Slachtoffers loverboys mogen geen slachtoffer gemeente worden

Prostitutie-7796zaterdag 05 september 2015 15:40

De ChristenUnie heeft zorgen over de opvang van slachtoffers van loverboys en eergerelateerd geweld uit Haarlem en omgeving. Raadslid Frank Visser: “Gemeenten horen slachtoffers die zeer specifieke hulp nodig hebben onder te brengen bij landelijk gespecialiseerde instellingen. Voor loverboy slachtoffers is dat Fier met vestigingen in Rotterdam en Friesland. Maar er zijn signalen dat veel gemeenten proberen slachtoffers zo veel mogelijk onder te brengen in eigen regionale voorzieningen om kosten te sparen. Deze instellingen zijn echter niet gespecialiseerd in de opvang van deze slachtoffers”. De fractie heeft vragen gesteld aan het college van B&W naar aanleiding van een artikel in Trouw op 11 augustus.

Er is een landelijke afspraak dat alle gemeenten 3,6% van het budget moeten reserveren voor landelijk opererende specialistische zorgaanbieders. Er zijn echter door gemeenten geen bedden gereserveerd of garanties gegeven dat deze instellingen ook die 3,6% krijgen. Dit in tegenstelling tot de gesloten jeugdzorg die zelfs verzekerd is van vaste inkomsten, ook als er minder bedden worden gebruikt. Veel gemeenten zouden de voorkeur geven aan de eigen crisisopvang omdat daar al voor betaald is. Zo hopen zij een deel van die 3,6% over te houden. Visser: “De slachtoffers krijgen dan niet de hulp die ze nodig hebben. Ik wil weten hoe Haarlem dit heeft geregeld.”

Er is nog een argument om loverboy slachtoffers niet in de regio op te vangen. Visser: “De kans dat ze dan terugvallen en opnieuw slachtoffer worden is in de eigen regio veel groter” De ChristenUnie sluit opvang in regionale instellingen van loverboy slachtoffers overigens niet uit. “Als er bij de landelijke instelling een wachtlijst is dan moet je wat, want opvang kan vaak niet wachten. Die wachtlijsten ontstaan echter ook doordat de landelijke instellingen nu onvoldoende zekerheid hebben over hun inkomsten en dus niet kunnen investeren in extra bedden. Ik wil daarom dat Haarlem samen met andere gemeenten bedden gaat reserveren. Het gaat per gemeente gelukkig maar om enkele slachtoffers per jaar”

De ChristenUnie heeft ook vragen gesteld over de voorlichting over loverboys. De partij wil weten of het college wil kijken naar een betere, eventuele aangepaste, aanpak van de voorlichting. Visser: “Mentoren en vertrouwenspersonen van scholen kunnen grondiger voorgelicht en begeleid worden in het herkennen en helpen van mogelijke slachtoffers van loverboys.”

Haarlem, 5 september 2015

Betreft: Raadsvragen ex artikel 38, Opvang slachtoffers loverboys en eer gerelateerd geweld

Geacht  College,

Hierbij stuur ik u naar aanleiding van landelijke berichtgeving deze zomer een serie schriftelijke vragen over de opvang van slachtoffers van loverboys en eer gerelateerd geweld uit Haarlem en omgeving en de afspraken die hierover zijn gemaakt met landelijk werkende instellingen. Bij voorbaat dank voor de beantwoording.

Met vriendelijke groet,

 

Frank Visser
Fractievoorzitter ChristenUnie Haarlem

Toelichting

In het artikel ‘Slachtoffer loverboy krijgt niet juist hulp’ (Trouw, 11 augustus 2015) is te lezen dat de slachtoffers van loverboys niet de specifieke hulp krijgen die zij nodig hebben. In plaats van dat de slachtoffers doorverwezen worden naar de specialistische opvang- en behandellocaties aangeboden door landelijk werkende instanties zoals Fier, worden zij veelal in de crisisopvang van de gemeente geplaatst.

Een van de hoofdredenen voor het niet adequaat doorsturen van de slachtoffers blijkt een financiële reden te zijn. In plaats van geld te reserveren voor de specifieke behandelingen, steken gemeenten het geld liever in de door hen al betaalde bedden. Hierdoor worden de slachtoffers van de loverboys opnieuw geslachtofferd; in plaats van hen te helpen en hen de zorg aan te bieden die daadwerkelijk geschikt is, worden deze slachtoffers aan hun lot overgelaten.

Met deze bureaucratische gang van zaken zijn de gemeenten penny wise, pound foolish bezig. Direct specialistische hulp bieden is niet alleen beter voor het slachtoffer, onderaan de streep is het ook efficiënter en dus goedkoper. Doordat de landelijk werkende instellingen nu niet zeker zijn dat gemeenten naar hen doorverwijzen is ook de kans op wachtlijsten bij deze organisaties groter omdat zij onvoldoende zekerheid hebben om te kunnen investeren in extra bedden. Dit in tegenstelling tot de gesloten jeugdzorg die, voor zover bekend bij de ChristenUnie-fractie, juist een gegarandeerd bedrag krijgt ongeacht het aantal bedden dat wordt bezet.

Wij maken ons daarom zorgen over de problematiek rondom de opvang van en hulpverlening aan de slachtoffers van loverboys. Wij willen weten hoe Haarlem omgaat met slachtoffers van loverboys en eer gerelateerd geweld en meer in het algemeen hoe het in Haarlem staat met de besteding van de 3,6% van het budget die gereserveerd is voor het Landelijke Transitie Arrangement wat onder meer bedoeld is voor de opvang van slachtoffers van loverboys maar ook andere vormen van specialistische hulp.

Ook zijn wij benieuwd naar de inzet van het college op het gebied van voorlichting over loverboys. Er is volgens de gespecialiseerde instellingen een grote vraag naar een betere voorlichting over loverboys. Directe voorlichting aan jongeren blijkt niet of te weinig te werken. In plaats van voorlichters langs scholen te sturen, zou het volgens de betrokkenen beter zijn om de mentoren en vertrouwenspersonen van scholen grondiger voor te lichten en te begeleiden in het herkennen en helpen van mogelijke slachtoffers van loverboys.

Wij hebben daarom de volgende vragen:

  1. Kent u het bericht “Slachtoffer loverboy krijgt niet juiste hulp” [1]?
  2. Deelt u de mening dat het vaak beter is voor slachtoffers van loverboys of eer gerelateerd geweld als ze in een andere regio worden opgevangen?
  3. Bent u het ermee eens dat de opvang van slachtoffers van loverboys en eer gerelateerd geweld hoog specialistische hulp is, die niet ambulant of in niet-gespecialiseerde voorziening kan worden geboden behoudens situaties van overmacht (bij wachtlijsten bij specialistische instellingen)?
  4. Wordt daarom in Haarlem in principe altijd doorverwezen naar de landelijke specialistische opvangorganisaties waarmee afspraken zijn via de raamcontracten met het VNG of zet Haarlem bij de behandeling van slachtoffers van loverboys ook of alleen de regionale crisisopvang in?
  5. Zijn er in 2015 vanuit Haarlem slachtoffers van loverboys of eer gerelateerd geweld ondergebracht bij een zorginstelling en zo ja, om hoeveel slachtoffers gaat dit en is dit gebeurd bij een specialistische landelijke opvangorganisatie of bij een zorginstelling met een regionaal contract? Heeft u ook cijfers over 2012, 2013 en 2014?
  6. Kunt u aangeven in hoeverre het budget van 3,6% dat is gereserveerd voor raamovereenkomsten die zijn gesloten in het kader van het Landelijke Transitie Arrangement in het eerste kwartaal van 2015 door de gemeente Haarlem ook daadwerkelijk voor dit Landelijke Transitie Arrangement is ingezet? Als dit substantieel lager is dan 3,6% kunt u dit dan onderbouwen?
  7. Bent u bereid om samen met andere gemeenten plekken in te kopen bij de partijen die zijn aangesloten bij het Landelijk Transitie Arrangement zoals Fier Fryslan zodat dergelijke instellingen meer zekerheid krijgen over het gebruik van hun bedden, daardoor kunnen blijven investeren en zo wachtlijsten voor urgente zorg aan bijvoorbeeld slachtoffers van loverboys kunnen worden voorkomen?
  8. Bent u bereid om te kijken hoe de voorlichting over loverboys beter aangepakt kan worden, eventueel herzien kan worden en efficiënter kan worden ingericht?

« Terug

Archief > 2015 > september

Geen berichten gevonden