Dementiezorg is specialisme, pas op met bezuinigen!

IMG_5320.JPGdonderdag 12 maart 2015 20:21

Speciaal getrainde casemanagers kunnen zorgen dat de zorg voor dementerenden goed wordt afgestemd en dat dementerenden en hun familie goed worden voorbereid op de volgende fases van deze ziekte. De ChristenUnie-fractie wil weten of deze casemanagers er binnenkort nog wel zijn in Haarlem gezien de bezuinigingen in de zorg.

Raadslid Frank Visser: “Een wijkverpleegkundige of een mantelzorgconsulent is geen dementie-deskundige. Ik vrees dat straks niet meer de juiste ondersteuning wordt geboden en dementerenden door de bezuinigingen eerder zijn aangewezen op duurdere zorg. Het resultaat is dat we dan juist meer geld kwijt zijn en dementerenden eerder moeten worden opgenomen!”

De ChristenUnie wil weten wat de plaats van deze casemanagers is in het nieuwe zorgstelsel nu de gemeente voor veel meer zorgtaken verantwoordelijk is. “Ik heb een aantal subsidies voor dementiezorg gevonden, maar ik kan nergens een goed overzicht vinden van de dementiezorg in Haarlem. Het budget voor de begeleiding voor zelfstandig wonende mensen met beginnende dementie wordt gehalveerd. Dit zou moeten worden opgevangen door meer vrijwilligers, maar is dat wel haalbaar? Een visie ligt er nog niet. En hoe moet ik het voor mij zien dat casemanagers straks nog wel mogen coördineren, maar niet meer de mantelzorgers mogen ondersteunen? Dat is versnippering van de zorg. Ik wil een duidelijke visie van het college want de komende jaren zal het aantal dementerenden met de vergrijzing alleen maar toenemen.”

Haarlem, 11 maart 2015

Raadsvragen ex artikel 38

Betreft: dementiezorg in Haarlem

Geacht College,

Hierbij stuur ik u een serie schriftelijke vragen over dementiezorg in Haarlem en dan met name de casemanagers dementie. Bij voorbaat dank voor de beantwoording.

Met vriendelijke groet,

Frank Visser
Fractievoorzitter ChristenUnie Haarlem

Toelichting

Een persoon met dementie kan te maken krijgen met verschillende vormen van zorg. Denk bijvoorbeeld aan mantelzorg, dagbesteding-/voorziening, een casemanager, een wijkverpleegkundige, een wijkteam, de huisarts en de geriater. Een goede afstemming van zorg is van belang. Een persoon met dementie kan zelf niet de regie over de zorg voeren. Ook voor naasten van de dementerende is dit vaak erg ingewikkeld. Een casemanager dementie kan dat wel.

In de Zorgstandaard Dementie staat beschreven dat casemanagement een vast en leidend onderdeel is van de regionale dementieketen. Casemanagement is geen losstaande functie. Er moeten afspraken zijn tussen ketenpartners over de inbedding van het casemanagement in de keten.

Voor een goede afstemming van zorg zou het goed zijn als de casemanager dementie onderdeel uitmaakt van het sociale wijkteam. Wanneer dit niet het geval is zal er op zijn minst een goede afstemming nodig zijn tussen de naasten van de dementerende, casemanager, de wijkverpleging (als die in beeld is bij de persoon met dementie) en het sociale wijkteam. Casemanagement dementie wordt door zorgverzekeraars omarmd, maar zij zijn van mening dat dit niet per se door casemanagers gedaan hoeft te worden. Ze vinden dat een geschoolde wijkverpleegkundige dit er wel bij kan doen. De ChristenUnie is daar kritisch over. Casemanagers zijn specialisten met kennis en expertise die een wijkverpleegkundige niet heeft. Wat nu gebeurt is dat zorgverzekeraars zorgaanbieders korten, waardoor zorgaanbieders casemanagers dementie ontslaan en dit pakket onderbrengen bij de wijkverpleegkundigen. De staatssecretaris wil volgend jaar een structuur voor casemanagement verder uitbouwen, maar er zijn zorgen of deze specialistische casemanagers er dan nog wel zijn.

De situatie wordt nog gecompliceerd doordat de verantwoordelijkheid voor dementiezorg verdeeld is over meerdere partijen. Voor zover de ChristenUnie-fractie heeft begrepen valt casemanagement onder de Zorgverzekeringswet als er sprake is van persoonlijke verzorging, maar valt het onder de WMO als dit niet het geval is.

Voor de ChristenUnie-fractie in Haarlem is onduidelijk hoe de integrale dementiezorg geregeld gaat worden in Haarlem. In de stukken over de decentralisaties is op meerdere plaatsen gesproken over dementiezorg:

  • In het subsidieoverzicht basisinfrastructuur wordt gesproken over Begeleiding van zelfstandig wonende mensen met beginnende dementie en hun mantelzorgers. De subsidie bedraagt voor 2013 en eerste helft 2014 € 273.950,-- en voor tweede helft 2014 en heel 2015 € 150.000,--. De aanvraag is volgens het stuk door de instelling verlaagd waarbij wel dezelfde prestaties worden aangeboden als in de vorige periode. “Dit kan door een verschuiving naar collectieve en vrijwillige inzet, e-health en samenwerking met partners. Consequentie hiervan is wel dat meer beroep wordt gedaan op mantelzorgers en vrijwillige inzet. Dit zal waarschijnlijk een extra druk leggen op de ondersteuning van vrijwillige inzet en van mantelzorgers. Dit is nog niet vertaald in extra inzet door de instellingen die deze ondersteuning bieden.”
  • Blijkens de WMO offerteaanvraag maakt de begeleiding voor jong dementerenden onderdeel uit van dit perceel.
  • Op grond van de uitvoeringsbesluiten december 2014 komt er extra inzet voor de Mantelzorgconsulent Dementie (€ 24.500) Mantelzorgers van mensen met dementie zijn volgens dit stuk vaak kwetsbaarder en minder vitaal in het organiseren van de ondersteuning in het eigen netwerk. Verder staat er: “2015 is een overgangsjaar in het casemanagement dementie, waarbij de nadruk al meer ligt bij het coördineren van de zorg (als die er is) en steeds minder op het ondersteunen van de mantelzorger. Tandem zet met name voor deze groep een aantal uren per week een specifieke Mantelzorgconsulent Dementie in, om deze groep mantelzorgers te begeleiden/ondersteunen bij het thuis kunnen blijven verzorgen van hun naasten”
  • Op grond van de uitvoeringsbesluiten december 2014 komt er € 25.000 voor werving en trainingen zorg (respijt)vrijwilligers dementie.

Nergens vinden wij echter een beleidsstuk met een visie op de toekomst van de casemanagers dementie in Haarlem specifiek en meer algemeen een visie op de toekomst van de dementiezorg in Haarlem en hoe daarbij samengewerkt wordt met de zorgverzekeraars. De ChristenUnie fractie wil graag weten hoe de dementiezorg geregeld is in Haarlem, of hier sprake is van veranderingen ten opzichte van de situatie in 2014 en welke veranderingen er in deze zorg mogelijk nog komen op korte termijn.

Daarom hebben wij de volgende vragen:

  1. Kent u het bericht “Nieuwsuur: Casemanager dementie op de tocht”? [1]
  2. Kunt u een overzicht geven van alle incidentele en structurele middelen die beschikbaar zijn voor dementiezorg in 2014, 2015 en 2016 en wat dit concreet betekent voor de dementiezorg in 2015 en 2016 ten opzichte van hoe dit geregeld was in 2014?
  3. Hoeveel en welke vorm van dagbesteding, die geschikt is voor mensen met dementie, is ingekocht?
  4. Hoeveel casemanagers dementie zijn er in de gemeente in 2014, 2015 en 2016? Kunt u aangeven of er banen in het casemanagement dementie zijn verdwenen of gaan verdwijnen, zo ja hoeveel, en wat dit betekent voor de dementiezorg in de gemeente?
  5. Houden mensen die in 2014 case management dementie ontvangen, dezelfde rechten in 2015? Krijgen de 'nieuwe gevallen' ook aanspraak op case management?
  6. Is aan casemanagement dementie in Haarlem een eigen bijdrage verbonden (is het Individuele begeleiding) of valt het onder de (gratis) cliëntondersteuning?
  7. Deelt u de mening dat casemanagement dementie een dusdanige expertise vraagt dat dit niet kan worden overgenomen door de wijkverpleegkundige of het sociaal wijkteam? Hoe is het contact tussen de casemanagers dementie, de wijkverpleegkundige en het wijkteam georganiseerd? Zijn er duidelijke afspraken wie eindverantwoordelijke is? Hoe zien deze afspraken eruit?
  8. Op welke wijze wordt er samengewerkt en afspraken gemaakt met zorgverzekeraars over dementiezorg? Bent u bereid afspraken te maken met zorgverzekeraars over het behouden van de casemanagers?
  9. Kent u het amendement Otwin van Dijk c.s. (Kamerstuk 33841-86) [2] wat in de WMO 2015 artikel 4.4.1 meer in algemene zin heeft vastgelegd dat de gemeente verplicht is de WMO-taken af te stemmen met de zorgverzekeraars teneinde te komen tot een integrale dienstverlening aan cliënten en verzekerden? Op welke wijze heeft de gemeente dit vormgegeven? Gaat dit nog leiden tot een wijziging van de WMO-verordening zodat wordt vastgelegd hoe de samenwerking met verzekeraars praktisch wordt vormgegeven of bent u van mening dat hiervoor de summiere verwijzing naar de Zorgverzekeringswet in artikel 2.4 lid 1 onder g voldoende is?.
  10. Hoe borgt u goede zorg, en onafhankelijke inspraak voor mensen met dementie aangezien zij niet of in veel mindere mate in staat zijn zelf regie te voeren en op te komen voor hun belangen?
  11. Kunt u de halvering van het budget voor begeleiding van zelfstandige wonende mensen met beginnende dementie en hun mantelzorgers onderbouwen? Is onderzocht of dit ondanks extra inzet op mantelzorg niet in de praktijk betekent dat deze cliënten sneller aangewezen zullen zijn op duurdere zorg? Is inmiddels wel duidelijk wat de extra druk op de ondersteuning van vrijwillige inzet en van mantelzorgers betekent aan extra inzet door de instellingen die deze ondersteuning bieden? Is de extra inzet voor de mantelzorgconsulent van 24500 hiervoor voldoende?
  12. Wat wordt precies bedoeld met de uitspraak dat 2015 een overgangsjaar is in het casemanagement dementie? Wat zijn de beleidsuitgangspunten en wanneer worden deze aan de gemeenteraad voorgelegd?

« Terug

Archief > 2015 > maart

Geen berichten gevonden