In de verordening is opgenomen dat leerlingen die naar het speciaal onderwijs moeten het vervoer naar de dichtstbijzijnde voor hen passende school vergoed krijgen. Als er een wachtlijst is dan wordt het vervoer vergoed naar de school die daarna het meest dichtbij is. Raadslid Frank Visser: “Als tussentijds de wachtlijst opgelost is wilde de gemeente deze vergoeding verlagen om zo te stimuleren dat leerlingen alsnog zouden overstappen naar de dichtstbijzijnde school. Dat kun je niet van deze leerlingen vragen. Het gaat om kwetsbare leerlingen die vaak al op meerdere scholen hebben gezeten. Je moet deze kinderen als ze eindelijk op een goede school zitten niet dwingen weer van school te veranderen, puur vanwege de kosten van het leerlingenvervoer!” De ChristenUnie heeft daarom gesteund door Trots Haarlem, OPHaarlem en de Actiepartij een amendement ingediend dat door een meerderheid van de gemeenteraad is aangenomen.

Wat betreft de ChristenUnie is het prima als kinderen alsnog van school veranderen als hier van te voren goede afspraken over zijn gemaakt met de ouders en het kind, maar het belang van het kind dient altijd voorop te staan.

AMENDEMENT Blijvend recht op vervoersvoorziening bij wachtlijst (ChristenUnie, Trots Haarlem, OPHaarlem, Actiepartij)

De raad van de gemeente Haarlem in vergadering bijeen op 23 april 2015

Gelezen het voorstel voor de Verordening leerlingenvervoer gemeente Haarlem 2015

overwegende dat

• van een leerling niet kan worden gevraagd om midden in een schoolloopbaan alsnog te veranderen van school puur omdat de wachtlijst van de dichtstbijzijnde school is opgelost;
• het niet redelijk is om ouders in deze uitzonderlijke situatie, wanneer zij kiezen om de leerling te laten op de school waar de leerling is toegelaten, een lagere vervoersvoorziening toe te kennen;
• in de toelichting op de verordening staat dat bij het vervallen van een wachtlijst de vervoersvoorziening beperkt kan worden, uit de beantwoording van technische vragen blijkt dat dit niet hoeft, maar deze “kan” bepaling niet volgt uit de tekst van de verordening zelf;

Besluit de Verordening leerlingenvervoer gemeente Haarlem 2015 als volgt te wijzigen:

1. In artikel 3 wordt een vierde lid toegevoegd luidende:

“4. Indien de dichtstbijzijnde school niet toegankelijk is voor een leerling omdat de school een wachtlijst heeft, blijft in afwijking van het eerste lid aanspraak op een vergoeding voor vervoer naar de eerstvolgende dichtstbijzijnde school bestaan wanneer de dichtstbijzijnde school weer toegankelijk is, maar de leerling de verder weggelegen school blijft bezoeken.
Wanneer de dichtstbijzijnde school weer toegankelijk is, is het eerste lid wel van toepassing als deze school op grond van het ondersteuningsplan als bedoeld in het derde lid meer passend is voor de leerling.”

2. In de toelichting wordt de alinea “De school is vol” vervangen door:

“De school is vol
Ouders zijn vrij om hun kind naar elke school van hun keus te laten gaan, maar in het kader van het leerlingenvervoer hoeft slechts een vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde, toegankelijke school te worden verstrekt. Het spreekt voor zich dat op een voor de leerling geschikte school wel ruimte voor de leerling moet zijn en dat de leerling moet zijn/worden toegelaten. Een school die vol is heeft geen zorgplicht voor de leerling. Indien de dichtstbijzijnde school niet toegankelijk is voor een leerling omdat de school vol is, wordt daarom een vervoersvoorziening toegekend naar de eerstvolgende dichtstbijzijnde, toegankelijke school. De aanspraak op een vergoeding voor het vervoer naar deze verder weg gelegen school blijft bestaan als de wachtlijst voor de dichtstbijzijnde school is opgelost, maar de leerling de verder weggelegen school blijft bezoeken. Van een leerling kan niet worden gevraagd om midden in een schoolloopbaan alsnog te veranderen van school puur omdat de wachtlijst van die school is opgelost en de vervoersvoorziening wordt in deze situatie dan ook niet beperkt.

Wanneer een school een wachtlijst heeft zal dit in het advies van de school aangegeven worden. Dat geldt ook voor de duur van de wachtlijst. Indien ouders hiermee instemmen kunnen bij de toekenning van de vervoersvoorziening afspraken worden gemaakt over het verplaatsen van het kind als de oorspronkelijke locatie weer plaats heeft. Het kind zal in de praktijk vaak het schooljaar afmaken op de school waar hij is geplaatst.

In de beschikking van de gemeente wordt opgenomen wanneer het om een wachtlijstplaatsing gaat en dat gedurende de periode dat het kind op de verder weggelegen school onderwijs volgt, het vervoer naar deze locatie wordt vergoed. Zo is duidelijk dat het hier een uitzondering betreft. Als de oorspronkelijke locatie weer plaats heeft, wordt uiteraard in overleg met school en ouders gekeken of het raadzaam is het kind nog te ‘verplaatsen’. Dit kan niet worden verplicht tenzij de ouders hier vooraf mee hebben ingestemd. Hier is wel een uitzondering op. Het kan zijn dat de dichtstbijzijnde school meer geschikt is voor de leerling. In dat geval is het ondersteuningsplan leidend en wordt de vergoeding bijgesteld naar de afstand tot de dichtstbijzijnde school plaatsvinden. De extra kosten die het vervoer naar de verder weg gelegen locatie met zich meebrengt zijn in dat geval voor rekening van de ouders. Zij maken immers dan een eigen keuze, die afwijkt van het advies van de school. Dit is een wettelijke regeling en kan niet veranderd worden in de verordening.”

En gaat over tot de orde van de dag.

Frank Visser (ChristenUnie)

Sander van den Raadt (Trots Haarlem)

Femke de Leeuw (OPHaarlem)

Sjaak Vrugt (Actiepartij)