Zienswijze Omgevingsvisie

20140815_123301.jpgvrijdag 18 juni 2021 16:27

De gemeente Haarlem werkt aan een nieuwe Omgevingsvisie. Na de zomer zal deze door de gemeenteraad worden vastgesteld. Momenteel is het mogelijk zienswijzen te geven op het ontwerp van de omgevingsvisie. Inwoners van de stad kunnen dit doen, maar uiteraard ook de politieke partijen. Het college zal deze zienswijzen verwerken in een definitief voorstel. Lees hieronder de zienswijze van de ChristenUnie-fractie

Zienswijze ChristenUnie op ontwerp omgevingsvisie

De ChristenUnie is op hoofdlijnen enthousiast over de inhoudelijke keuzes in de concept Omgevingsvisie. Wel hebben wij hieronder op deelonderwerpen nog voorstellen voor kleine aanscherpingen.

Wij zijn verder van mening dat de leesbaarheid kan worden vergroot door te kiezen voor een eenvoudiger structuur van het document en door een duidelijker onderscheid te maken tussen sleutelgebieden, sleutelprojecten en overige omgevingsprogramma’s/beleidstrajecten.

Ook zien wij graag de onderdelen van de Structuurvisie Openbare Ruimte die nog actueel zijn geïntegreerd worden in de Omgevingsvisie en vragen wij om meer kaartmateriaal op deelthema’s zodat het voorgenomen beleid inzichtelijker is.

Tenslotte vinden wij dat het hoofdstuk uitvoering meer SMART kan worden geformuleerd.

Hieronder staat onze opmerkingen uitgewerkt per punt:

Pagina

Omgevingsvisie

Reactie ChristenUnie

Algemeen

 

Waarom is het visiedeel van de Nota Ruimtelijke kwaliteit en de Nota Dak niet opgenomen in deze omgevingsvisie zodat deze nota’s zodra het regeldeel van deze oude nota’s is opgenomen in het Omgevingsplan kunnen worden ingetrokken?

Algemeen

 

Welke visies en beleidsstukken komen met de nieuwe Omgevingsvisie te vervallen? Dan kunnen wij als Raad ook controleren of daar nog dingen in staan die we toch graag terug zouden zien in de Omgevingsvisie.

Algemeen

 

Wij pleiten er voor de heldere prioriteitstelling op blz. 38 van de SOR integraal over te nemen in de Omgevingsvisie.

Algemeen

 

In de SOR lezen wij op blz. 114 “Totdat het gebruik van de ondergrond is vastgesteld in een omgevingsvisie kan efficiënt gebruik van de ondergrond worden verbeterd door de volgende uitgangspunten”. Er staat in de Omgevingsvisie dat vooral energie vraagt om veel ruimte in de ondergrond vraagt maar is daarmee ook “het gebruik van de ondergrond” vastgesteld zoals bedoeld in de SOR?

Blz. 11

Samenvatting

Verbeter de leesbaarheid:
- In de samenvatting kan worden verduidelijkt dat de 6 strategische keuzes volgen uit de 6 strategische opgaven.
- Benoem voor de leesbaarheid ook expliciet dat “mengen en verdichten”, “buurtgericht ontwikkelen”, etc. de strategische keuzes zijn. Die term hoort in de samenvatting te staan
- Een lezer die andere nota’s niet kent weet niet wat ontwikkelzones zijn. Neem elke ontwikkelzone apart op in de opsomming. Zo is duidelijker om welke gebieden het gaat. Het zijn immers aparte sleutelgebieden (zie ook opmerking bij blz. 62 en 74 over sleutelgebieden en sleutelprojecten)

Blz. 12

En het autoverkeer niet toeneemt.

Deze tekst komt niet helemaal overeen met de tekst onder strategische keuze 6 voor een mobiliteitstransitie op blz. 13.

Blz. 18/19

Leeswijzer

Het werken vanuit 6 integrale opgaven en daaruit voortvloeiend 6 strategische keuzes is logisch. Daarna is de structuur van de Omgevingsvisie echter niet logisch. Wij pleiten voor een vereenvoudigde structuur van de nota om de volgende redenen:

  1. Onder de strategische keuzes worden steeds 2 of 3 speerpunten gehangen maar verderop worden in hoofdstuk 9 onder de opgaven ook “verdiepende uitspraken” gedaan die ook belangrijk zijn maar kennelijk net niet tot speerpunt zijn verheven. En dan hangen de sleutelgebieden er nog ergens tussen. Dit is erg onduidelijk.
  2. De verdiepende uitspraken zouden sowieso niet aan de opgaves gekoppeld moeten zijn maar aan de strategische keuzes.
  3. Nog onduidelijker wordt het doordat aan elk speerpunt “sleutelgebieden” zijn gekoppeld en aan elke “verdiepende uitspraak” meerdere “aandachtspunten”. Deze aandachtspunten zijn niet alleen letterlijk aandachtspunten maar ook “sleutelgebieden”
  4. En om het helemaal ingewikkeld te maken is elk “aandachtspunt” (dat dus al onder een opgave van een bepaalde kleur hangt) via kleuren bolletjes ook gekoppeld aan andere opgaven… Die bolletjes voegen niets toe. Bovendien: soms ontbreekt bij een aandachtspunt zelfs het bolletje met de kleur waar het aandachtspunt bij staat…. Voorbeeld: op blz. 86 bij het aandachtspunt “Aantrekkelijke OV-, fiets- en voetgangersverbindingen van OV-knooppunten met omliggende wijken.” Staat niet de roze kleur van de opgave “aantrekkelijke woon- én werkstad voor iedereen” respectievelijk de strategische keuze “mengen en verdichten”. Kortom: het gebruik van de kleurtjes is hier doorgeschoten en niet te volgen!

 

Ook vinden wij de SOR veel krachtiger doordat daar de themakaarten veel meer centraal staan. Deze zijn veel beter leesbaar dan de nu nog vrij onoverzichtelijke kaarten van de Omgevingsvisie. Hier is een verbeterslag mogelijk!

Daarom stellen wij voor:

  1. Kies voor een logische volgorde: 6 opgaven leiden tot 6 keuzes en onder die keuzes komen thematisch alle uitspraken (speerpunten en overige uitspraken). Dit voorkomt ook overlap tussen de verdiepende uitspraken en de speerpunten.
  2. Verwerk aandachtspunten gewoon in de tekst bij de thematische uitspraken zonder het verwarrende gebruik van de kleurtjes.
  3. Laat per thema zien welke sleutelgebieden en sleutelprojecten relevant zijn. (zie opmerking bij blz. 62 en 74 met uitwerking van dit punt!)
  4. Plaats niet alleen per hoofdkeuze een kaart maar ook per deelthema. Maak hierbij gebruik van de duidelijke opzet van de kaarten van de SOR. Wij zien dus graag duidelijke kaarten terug van fietsnetwerk met ontbrekende schakels, een kaart met het OV netwerk, een kaart met de vaarroutes, etc. Of te wel de verschillende kaartlagen. (technische vraag: sowieso graag bij de presentatie van de definitieve omgevingsvisie graag een overzicht van de wijzigingen die zijn doorgevoerd t.o.v. de kaarten in de SOR)
  5. Laat op de kaarten bij voorkeur ook zien wat bestaand is en wat nieuw/te verbeteren is

Blz. 22 en Blz. 28 en Raadsstuk

Blz. 22 De omgevingsvisie bouwt voort op een aantal al bestaande brede documenten, zoals de Toekomstvisie Haarlem 2040, en de Structuurvisie Openbare Ruimte.

 

Blz. 28 Het is niet zo dat de omgevingsvisie al het gemeentelijk beleid vervangt, ze bouwt voort op belangrijke eerdere beleidsdocumenten, zoals de Toekomstvisie Haarlem 2040 en de Structuurvisie Openbare Ruimte

Raadsstuk: Wanneer op dit moment de omgevingsvisie en vigerend beleid van elkaar afwijken, prevaleert de omgevingsvisie.

Integratie van SOR en Omgevingsvisie ligt voor de hand. De SOR is immers net als de Omgevingsvisie integraal en gaat over een breed spectrum beleidsthema’s van de  leefomgeving. Het enige verschil is dat de SOR alleen over de openbare ruimte gaat (circa 50% van Haarlem) en de Omgevingsvisie ook over de gebouwde omgeving gaat.

De analyse en visie van de SOR komen bovendien vrijwel overeen met de structuurvisie. Dit geldt ook voor het merendeel van de hoofdkeuzes en ook de invulling daarvan in projecten. Alleen voor de Kennemertunnel wordt een andere keuze gemaakt. Omdat over de SOR al inspraak is geweest is er niets op tegen om alle SOR elementen die nog niet in de Omgevingsvisie staan in de fase van concept naar definitief alsnog op te nemen in de Omgevingsvisie.

 

Er is zijn ook twee praktische redenen om dit te doen:
1. Het is nu, behoudens de Kennemertunnel, onduidelijk waarom sommige sleutelprojecten van de SOR wel en andere niet zijn overgenomen in de Omgevingsvisie. Hierdoor is er onduidelijkheid welk beleid van de SOR nog geldig is en welk deel niet. Het doel van de Omgevingsvisie was juist om minder strijdige beleidsdocumenten te krijgen.

2. De omgevingsvisie is het kader waarbinnen het omgevingsplan opgesteld wordt. Daarom is het wenselijk om alle nog relevante elementen uit de SOR over te nemen. Zo hoeft in het Omgevingsplan niet meer naar de oude SOR verwezen te worden maar kan worden verwezen naar de nieuwe Omgevingsvisie.


Wij hebben begrepen dat de SOR vanwege de bekostiging van projecten (bijdrage aan bovenwijkse voorzieningen) vooralsnog moet blijven. Niks staat echter in de weg om de SOR zoveel mogelijk te integreren in de Omgevingsvisie. Wij pleiten er daarom voor om alle elementen van de SOR die nog relevant zijn en die nog niet in de Omgevingsvisie staan alsnog (geactualiseerd) op te nemen in de Omgevingsvisie. Zo ontstaat er één compact en actueel naslagwerk. De SOR kan dan blijven bestaan maar zodra kan worden ingetrokken zijn er geen verdere aanpassingen van de Omgevingsvisie meer nodig en ook een actualisatie van de SOR is dan niet meer nodig want dat kan dan gewoon via actualisatie van de Omgevingsvisie. Door integratie van de SOR geldt tenslotte voor de Raad vanaf het vaststellen van de Omgevingsvisie alleen nog de Omgevingsvisie en dat is wel zo helder.

Blz. 62 en 74

Blz. 62 De sleutelgebieden zijn iconische projecten die de essentie van de visie illustreren.

 

Blz. 74 De sleutelgebieden bestaan vaak uit meer sleutelprojecten. De sleutelgebieden en daarbinnen vallende sleutelprojecten worden later geprioriteerd.

Graag de formulering op blz. 62 aanpassen. De SOR kent sleutelprojecten, de Omgevingsvisie kent sleutelgebieden. Het door elkaar gebruiken van de termen sleutelprojecten en sleutelgebieden is verwarrend zeker zolang beide documenten naast elkaar blijven bestaan. Maar ook binnen de Omgevingsvisie is het verwarrend. Dit blijkt wel uit blz. 74 waar in tegenstelling tot blz. 62 wel een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen gebieden en projecten. Alleen dit wordt in het vervolg van de Omgevingsvisie helaas niet doorgezet…

Wij constateren bovendien dat een deel van die sleutelgebieden in paragraaf 8.2 eigenlijk gewoon projecten zijn. Ook zijn kunstmatig een aantal projecten op een hoop gegooid omdat ze over hetzelfde thema gaan maar ze liggen niet in hetzelfde gebied. Dit is niet handig voor de latere monitoring van de realisatie van de Omgevingsvisie.

Tenslotte zijn “ontwikkelzones” in de Omgevingsvisie als één gebied aangewezen, terwijl ze verspreid over de stad liggen.

 

Wij pleiten er voor in de Omgevingsvisie:

  1. Zowel sleutelgebieden als sleutelprojecten op te nemen. Sleutelgebieden zouden met letters kunnen worden aangeduid, sleutelprojecten met nummers.
  2. Elke ontwikkelzone als een apart “sleutelgebied” op te nemen
  3. Projecten die verspreid liggen over de stad als afzonderlijke sleutelprojecten op te nemen en niet als één “sleutelgebied”. Voorbeeld: de OV-projecten (zie opmerking bij blz. 77). Ook de Fietsring zou een apart sleutelproject moeten zijn.
  4. Gebieden die verspreid liggen over de stad als afzonderlijke sleutelgebieden op te nemen en niet als één sleutelgebied. Voorbeeld: Wijken met complexe stapeling
  5. Alle sleutelprojecten uit de SOR (vanaf blz. 78 van de SOR) en alle regionale sleutelprojecten uit de SOR (vanaf blz. 105 van de SOR) voor zover ze nog steeds gelden en nog niet zijn uitgevoerd ook op te nemen in de Omgevingsvisie
  6. Verzamelingen projecten die verspreid zijn over de stad en niet toe te wijzen zijn aan een specifieke locatie op te nemen als “beleidstraject” net zoals gedaan is in de SOR. Dit geldt bijvoorbeeld voor tien-minuten-netwerk en ontbrekende schakels. Eventueel kunnen grotere projecten daaruit als apart sleutelproject worden aangewezen zoals de fietscorridor Waarderpolder-Parkwijk-Schalkwijk-Hoofddorp.
  7. Neem ook de beleidstrajecten van de SOR op in de omgevingsvisie (vanaf blz. 101 SOR)


Gevolg zal zijn dat het aantal sleutelprojecten en sleutelgebieden toeneemt maar de omgevingsvisie wordt hierdoor veel leesbaarder en het kaartmateriaal kan hierdoor ook sterk worden verbeterd.

Blz. 64

Om het aantal arbeidsplaatsen in deze gebieden flink op te voeren is het belangrijk om als gemeente samen met bedrijven, investeerders en eigenaren te bouwen aan een geschikt werkmilieu met de juiste vestigingsvoorwaarden

In onze ogen vraagt dit vooral ook een stedenbouwkundige (verdichtings)visie voor dit gebied. Dit voorkomt versnipperde ontwikkeling met niet efficiënt ruimtegebruik. Ook kan veel ruimte worden gecreëerd door in dit gebied in te zetten op een mobiliteitstransitie en het resterende parkeren op een centrale  plek te concentreren.

Blz. 70 en 124

Blz. 70 Daarom komt een nieuwe OV-knoop aan de oostkant van de stad (Haarlem Nieuw Zuid) en worden bestaande stations beter benut en ingezet als knoop- en overstappunten. Het OV-netwerk wordt uitgebreid met onder andere met een lightrailverbinding richting Schiphol en Amsterdam Zuid

 

Blz. 124 Aan de noordkant van het spoor tussen Haarlem Centraal en Amsterdam Centraal reserveren we op Haarlems grondgebied een strook van tien meter voor een toekomstige uitbreiding van het regionale mobiliteitssysteem. (…)

Volwaardige HOV/lightrailverbinding tussen Haarlem en Schiphol(Noord)/Amsterdam-Zuid en tussen Haarlem-Hoofddorp.

Op blz. 70 staat het woord “met” een keer te veel maar ook inhoudelijk moet deze tekst scherper.

 

Bij het vaststellen van de Structuurvisie Openbare Ruimte op 21 december 2017 is het amendement “Het regionale openbaar vervoer is de sleutel!” aangenomen.

 

In dit amendement zijn de volgende 3 projecten geformuleerd als sleutelprojecten

  1. Lightrail Amsterdam-Haarlem-Zandvoort/Uitgeest (aansluiting op A’damse metro)
  2. HOV-busbaan A9 (huidige route 346/356)  (De Raad heeft zich later ook uitgesproken over de wens van lightrail ipv HOV langs de A9)
  3. Lightrail Zuidtangent Haarlem-Hoofddorp-Schiphol

 

T.a.v. punt 1 blijkt uit de tekst van het amendement op de SOR dat lightrail Amsterdam-Haarlem nadrukkelijk los staat van de bestaande Intercity verbindingen. In de uitvoering zouden het dus ook hoogfrequente Sprinters kunnen zijn naast de Intercity’s. In het landelijk OV toekomstbeeld en in de Omgevingsvisie van gemeente Amsterdam dreigt echter een model met alleen maar hoogfrequent Sprinters op de bestaande sporen maar het verdwijnen van de Intercity’s. Daarom is in de Omgevingsvisie een hele duidelijke uitspraak nodig!


Wij merken echter op dat de Omgevingsvisie wel duidelijk is over sleutelproject 2 en 3, maar niet over sleutelproject 1. Hier wordt alleen maar gesproken over de ontwikkeling van knooppunt Oostpoort en over een ruimtelijke reservering. Ook staat nergens in de Omgevingsvisie de wens verwoord van de Raad van doorgaande treinverbindingen (zowel Intercity’s als stadsgewestelijk vervoer!!) die verder gaan dan Amsterdam Centraal.

 

Kortom: Wij vinden dat in de omgevingsvisie een duidelijker visie op de spoorcorridor Haarlem-Amsterdam moet worden opgenomen.

Daarom stellen wij voor op blz. 70 de laatste zin te wijzigen in

 

“Het OV-netwerk wordt uitgebreid met een lightrailverbinding richting Schiphol en Amsterdam Zuid, een lightrailverbinding richting Hoofddorp en nieuwe buslijnen in Haarlem Oost. Ook gaan treinen uit Haarlem na Amsterdam Centraal verder doorrijden richting Almere, Amersfoort en Utrecht”

 

op blz. 124 de volgende tekst op te nemen:

“De capaciteit van het spoor tussen Haarlem en Amsterdam wordt vergroot zodat er zowel meer Intercity’s als meer Sprinters kunnen rijden. Om dit mogelijk te maken wordt aan de noordkant van het spoor tussen Haarlem Centraal en Amsterdam Centraal op Haarlems grondgebied een strook van tien meter gereserveerd voor een toekomstige uitbreiding naar vier sporen. Indien het hele traject tot Amsterdam viersporig wordt kunnen twee sporen in de toekomst voor Lightrail worden gereserveerd. Haarlem zet daarnaast in op spooruitbreidingen op de spoorruit van Amsterdam die het mogelijk maken dat treinen uit zowel Haarlem, Zaandam als Schiphol vanaf Amsterdam Centraal kunnen doorrijden richting Almere, Amersfoort en Utrecht. Hiervoor is o.a. een ongelijkvloerse kruising nodig bij Sloterdijk en een extra perron op de stations Sloterdijk, Muiderpoort en Sciencepark.”

Blz. 75

Onderwijscluster Zijlweg

Overlapt met ontwikkelzone Zijlweg. Moet dit niet gewoon één sleutelproject zijn?

Blz. 77

Verbeteren regionaal OV-netwerk, inclusief ketenmobiliteit

(zie ook opmerking bij blz. 70 en 124 hierboven) Dit zijn meerdere sleutelprojecten die beter los van elkaar kunnen worden opgenomen:
- Verbeteren HOV-netwerk (eigenlijk beleidstraject waar mogelijk projecten uit voortkomen)
- Ontwikkeling lightrail Amsterdam Zuid/Schiphol en lightrail Hoofddorp
- Verbeterde spoorverbinding richting Amsterdam en verder (inclusief OV knoop Oostpoort)

Blz. 78

Stadslandschappen

Deze tekst is meer een analyse die elders in de Omgevingsvisie thuis hoort. Op deze plek hoort alleen een korte tekst over het concrete sleutelproject “Stadsrandpark Oost”.

Blz. 78

Ook de noordzijde van het station transformeert tot een echte entree van de stad. Vanuit de trein heb je direct toegang tot het unieke park de Prinsen Bolwerken. Om deze entree mogelijk te maken moeten we de noodzakelijke groei van het openbaar vervoer elders in de stad opvangen

Door de ontwikkeling van knooppunt Haarlem Nieuw Zuid en knooppunt Oostpoort en door herroutering van bussen (nieuwe buslijnen) kan de groei van het aantal reizigers via het stationsplein worden afgeremd. Door de verwachte groei van het aantal treinreizigers is het echter niet reëel om alle groei elders op te vangen. Ook op het stationsplein moet groei van het openbaar vervoer mogelijk zijn. Dit kan door beperkte uitbreiding van het aantal haltes, door niet op het station te bufferen en door lijnen door te koppelen zodat minder bussen hun eindpunt hebben op het stationsplein. Dit element “doorkoppelen van buslijnen” staat ook expliciet op blz. 35 van de SOR en zien wij graag overgenomen in de Omgevingsvisie

Wij zien daarom graag dat de laatste zin gewijzigd in:
“Om deze entree mogelijk te maken moeten we de noodzakelijke groei van het openbaar vervoer voor een belangrijk deel elders in de stad opvangen. Daarnaast is groei op het stationsplein mogelijk door beperkte uitbreiding van het aantal haltes, door het bufferen van bussen op deze locatie te voorkomen en door noord en zuid lijnbussen zo veel mogelijk met elkaar te verknopen. Het station is daarmee minder vaak de eindhalte, zodat meer reizigers overstapvrij kunnen reizen”

Blz. 96

Schalkstad vervult binnen Zuid-Kennemerland een belangrijke functie als centrum met onderscheidende kwaliteiten, aanvullend op het stadscentrum

Schrappen. Wij zouden niet weten wat hier gezegd wordt. Bovendien heeft Schalkstad vooral een functie voor het stadsdeel en binnen de stad.

Blz. 97

Speelgelegenheden meer vergroenen.

Wij ondersteunen het belang van vergroenen speelgelegenheden en multifunctionel gebruik schoolpleinen. Dit is typisch een voorbeeld waar in de uitvoeringsparagraaf dan een omgevingsprogramma of uitvoeringsplan of beleidstraject aan gekoppeld zou moeten worden. Zie ook opmerking bij blz. 135 over beleidstraject spelen uit de SOR.

Blz. 98

Specifiek verdient de Waarderpolder, die nu is omgeven door barrières, aanvullende aandacht. Betere verbindingen tussen de Waarderpolder en de omliggende stadsdelen kunnen ervoor zorgen dat het gebied beter bereikbaar is en daarom aantrekkelijker voor Haarlemse werkenden.

Wij onderschrijven dit punt. Dit zou een goed voorbeeld kunnen zijn van een omgevingsprogramma in de uitvoeringsparagraaf van de Omgevingsvisie.

Blz. 121

 

Wij zouden graag niet alleen op stadsdeelniveau hubs zien maar ook op buurtniveau te beginnen in de ontwikkelzones. Zo stimuleren we deelmobiliteit.

Blz. 129

Zoals een bestemmingsplan of beleidskader.

Bedoeling zin onduidelijk. Bovendien zijn er straks geen bestemmingsplannen meer. Uit volgende zin wordt duidelijk dat omgevingsvisie het kader is. Kortom: deze zin schrappen.

Blz. 129

Daarom volgt er logischerwijs op de omgevingsvisie een stedelijk strategische uitwerking. Deze uitwerking gaat over de handelswijze van de gemeente voor de komende vijf tot tien jaar op stedelijk niveau. Vanuit stedelijk perspectief worden er kaders gesteld voor het maken van afwegingen en prioriteiten met het bijbehorende instrumentarium. Dit moet passen binnen het handelingsperspectief voor de langere termijn. Ook worden er kaders geboden zodat er ruimte blijft om doelen bij te stellen. Er wordt een relatie gelegd tussen het korte en lange termijnperspectief, zodat we stapsgewijs kunnen toewerken naar het wenselijke eindbeeld. Met een stedelijk strategische uitwerking heeft het bestuur concrete handvatten voor het uitvoeren van de opgaven en ambities die zijn opgenomen in de omgevingsvisie. Denk aan het bestendigen van de duurzaamheids- en mobiliteitsambities, het zuinig gebruik van de openbare ruimte en de woningbouwopgave. Door vanuit stedelijk niveau af te dalen naar het perspectief van gebieden-, zones en locaties kunnen we een betere integrale afweging maken en worden op een gebalanceerde manier zoveel mogelijk kansen benut. Met de stedelijke strategie houden we de stadsbrede opgaven op de korte en lange termijn in beeld. Daarnaast gaan we in op belangrijke uitgangspunten bij ontwikkelingen volgend uit de omgevingsvisie, geven we uitwerking aan de strategische uitvoeringsrichtingen en beschrijven we belangrijkste elementen van de financiering van de uitvoering. Dit alles moet bijdragen aan het realiseren van de opgaven en ambities

Waar de omgevingsvisie over het algemeen in hele toegankelijke taal is geschreven is deze passage echt onduidelijk. De omgevingsvisie is het kader maar toch moeten er nieuwe kaders komen?

 

Wat moeten we nu van zo’n strategie verwachten? En wanneer zou deze moeten verschijnen? Zou niet juist deze uitvoeringsparagraaf de strategie moeten bevatten?

 

Bovendien is de genoemde strategie geen instrument van de omgevingswet. Dit geldt wel voor omgevingsprogramma’s conform de Omgevingswet maar die staan al vermeld op blz. 135.

 

Ook kunnen hier de uit te werken beleidstrajecten staan zoals ook is gedaan in de SOR. (zie opmerking bij blz. 135)

 

Graag deze passage herschrijven tot een SMART tekst die te volgen is.

 

Overigens: de tekst op de blz. 130-131 met de 7 strategische uitvoeringsrichtingen is weer wel heel duidelijk!

Blz. 135

 

In de SOR zijn een aantal “nog te agenderen” beleidstrajecten opgenomen (vanaf blz. 111 van de SOR). Wat is de status van deze beleidstrajecten zoals “gedrag en verleiders”, “ontmoeten, spelen, bewegen” en “recreatieve belevingswaarde buitengebied”?  Wij pleiten er voor deze beleidstrajecten voor zover ze nog relevant zijn, samen met evt nieuwe beleidstrajecten op te nemen in de uitvoeringsparagraaf van de Omgevingsvisie.

Blz. 135

Naast deze thematische omgevingsprogramma’s stellen we ook programma’s op voor de sleutelgebieden uit de visie. We doen dit voor ten minste deze gebieden:

Een omgevingsprogramma is een instrument uit de Omgevingswet. Met de woorden “ten minste” is onduidelijk wat dit betekent voor de andere sleutelgebieden en projecten. Het is daarom beter om per sleutelgebied en sleutelproject aan te geven wat het vervolg is. Komt er een programma? Komt er een uitvoeringsplan? Of…. Maak het SMART!

Blz. 22 en 135

Blz. 22 In Haarlem werken we met gebieden: Haarlem Noord, Haarlem Oost, Centrum, Zuid West en Schalkwijk

Blz. 135 De stadsdelen (de uitgewerkte integrale ontwikkelopgave per stadsdeel)

Wij missen in de Omgevingsvisie een soort korte samenvatting van de visie per stadsdeel. Dit zou de visie veel toegankelijker kunnen maken voor inwoners, zeker als daar een stadsdeelkaart bij zou zitten. Wij zijn het eens met de stadsbouwmeester dat een visiestuk per stadsdeel het eigenaarschap van bewoners en gebruikers van buurten kan vergroten. Ook hier kunnen we leren van Amsterdam die ook in de Omgevingsvisie een visie per stadsdeel heeft gevoegd.

Wij vragen ons af of als vervolg op de Omgevingsvisie een programma per stadsdeel toegevoegde waarde heeft. Wij verwachten veel overlap met programma’s voor specifieke sleutelgebieden of sleutelprojecten. Het is beter in deze Omgevingsvisie al een beeld te schetsen van de ontwikkelingen waar per stadsdeel op wordt ingezet. Dan is een apart programma per stadsdeel niet nodig. Uiteraard gaan we er wel vanuit dat het huidige meerjarige gebiedsprogramma dat jaarlijks wordt geactualiseerd wel behouden blijft. Maar dit heeft vooral het karakter van een projectenlijst. Het zou mooi zijn als dit MJGP sterk verbonden wordt met de Omgevingsvisie.

 

Taal- en layoutcorrecties

Blz. 40

Die ontspanning wordt niet alleen gezocht in het groen, ook op het water

, maar ook

Blz. 46

Als we met de vaart waarmee we de afgelopen decennia doorgaan met het gebruiken van fossiele brandstoffen

Als we met dezelfde vaart als de afgelopen decennia doorgaan met het gebruik van fossiele brandstoffen

Blz. 47

Energietransitie

Moet aparte tussenkop zijn in de layout

Blz. 57

De zes opgaven

In hoofdstuk 7 hebben de zes opgaven dezelfde kleur. Elders in de omgevingsvisie heeft elke opgave echter zijn eigen kleur. Het is logischer om dit ook in hoofdstuk 7 te doen.

Blz. 58

De opgave daarvoor

Onduidelijk is welke link hier wordt gelegd tussen luchtkwaliteit en geluidshinder. Ons lijken dit twee aparte opgaven.

Blz. 75

Ramplaankwartieer

Verschrijving

Blz. 76

We gaan onderzoeken hoe we in de toekomst op verantwoorde wijze met hinderzonering.

Zin loopt niet.

Blz. 78

toekomstig

Bedoeld wordt toekomstbestendig

Blz. 82

maar oor

maar door

Blz. 130

Zie tijdlijnkaarten op pagina 138

Verwijzing klopt niet

Blz. 132

Tijdlijnkaarten

Mooie visuele weergave van de voorziene ontwikkelingen. Voor de leesbaarheid lijkt het ons wel van belang dat deze ontwikkelingen ook in tabelvorm worden toegevoegd.

Blz. 135

Van programma’s en zones naar omgevingsplannen

Er komt één omgevingsplan.

 

 

Opmerkingen bij digitale kaartlagen

Fiets

Fietstunnel onder spoor bij station Oostpoort ontbreekt in verlengde van Jan van Krimpenweg, inclusief deze weg (doorgaande fietsroute Waarderweg-Parkwijk-Schalkwijk)

Fiets

Nieuwe brug over Spaarne thv Spaarneboog ontbreekt. Is wel onderdeel van ontwikkelvisie Spaarndamseweg

Fiets

Fietsroute Geusevesperstraat - Van der Aartsportpak ontbreekt

Fiets

Fietstunnel onder spoor in verlengde van Prins Bernhardlaan ontbreekt

Fiets

Fietsroute kinderhuissingel <> Verspronckweg ontbreekt

Fiets

Bestaande fietsbrug over Kinderhuissingel t.h.v. Nieuwegracht ontbreekt

Fiets

Wij zijn van mening dat ook met de Fietsring wel een fietsroute Noord/Zuid en Zuid/Noord door het centrum beschikbaar moet blijven en in de visie opgenomen moet worden. Dit betreft de route Noord>Zuid: Kruisweg-Kruisstraat-Nieuwe Groenmarkt-Grote Markt-Gierstraat en Zuid>Noord: Kleine Houtweg-Kleine Houtstraat-Jansstraat-Jansweg-Stationsplein

Fiets

Wij zijn van mening dat de Rode Loper in het verlengde van de Kruisweg moet worden doorgetroken over de Bolwerken naar Haarlem Noord.

Fiets

Fietsroute langs Delftlaan ten noorden van Jan Gijzenkade is niet helemaal goed ingetekend. Er zijn hier twee routes: de bestaande ten oosten van de Delftlaan en de nieuwe geplande ten westen van de Delftlaan.

Fiets

Overweeg een kaartlaag fietsstraten

Cultuurhistorie

Kaart cultuurhistorie SOR ontbreekt in omgevingsvisie

Bomen

Kaart hoofdbomenstructuur SOR ontbreekt in omgevingsvisie

Water

Kaart water op straat SOR ontbreekt in omgevingsvisie

Openbaar vervoer

Toekomstige HOV-verbinding Schalkwijk Centrum-Prins Bernhardlaan-Oostpoort is vergeten in te tekenen langs Amerikaweg

Openbaar vervoer

Gewenste HOV verbinding Schalkwijk Centrum-Heemstede ontbreekt

Openbaar vervoer

Wij vragen de reservering voor spooruitbreiding te verlengen tussen station Haarlem en station Heemstede-Aerdenhout. Bij plannen voor hoogfrequente Sprinters dreigen Intercity’s te verdwijnen. Voor behoud van Intercity’s vanuit Haarlem naar Leiden en Amsterdam is binnen Haarlem in de toekomst viersporigheid nodig.

Openbaar vervoer

Overweeg ook HOV langs Westelijke Randweg/Delftlaan tussen station Haarlem en Delftplein (mogelijk deels ter vervanging van lijn 2 die dan route via Planetenlaan zou kunnen gaan volgen)

Openbaar vervoer

In SOR kaart staat niet alleen het HOV maar ook het overige OV. Neem in de omgevingsvisie in een kaartlaag ook het overige OV op.

Openbaar vervoer

Neem een reservering op voor een station Haarlem West bij de Westergracht. Dit wordt mogelijk een optie als er een hoogfrequent Sprinternet zou komen tussen Leiden-Haarlem-Amsterdam.

Openbaar vervoer

Overweeg de HOV-route vanuit knooppunt Nieuw Zuid naar Haarlem Noord vanaf de Koepel niet langs station Haarlem en Rijksstraatweg te leiden maar langs de Spaarndamseweg om zo meer Haarlemmers een HOV halte in de nabije omgeving te geven en de N200 langs het station te ontlasten.

 

« Terug