taxi gekregen. Eenmaal in Haarlem, moest zij echter opnieuw door de aanvraagprocedure. Het betreft een eenvoudige WMO-hulpvraag: “Heeft een 85-jarige, die slecht ter been is en geen auto meer kan rijden, recht op een ov-taxipas?” Ieder betrokken persoon in de aanvraagprocedure kon deze vraag binnen een paar tellen beantwoorden met een “Ja”. En toch gaan er ruim twee maanden overheen, voordat de pas is aangevraagd. Hoe kan dat?
Ik zal kort uiteenzetten wat er in die twee maanden is gebeurd.
17 maart 2016
Het webformulier wordt ingevuld, waarmee een WMO-aanvraag kan worden gedaan. Er komt een bevestiging van ontvangst van de gemeente.
4 april 2016
Mevrouw wordt onaangekondigd thuis gebeld door een ambtenaar. In dit gesprek vindt een interview plaats, dat bepalend zal zijn voor het vervolg van de aanvraag. Het is opmerkelijk dat de contactpersoon (een familielid die bekend was bij de gemeente) niet over dit gesprek was ingelicht, waardoor mevrouw er alleen voor stond. Het is niet vanzelfsprekend dat een cliënt de vragen goed kan beantwoorden. Waarom was er geen aankondiging, zodat bijvoorbeeld een familielid bij het gesprek aanwezig kon zijn? Waarom worden contactpersonen niet standaard geïnformeerd, wat is dan de functie van een contactpersoon?
6 april 2016
Mevrouw ontvangt een lange, ingewikkelde brief waarin de hele aanvraagprocedure uiteengezet wordt. Het komt erop neer dat op basis van het telefoongesprek een onderzoek is gestart. Een verslag van het telefoongesprek dient binnen 14 dagen ondertekent geretourneerd te worden. Wie niet binnen 14 dagen het verslag retourneert, moet opnieuw beginnen: het dossier wordt dan gesloten.
Waarom moet dit? De gemeente kan na het telefoongesprek al een besluit nemen. De gemeente zou bij een positief besluit al aan de slag kunnen gaan en bij een negatief besluit de aanvrager in de gelegenheid kunnen stellen om bezwaar te maken. Dit kan zonder uiterste termijn van 14 dagen, want hulpvragers zijn ook hiervoor vaak afhankelijk van hulp van anderen.
14 april 2016
Contactpersoon stuurt het gespreksverslag ondertekend terug.
29 april 2016
Mevrouw ontvangt een brief van de gemeente, met daarin het besluit: de OV taxipas wordt toegekend. Er zit een aanvraagformulier bij, dat terug gestuurd dient te worden, inclusief een geprinte pasfoto.
Waarom kan het formulier niet digitaal ingevuld worden, zoals het eerste webformulier? Ongetwijfeld wordt de pasfoto weer ingescand voor de taxipas. Dan kan deze toch net zo goed ook digitaal aangeleverd worden?
12 mei 2016
Contactpersoon stuurt het formulier met de pasfoto op.
24 mei 2016
Mevrouw ontvangt per post de OV-taxipas.
De gemeente vermorst op deze manier ontzettend veel tijd. Interne procedures maken dat na iedere actie van de cliënt respectievelijk 11 werkdagen, 9 werkdagen en 7 werkdagen verstrijken. Daarnaast verliep de communicatie middels één onaangekondigd telefoongesprek en verder middels lange, ingewikkelde brieven en formulieren. En dat allemaal via mevrouw zelf, terwijl er een contactpersoon was opgevoerd. De gemeente neemt geen enkel contact met hem op en stuurt zelfs geen kopieën. Bovendien kost dit allemaal ambtelijke capaciteit, waar heel wat taxiritten voor hadden kunnen worden betaald. Hoe kan het dat een simpele WMO-aanvraag zo moeizaam verloopt?
Voorzitter, tot zover het voorbeeld.
Hiernaast heeft de ChristenUnie nog drie opmerkingen over het plan van aanpak. Ten eerste, in paragraaf 2.3 staat dat we de kwaliteit van de dienstverlening gaan monitoren. Maar gaat het hierbij om de dienstverlening of om het doel ‘schoon en leefbaar’? Wat de ChristenUnie betreft moet het om ‘schoon en leefbaar’ gaan. Dit begrip moet echter opnieuw gedefinieerd worden en nu op een meetbare manier. Zeker na de uitspraak van de rechter dat ‘schoon en leefbaar’ niet concreet genoeg en niet werkbaar is.
Ten tweede, in paragraaf 2.4 staat dat er extra middelen komen voor tijdelijke extra uren in bijzondere gevallen. Wat zijn bijzondere gevallen? Het lijkt hiermee diffuus te worden. Het gaat toch gewoon om schoon en leefbaar? De inzet van zorgverleners moet zo flexibel zijn dat op bijzondere gevallen wordt ingespeeld. Daar mag geen extra geldstroom voor nodig zijn. Dit hoort de zorgverlener te verwerken in het tarief.
Ten derde, de gemeente moet uitspraken van de rechter volgen. Eerder is de termijn van 1 juli 2016 genoemd, waarop het college met een antwoord komt. Worden er in de zomervakantie aanpassingen gedaan, zodat mensen na de zomer al iets gaan merken?
Na de vergadering is het college nog met aanvullende voorstellen gekomen om te voldoen aan de rechterlijke uitspraken. Tijdens de behandeling van de Kadernota eind juni zullen er mogelijk in de raad nog moties hierover worden ingediend.
Schrijf een reactie via Facebook