Uitvoeringsregels en uitvoeringsbesluit maatwerkvoorzieningen WMO
De raadscommissie samenleving sprak over de uitvoeringsregels en het uitvoeringsbesluit maatwerkvoorzieningen WMO. Hierin staat hoe wordt vastgesteld welke zorg mensen krijgen vanuit de gemeente. Namens de ChristenUnie sprak schaduwraadslid Rosa Barth.
Voorzitter, ik dank de wethouder voor de set uitvoeringsregels voor de WMO. Het is wel een heel pakket geworden. De ChristenUnie heeft nog opmerkingen over het keukentafelgesprek, het persoonlijke plan, over duurzaamheid, over de motivatieplicht voor een PGB en over de hoogte van de PGB.
In het collegebesluit wordt aangegeven dat eigenkrachtoplossingen zoveel mogelijk worden benut en gezocht worden tijdens keukentafelgesprekken. Hoe voorkomen we dat te veel of juist te weinig zorg wordt toegekend? We hebben nu eenmaal mondige en onmondige burgers. Wat als iemand zegt “ik heb een buurvrouw die mij gaat helpen”, maar die buurvrouw gaat vervolgens helemaal niet helpen? Of als een mantelzorger in zijn eigen kracht staat, maar het eigenlijk niet aankan, waardoor het misgaat? Deze zorg spreek ik uit, want er gebeurt veel in de interactie. Mijn vraag aan de wethouder: hoe gaan we dit monitoren?
Centraal onderdeel in de WMO is de mogelijkheid dat mensen een persoonlijk plan kunnen schrijven (artikel 2.3 lid 4). De wettelijke termijn voor een persoonlijk plan is 7 dagen. Maar soms heeft een burger meer tijd nodig. In antwoord op technische vragen wordt erkend dat de gemeente vrij is van deze termijn af te wijken ten gunste van de burger, bijvoorbeeld als de burger meer tijd nodig heeft omdat hij een beroep moet doen op zijn sociale omgeving om het plan op te stellen. Is het college bereid dit ook op te nemen in de uitvoeringsregels?
Een ander centraal uitgangspunt is dat steeds de goedkoopste adequate voorziening voorop staat. Ik mis hierbij het criterium duurzaamheid terwijl de gemeente wettelijk verplicht is 100% duurzaam in te kopen. Dat kan er voor zorgen dat toch een iets duurdere voorziening wenselijk is. Kan de wethouder de uitvoeringsregels op dit punt aanpassen? Ik denk dan aan duurzame materialen en een goede recyclingregeling. Duurzaamheid gaat ook over hoe lang voorzieningen meegaan. Ook dit punt moet denk ik duidelijker in de uitvoeringsregels. De ChristenUnie stelt voor zuinig gebruik te stimuleren door een deel van de besparing terug te geven aan de burger als een rolstoel langer meegaat dan gemiddeld.
Dan de verplichting dat burgers de keuze voor een PGB moeten motiveren. Op grond van de wet mag deze motivatie heel ruim zijn. En de gemeente mag een PGB niet weigeren op grond van haar oordeel over de motivatie van de aanvrager. De ChristenUnie zou dit graag verduidelijkt zien in de uitvoeringsregels omdat dit anders door een verkeerde interpretatie een onterechte afwijzingsgrond kan worden.
Bij het PGB voor begeleiding en ondersteuning door informele zorgverleners in artikel 1.7 wordt uitgegaan van een uurtarief van 20 euro per uur terwijl professionals 35,95 euro krijgen. Natuurlijk zit daar nog overhead bij. Maar als ik hiervoor een percentage van 15% reken zoals ook is gedaan bij de PGB huishoudelijke ondersteuning dan kom ik op een tarief van 30,55 euro. Een verschil dus van 10 euro en dat vind ik toch wel veel! Dit kan voor mensen het verschil zijn of ze minder uren kunnen gaan werken of niet om zorg voor de naaste op zich te nemen. Is het college bereid dit aan te passen?
In antwoord op de vragen van de ChristenUnie gaf de wethouder aan dat er maatwerk zal worden geleverd als iemand meer tijd nodig heeft om een persoonlijk plan te maken. Het college houdt voorlopig wel vast aan het uurtarief van 20 euro. Dit is volgens de wethouder in de meeste gevallen ruim voldoende. Een hoger tarief zou soms buitenproportioneel zijn als de zorg wordt verleend door familie. Maar ook hier heeft het college aangegeven dat niet wordt uitgesloten dat soms maatwerk nodig is.
Schrijf een reactie via Facebook