Sociale basis in de wijk

buuvwoensdag 08 april 2020 23:44

De gemeente start met de uitvraag voor subsidies voor de sociale basis voor 2021. Dit is een opstapje naar een nieuwe aanpak die in 2022 moet leiden tot een subsidie voor meerdere jaren. De sociale basis gaat om allerlei initiatieven en activiteiten van bewoners, sociaal ondernemers en professionele welzijnsorganisaties. Totaal gaat het om 16 miljoen euro per jaar voor circa 70 grotere en kleinere organisaties in de stad. Nadat vorig jaar een ruime meerderheid van gemeenteraad een eerder plan heeft afgeschoten is een groot deel van de raad nu positief over de nieuwe aanpak. Er komt een omslag van themagericht werken naar wijkgericht werken.

Vorig jaar trok de gemeenteraad aan de noodrem omdat de themagerichte aanpak onduidelijke prestatieindicatoren had. Ook was de situatie onwerkbaar voor kleine organisaties in de wijken die op meerdere thematafels (elk thema zoals jongerenwerk of ouderenwerk had zijn eigen tafel) moesten overleggen over de verdeling van de subsidies met de  gemeente en de grotere welzijnsorganisaties. Raadslid Frank Visser: “Dat organisaties in onderling overleg tot meer samenwerking moeten komen om zo het welzijnswerk effectiever te maken is goed, maar met de toenmalige opzet konden wij als gemeenteraad onvoldoende beoordelen of de aangeboden activiteiten aansloten bij de doelstellingen in de begroting. Ook was de opzet onuitvoerbaar en dreigde achteraf veel discussie te ontstaan of het subsidiegeld wel goed verdeeld was”.

Uiteindelijk heeft het college besloten de oude subsidieverdeling in 2020 met een jaar te verlengen. Deze week sprak de gemeenteraad over een nieuw plan voor 2021. Visser: “Dit plan is veel beter. De themagerichte aanpak wordt losgelaten. De focus komt op de stadsdelen te liggen en er zijn veel duidelijkere indicatoren afgesproken waar alle activiteiten op worden beoordeeld. Organisaties kunnen straks voor elk stadsdeel een subsidie aanvragen. Ook zullen de twee grote welzijnsinstellingen Haarlem Effect en Dock hun werk drastisch moeten omgooien. Zij moeten samenwerken (bij voorkeur fuseren) en krijgen straks een coördinerende rol. De uitvoering van al het welzijnswerk komt bij de middelgrote en kleine organisaties in de wijk. Dan kun je denken aan initiatieven als Thripple Threat en Het Open Huis in Schalkwijk en Stem in de Stad in het centrum”

Het jaar 2021 wordt nu een overgangsjaar. Op basis van de eerste ervaringen wordt in het voorjaar van 2021 een nieuwe subsidie uitvraag opgesteld voor de jaren 2022-2026. Vanaf dan is het hele welzijnswerk in Haarlem georiënteerd op de wijken en worden alleen nog hele specifieke functies op stedelijk niveau gedaan.

Naar aanleiding van opmerkingen van de ChristenUnie tijdens het debat in de commissie samenleving heeft de wethouder toegezegd nog eens te bekijken of de prestatie indicatoren kunnen worden aangescherpt. Ook kunnen de middelgrote organisaties een zelfstandige financiele relatie met de gemeente houden. Zij mogen zelf kiezen of ze een eigen subsidie aanvraag doen of dat ze dat gezamenlijk met andere organisaties doen.

Hieronder staat de debat bijdrage raadslid Frank Visser in commissie samenleving.

Inleiding
Voorzitter, de ChristenUnie vindt de kaderstelling sociale basis een goed stuk. Het is een veel betere aanpak dan vorig jaar. Het is een goed uitgangspunt om welzijnsorganisaties niet zelf te laten uitvoeren, maar uitvoering bij de kleinere wijkgerichte organisaties te leggen. De ChristenUnie heeft een paar opmerkingen over de organisatie van deze transformatie, over de uiteindelijke samenwerkingsmodel tussen de organisaties, over de financiële organisatie en over de prestatie indicatoren.

Transformatie
Allereerst de transformatie. De ChristenUnie maakt zich hierover nog zorgen. Want er wordt nu eerst gekozen voor een tussenjaar. Dat is dus het tweede tussenjaar op rij.

Wat zijn de financiële uitgangspunten voor dit tussenjaar 2021 en voor 2022? Ik heb begrepen dat alle kleine organisaties voor 2021 zelf een aanvraag moeten doen. Maar wat als Dock en Haarlem Effect in 2021 voor hetzelfde bedrag aanvragen als 2020 en de kleine organisaties conform de transformatie meer geld aanvragen? Dan ziet de ChristenUnie risico op hele lastige discussies later dit jaar komt er van verschuiving in de uitvoering niets terecht. De ChristenUnie vraagt daarom van het college duidelijke kaders voor de transitie van Haarlem Effect en Dock organisatorisch en financieel. Dat geeft vertrouwen bij alle spelers.

Hoe zorgen we dat er de komende maanden de aanvragen van alle organisaties goed op elkaar worden afgestemd? De ChristenUnie denkt dat dit per stadsdeel vraagt dat er een kernteam komt van de belangrijkste spelers die met de gemeente hierover spreken. Dus niet alleen Dock of Haarlem Effect. Betrek ook de belangrijkste kleinere instellingen in de wijk en bijvoorbeeld in Schalkwijk ook Pre Wonen en een directeur van een basisschool. Zo’n klein kernteam kan een belangrijke succesfactor zijn voor de transformatie. Is de wethouder daartoe bereid?

Samenwerking
Dan het samenwerkingsmodel. Wij zijn het eens dat de stedelijke welzijnsorganisatie straks alleen uitvoerende taken oppakt als andere organisaties het niet kunnen. Daar is echter grijs gebied. als activiteiten niet van de grond komen kan de stedelijke welzijnsorganisatie dingen oppakken maar dan moet wel doel zijn dat aanbod alsnog van onderop gaat ontstaan.

Ook wil ChristenUnie niet te snel zeggen dat wijkorganisaties taken niet zelf kunnen. Juist als we die organisaties in hun kracht zetten kunnen ze wellicht meer. Leg dus niet per definitie een specifieke taak stedelijk meer. Biedt ruimte om meer op wijkniveau te doen bijvoorbeeld ook mantelzorg hulp en ondersteuning van statushouders. Wat mogelijk is kan echter per wijk verschillen en het vraagt wel stedelijke supervisie. Kortom: doe zoveel mogelijk op wijkniveau waar het kan en biedt maatwerk!

Dat op wijkniveau mogelijk meer kan geldt ook voor organisatorische verbindende kant: wijknetwerken organiseren en onderhouden kan in ene wijk veel inzet vragen terwijl het in andere wijk wellicht grotendeels kan worden neergelegd bij de wijkorganisaties. ook dat vraagt maatwerk

Financiën
Dan de financiële organisatie. Goed dat samenwerking van Haarlem Effect en Dock wordt onderzocht. Wij vinden het prima als de gemeente met minder partijen straks afspraken maakt. De kleinste organisaties kunnen prima een soort onderaannemer van de stedelijke welzijnsorganisatie zijn, zij zijn vaak ook huurder bij Haarlem Effect of Dock. Maar wij vinden dat de middelgrote clubs zoals Thripple Threat, Stem in de Stad en het Open Huis, die vaak ook hun eigen accommodaties hebben, rechtstreeks hun financiering moeten kunnen blijven aanvragen bij de gemeente. Kan de wethouder dat toezeggen?

Indicatoren
Voorzitter tenslotte de indicatoren in bijlage 1 en 3. Sommige moeten nog worden ontwikkeld, gebeurt dat nog komende maanden? Ik zie in de bijlagen bij meerdere indicatoren nog een streepje en geen doelcijfer.

De ChristenUnie vindt dat de indicatoren met name op wijkniveau regelmatig moeten worden geactualiseerd als de situatie in de wijk daarom vraagt.

Een aantal indicatoren kan scherper. Ik word nu wat technischer maar volgens mij zijn dit wel de punten waar het in dit stuk echt om gaat.

  • Ons viel op dat er verschillen zijn tussen de stedelijke indicatoren in bijlage 1 en de indicatoren per wijk in bijlage 3.
  • Zo staat er in bijlage 1 maar één mantelzorgindicator. In bijlage 3 staan hiervoor twee indicatoren. Dat geldt ook voor enkele andere thema’s.
  • Ander voorbeeld. opvoeden en opgroeien wordt niet gesproken over eenouder gezinnen in bijlage 1. in bijlage 3 staat het ineens wel als indicator. Ligt juist bij de eenoudergezinnen niet een belangrijke sleutel ook op stedelijk niveau? Zelfde geldt voor indicatoren over opgroeien in armoede, lidmaatschap sportclub en het voorkomen van kindermishandeling. Ook daar zie ik verschillen tussen stads- en wijkniveau die ik niet kan verklaren.
  • Tenslotte de indicatoren die gaan over redzaam in het dagelijks leven. Uiteraard is het goed om in beeld te brengen hoeveel inwoners zich redzaam voelen. Om dan vervolgens te kijken welk deel van alle inwoners weet waar zij informatie en ondersteuning kunnen krijgen is op zich interessant. Maar wat veel beter bruikbaar zou zijn als in beeld komt hoeveel van de niet redzame mensen dit weten! Immers voor hen is deze informatie en ondersteuning bedoeld.

« Terug