Verkiezingsprogramma 2010

Christelijk-sociaal: dienstbaar en duurzaam

Verkiezingsprogramma ChristenUnie Haarlem 2010-2014

 

Download: PDF | Word

Voorwoord

Met elkaar werken aan een actieve en betrokken samenleving. Spreekt u dat aan? Lees dan verder!

Op 3 maart 2010 worden de verkiezingen voor de gemeenteraad gehouden. Als inwoner van Haarlem heeft u het op die dag voor het zeggen. Welke koers moet de gemeente varen in de periode 2010 tot 2014? Daaraan kunt u, samen met alle burgers, bij de gemeenteraadsverkiezingen een beslissende richting geven.

In dit verkiezingsprogramma leggen we uit wat naar onze overtuiging die richting moet zijn. Als ChristenUnie streven we naar een helder, herkenbaar en betrouwbaar beleid. Aandacht voor mensen en milieu vanuit het besef van verantwoordelijkheid. Rechtvaardige regelgeving en geen onnodige bureaucratie.

U kunt er alles over lezen in het verkiezingsprogramma dat u nu in handen heeft. Wij hopen mede dankzij uw stem ons beleid uit te kunnen voeren, in de gemeenteraad en daarbuiten.

Heeft u vragen over dit programma? Of heeft u een goed idee voor Haarlem? Neem dan gerust contact met ons op!

Inleiding

De ChristenUnie is er voor u! Juist in moeilijke tijden willen wij als christelijk-sociale partij de handen uit de mouwen steken en ons inzetten voor u en voor onze gemeente. Dat doen we vanuit onze persoonlijke betrokkenheid bij onze samenleving en vanuit onze christelijke overtuiging.

Wij hebben oog voor mensen, hun welbevinden en hun relaties. Niemand leeft voor zichzelf en niemand mag aan zijn eigen lot worden overgelaten. We geloven dat mensen tot bloei komen als ze zich voor elkaar verantwoordelijk voelen en zorg dragen voor elkaar. We zetten ons daarom in om onmenselijke situaties van verslaving, armoede en eenzaamheid tegen te gaan en te voorkomen. De ChristenUnie wil alles doen wat in haar vermogen ligt om mensen tot hun recht te laten komen. Dat kunnen we niet alleen.

Als inwoners van Haarlem zijn we geen geïsoleerde individuen die met de rug naar elkaar toe staan. We zijn als mensen en samenlevingsverbanden op elkaar aangewezen. Wij willen daarom ruim baan geven aan die gemeenschappen waarin zorg en verantwoordelijkheid opbloeien. Gezinnen, scholen, kerken, bedrijven en organisaties van burgers (sportclubs, verenigingen e.d.) vormen de basis van de samenleving. Daarin wil de ChristenUnie investeren.

Religieuze en culturele verschillen kunnen in de praktijk lastig zijn, maar als we elkaar de ruimte geven en elkaar respecteren, dan kan diversiteit de gemeenschap versterken. Wij willen ons inzetten voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en voor het bijzonder onderwijs.

Wij willen ons inzetten voor duurzame economische ontwikkeling. Goede zorg voor de schepping en dus voor mens, natuur, landschap en milieu heeft onze grote aandacht en betrokkenheid.

Het is een belangrijke taak van de gemeente om criminaliteit en overlast tegen te gaan. Met elkaar kunnen we iets doen tegen hufterigheid op straat en vervuiling van onze leefomgeving. Echter, de overheid heeft niet alles in de hand. De politiek kan niet alles oplossen. We hebben elkaar nodig. Samen kunnen we iets moois van onze gemeente maken. Wij zullen daar van onze kant alles aan doen, daar kunt u van op aan.

Als christenen in de politiek beseffen we ook dat de bloei van onze gemeente afhangt van de zegen van God. We zien uit naar de komende vier jaar en rekenen op uw steun!

Speerpunten 2010-2014

  • De Wet maatschappelijke ondersteuning biedt ruimte voor vrijwilligers, verenigingen, welzijnsorganisaties en kerken om een bijdrage te leveren aan de sociale samenhang. Het gemeentelijk beleid moet er op gericht zijn op zoek te gaan naar kwetsbare medeburgers en mantelzorgers te ondersteunen.
  • Goede en bereikbare en toegankelijke welzijnsvoorzieningen voor jong en oud zijn van belang voor de leefbaarheid in de wijken. In elk stadsdeel dient er een jongerencentrum te zijn. Projecten om de participatie van ouderen en gehandicapten te stimuleren verdienen ondersteuning.
  • Omzien naar elkaar is een taak voor elke burger. De overheid moet opkomen voor de zwakkeren. Dit betekent: het bieden van opvang en begeleiding voor daklozen, uitstapprogramma’s voor prostituees, begeleiding van verslaafden naar een nieuw leven zonder drugs en goede nazorg voor ex-gedetineerden zodat terugval wordt voorkomen.
  • De financiële positie van Haarlem is slecht. De reserves zijn te laag en de schuld van Haarlem is de afgelopen jaren fors opgelopen. De gemeente zal moeten bezuinigen om deze schuld af te lossen en ook ontkomt de gemeente er bijvoorbeeld niet aan de OZB-tarieven te verhogen. Geen populaire maar wel een duidelijke boodschap. Het is zeker dat dit na de verkiezingen gaat gebeuren.
  • Jarenlang heeft Haarlem meer oog gehad voor culturele prestige projecten dan voor onderhoud. Het gevolg is een forse achterstand. Ondanks een inhaalslag in de afgelopen jaren is er nog veel achterstallig onderhoud, zowel bij wegen, bruggen en kades als bij groen en schoolgebouwen. Opknappen verdient de hoogste prioriteit.
  • Haarlem zal er niet aan ontkomen om, los van de nu al benodigde bezuinigingen, extra te bezuinigen als gevolg van de economische crisis. Bij de moeilijke keuzes die gemaakt moeten wil de ChristenUnie zo min mogelijk bezuinigingen op kerntaken zoals armoedebeleid, Er kan o.a. bezuinigd worden op cultuur. Ook moet het subsidiebeleid kritisch tegen het licht worden gehouden en worden geïnvesteerd in energebiesparing.
  • Een goede samenwerking tussen de gemeente en wijkraden en bewonersgroepen.
 

Naar boven

2 Dienstbare overheid

 

Het gemeentebestuur moet niet gericht zijn op zichzelf, maar op de samenleving en op het algemeen belang. De bestuursperiode van 2010 tot 2014 kenmerkt zich net als de afgelopen periode door een groeiende verantwoordelijkheid van gemeenten. De afgelopen jaren zijn allerlei taken gedecentraliseerd (overgedragen van het Rijk naar de gemeenten), bijvoorbeeld op het gebied van werk, bijstand, inburgering, zorg en welzijn. De gemeente wordt steeds meer gezien als de overheid waar het beleid begint. Een overheid die zelfstandig taken uitvoert. De ‘eerste overheid’ wordt het ook wel genoemd. Haarlem staat voor de uitdaging deze versterkte positie om te zetten in resultaat. Dat vraagt om visie en bestuurskracht, om een betrouwbare en daadkrachtige overheid.

Hoe werkt de gemeente?

Bij de gemeenteraadsverkiezingen mag u als burger uw lokale vertegenwoordiging kiezen. De kiezers bepalen de samenstelling van de gemeenteraad. Na de verkiezingen gaan de gekozen politici van de verschillende partijen onder leiding van de grootste partij of een informateur onderhandelen over wie met elkaar de coalitie gaan vormen en dus de wethouders gaan leveren. Het college van burgemeester en wethouders gaat de gemeente besturen. De gemeenteraad stelt daarvoor vooraf de kaders en controleert achteraf. Veel werk van de gemeenteraad wordt gedaan in themacommissies waarin alle fracties een of meer vertegenwoordigers hebben. Deze commissies bepalen of onderwerpen in de raad verder worden besproken of kunnen worden afgedaan als hamerstuk. College en raad hebben dus eigen verantwoordelijkheden, maar zijn samen verantwoordelijk voor het bestuur van onze gemeente.

De gemeente moet ook een dienstbare overheid zijn, een bondgenoot van de samenleving. Dat betekent niet mensen plat knuffelen of betuttelen. Dat betekent wel zoveel mogelijk verantwoordelijkheden in de samenleving laten, terugleggen of delen. De gemeente moet burgers, organisaties en bedrijven aanspreken op hun verantwoordelijkheden. De gemeente ondersteunt daarbij, faciliteert en stelt grenzen waar nodig. Op deze manier draagt de overheid bij aan een bloeiende samenleving.

Een dienstbare overheid vraagt om dienstbare raadsleden, wethouders, burgemeester en ambtenaren. De ChristenUnie wil een gemeentelijke organisatie die dienstbaar is aan de samenleving en zoveel mogelijk via één loket open, transparant, service- en klantgericht handelt. De ChristenUnie staat dicht bij de burger en zet daarom buurten en wijken centraal. ChristenUnie-politici willen betrouwbaar zijn en open en transparant hun afwegingen maken.

Dienstbaarheid is niet soft en is ook niet alleen maar dienstbaarheid aan burgers. Het is ook dienstbaarheid aan het algemeen belang en aan de publieke gerechtigheid. Daarin heeft de overheid ook een duidelijke eigen verantwoordelijkheid.

Naar boven

2.1          Rol van gemeente

 

Trends en ontwikkelingen

De positie van de gemeente wordt steeds belangrijker. Het Rijk en de provincies decentraliseren allerlei taken naar het lokale niveau. Dit vraagt om een goed toegerust ambtenarenapparaat en een efficiënte uitvoering. Mede daardoor is er ook een tendens naar schaalvergroting. Naast de traditionele herindeling werken ook zelfstandige gemeenten steeds meer samen in gemeenschappelijke regelingen. De gemeente moet kunnen aantonen dat zij in staat is tot effectief en efficiënt handelen. Periodieke bestuurskrachtmetingen en onderlinge vergelijkingen tussen gemeenten krijgen steeds meer voet aan de grond. Daarbij wordt nog wel eens vergeten dat niet alles in cijfers uit te drukken valt.

De visie van de ChristenUnie

Met de decentralisatie komen veel taken terecht op gemeentelijk niveau. Dat past bij de visie van de ChristenUnie omdat de gemeente het dichtst bij de burger staat. Voor de uitvoering en verantwoording van zaken die bij uitstek de burger treffen is het gemeentelijk niveau dus het meest geschikt. Het Rijk moet daar ook voldoende middelen voor geven.

De gemeente heeft haar eigen set van taken, waar zij greep op moet kunnen houden. Door schaalvergroting en intergemeentelijke bestuursvormen zien wij vaak de verantwoordelijkheden vertroebelen. De ChristenUnie waardeert de lokale gemeenschappen en hecht aan het eigene van de lokale gemeenschap. Bij keuzes voor schaalvergroting willen wij gericht zijn op inhoud, kwaliteit, draagvlak en herkenbaarheid. Een herindeling slechts gemotiveerd door de kwantiteit (bijvoorbeeld het aantal inwoners) verdient niet onze steun.

Deze lijn binnen Haarlem doortrekkend wil de ChristenUnie serieus kijken naar mogelijkheden om wijken en buurten meer eigen verantwoordelijkheden te geven. Tegelijkertijd zoekt de ChristenUnie altijd de constructieve samenwerking met omliggende gemeenten, de regio en de provincie.

Binnen de lokale overheid zien wij een wijzigende rol van de burgemeester, als zelfstandig bestuursorgaan. De bevoegdheden zijn groot en door de tijd heen verruimd. Zo is de burgemeester lid van het regionaal College, lokale driehoek (politie) en veiligheidsregio. Ook kan hij tijdelijke huisverboden en gedwongen opvoedingsondersteuning opleggen. Verantwoordelijkheid vraagt verantwoording afleggen aan een democratisch gelegitimeerd orgaan. Hier ontbreekt het te vaak aan. De ChristenUnie wil dit dan ook veranderen.

Concrete uitwerking

Inspraak en deregulering

  • Het is belangrijk om burgers in een vroeg stadium te betrekken en te activeren. De gevoelens van de kiezer nemen wij serieus, zoals past bij een dienstbare overheid zonder te vervallen in een ‘u vraagt, wij draaien’-mentaliteit.
  • Er komt een meldpunt overbodige regelgeving in Haarlem
  • Wij staan voor een sobere overheid die ruimte geeft aan het particuliere initiatief.
  • De inzet op maatschappelijk terrein buiten de gemeentegrenzen is slechts bij uitzondering een zaak van de gemeente. Stedenbanden moeten echt een zinvolle bijdrage leveren, en niet drijven op een paar enthousiastelingen of vanwege het vermeende ‘schoolreisjes gevoel’.

College, gemeenteraad en wijkraden

  • Samenwerking tussen Raad en College vraagt helder inzicht in de eigen rollen en de bereidheid de ander de ruimte te geven. De Raad kan zich versterken in haar kaderstellende rol (startnotities maken), volksvertegenwoordigende rol (de wijkschouw, vergadervormen die aansluiten bij de burgers e.d.) en controlerende rol.
  • Haarlem moet zuinig zijn op haar burgers die zich belangeloos willen inzetten voor hun wijk. Helaas is er nog niet in elke wijk van Haarlem een wijkraad. De afgelopen periode zijn er zelfs wijkraden gestopt omdat ze teleurgesteld waren in de gemeente. De gemeente moet wijkraden en buurtverenigingen actief betrekken bij plannen voor hun wijk en beter communiceren.
  • Positief zijn de wijkcontracten die het afgelopen jaar in een aantal wijken zijn gesloten. Bewoners weten hierdoor wat zij van de gemeenten kunnen verwachten en wat er van hen wordt verwacht. De komende periode moet er voor meer wijken een wijkcontract komen.
  • In samenwerking met wijkraden beziet de gemeente steeds in hoeverre de inbreng van de wijkraad representatief is. De gemeente stimuleert wijkraden om tot een zo breed mogelijke vertegenwoordiging te komen.
  • De afgelopen periode had de gemeente vier wethouders. Dit is te weinig voor een grote stad als Haarlem. Met vijf wethouders ontstaat er ook meer ruimte voor betere contacten met de wijken.
  • De gemeentelijke overheid moet controleerbaar en integer zijn. Dat vraagt voortdurende aandacht en onderhoud (bijv. trainingen).
  • Fracties moeten net als afgelopen raadsperiode leden van de kandidatenlijst voor kunnen dragen voor zitting in raadscommissies. Dit ontlast kleine fracties, vergroot het draagvlak van de gemeentepolitiek en kan een goede voorbereiding zijn op een eventueel raadslidmaatschap.
  • Burgemeester en college dienen zich te verantwoorden voor hun inzet in gemeenschappelijke regelingen, regionaal college (politie), driehoek en veiligheidsregio.
  • Haarlem moet veel meer samenwerken met Haarlemmermeer gezien de grote samenhang op het gebied van wonen, economie en verkeer.
  • Een kritische bezinning op de deelname van raadsleden aan de besturen van gemeenschappelijke regelingen zoals Paswerk en Spaarnelanden vanwege het probleem van dubbele petten, omdat de raad ook deze gemeenschappelijke regelingen zelf controleert.

Communicatie

  • Alle ambtenaren die betrokken zijn bij vergunningen en inspraakprocedures krijgen een training mediation-vaardigheden.
  • Belanghebbenden bij plannen worden zoveel mogelijk persoonlijk geïnformeerd (dus niet alleen een korte vermelding in de stadskrant) en wijkraden en belangenorganisaties zoals de fietsersbond worden actief betrokken bij de planvorming.
  • De gemeente moet zichtbaar maken wat de burger kan verwachten met servicenormen en een burgerhandvest.
  • Wij opteren voor een gemeentelijke organisatie, gemaakt voor de burger / ondernemer en ingericht vanuit de ‘één loket’-gedachte.
  • In de stadskrant komen niet alleen maar PR verhalen van het college, maar ook verslagen van raadsvergaderingen zodat burgers kunnen zien welke standpunten er in de Raad worden ingenomen.
  • De website van de gemeente bevat veel informatie, maar is weinig toegankelijk en ook niet ingericht voor de verschillende doelgroepen (inwoners, bedrijven en bezoekers). De site moet daarom een nieuw jasje krijgen. Doel is dat de nieuwe ‘Haarlem portal’ in de komende vier jaar wordt uitgeroepen tot beste gemeentelijke website van Nederland die ook voldoet aan alle toegankelijkheidseisen voor visueel gehandicapten.
  • De gemeente heeft naast www.haarlem.nl momenteel meerdere thema sites zoals www.haarlemmonumentaal2009.nl, www.lokethaarlem.nl en www.degroenemug.nl. Dit zijn mooie initiatieven, maar met weinig continuïteit. Elke nieuwe site kost ook ontwikkeltijd en geld. Het wiel wordt steeds weer opnieuw uitgevonden en dat is niet efficiënt. De thema-sites moeten daarom geïntegreerd worden in de nieuwe ‘Haarlem portal’. Zo kan alle informatie optimaal worden ontsloten. Het systeem moet zo flexibel zijn dat de gemeente met een paar drukken op de knop en zonder extra kosten themasites kan lanceren die gebruikmaken van de functionaliteiten van www.haarlem.nl
  • De stadskrant moet ook per e-mail gaan verschijnen en gemeentenieuwsmoet ook op te vragen zijn via RSS zodat het ook geïntegreerd kan worden in andere sites.
  • Naast de audio-stream moeten raads- en commissievergaderingen ook met beeld zijn te volgen op internet.

 

Naar boven

2.2           Veiligheid

 

Trends en ontwikkelingen

Integraal veiligheidsbeleid krijgt steeds meer aandacht. Denk aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen, de Handreiking Veilig Uitgaan, het Keurmerk Veilig Ondernemen, de Veiligheid-effectrapportage en de vorming van veiligheidsregio’s.

In toenemende mate staat het gedoogbeleid met betrekking tot coffeeshops onder druk. Steeds duidelijker wordt de enorme betrokkenheid van de criminele sector bij de drugshandel. En ook de criminele overlast van die drugshandel. Daardoor ontwikkelen zich twee stromingen. De ene stroming is voor sluiting van de coffeeshops. De andere stroming wil de coffeeshops legaal bevoorraden door bijvoorbeeld een gemeentelijke wietplantage.

Het beleid van de politie is steeds meer afgestemd op kengetallen en landelijk en lokaal aangedragen aandachtspunten. Een onrustige wijk krijgt daardoor extra aandacht, maar zodra de onrust weg is, is ook de extra aandacht weg. Structurele aandacht voor zo’n wijk en preventieve aanpak van de problemen moet dan vanuit de gemeente komen. De inzet van particuliere beveiligingsbedrijven neemt toe. Er is de neiging om deze bedrijven ook in te zetten in probleemwijken. Vooral als er een capaciteits- of prioriteitsprobleem bij de politie is.

De visie van de ChristenUnie

De overheid is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Maar ook burgers, zowel individueel als collectief, hebben hierin een rol. Overheid en burgers werken samen aan een veilige en leefbare samenleving, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheden. De overheid staat voor een duidelijke handhaving van normen en waarden. Vertegenwoordigers van de lokale driehoek (burgemeester, politie en justitie) hebben daarin elk hun eigen taak en zorgen voor een nauwe, efficiënte en doeltreffende samenwerking.

Ook het voorkómen van normoverschrijdend gedrag is belangrijk. Partners in preventie zijn onder andere welzijnswerk, jeugdzorg, onderwijs en gezondheidszorg. Deze samenwerking mag niet uitmonden in overleg zonder resultaten. De gemeente kan hierin een (pro-)actieve en regisserende rol vervullen. Integrale aanpak van het veiligheidsbeleid is daarom noodzakelijk. De gemeenteraad kan daarvoor de gewenste kaders vaststellen.

Preventie is meestal een relationele investering: voorlichten, bruggen slaan, conflicten in een vroeg stadium onderkennen en uitpraten. Dit betekent ook meer aandacht voor bemiddeling (mediation) tussen burgers onderling en tussen burgers en overheid. Rechtvaardigheid betekent dat de overheid ook oog heeft voor de menselijke kant. Maatwerk ten aanzien van sancties kan, zolang dat binnen duidelijke kaders gebeurt, getuigen van wijsheid en een middel vormen voor rechtvaardigheid.

Burgers zijn actief betrokken bij veiligheid op straat, in de wijk en in huis. Burgers zijn de oren en ogen van de politie. Overlastgevend en crimineel gedrag moet gemeld worden bij de politie. Op aangiftes moet de politie adequaat reageren, zodat de burger zich serieus genomen voelt. Burgers spreken hun medeburgers aan op ongewenst en asociaal gedrag waarbij hun eigen veiligheid natuurlijk niet uit het oog verloren mag worden. De gemeente kan de inzet van de burgers versterken door een BOA (Buitengewoon Opsporingsambtenaar) in te zetten. Deze is het aanspreekpunt voor de burgers en zo een verlengstuk van de politie. Hij/zij kan de politie ontlasten bij parkeer- en verkeersovertredingen.

Voor de ChristenUnie staat vast dat er geen sprake kan zijn van het gedogen van drugs, coffeeshops, (illegale) prostitutie en andere situaties die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Gedogen is geen oplossing, het creëert alleen maar nieuwe problemen. De overheid stelt duidelijk wat wel en niet mag en heeft oog voor onderliggende problemen.

Concrete uitwerking

Hulpdiensten

  • Het goed functioneren van de brandweer als onderdeel van de Veiligheid Regio Kennemerland heeft de hoogste prioriteit. Er wordt geïnvesteerd in de werving van vrijwilligers.
  • Rampenplannen moeten regelmatig worden geoefend. De bevolking moet door goede en gerichte voorlichting regelmatig op de hoogte gesteld worden van de gewenste gedragslijn bij calamiteiten.
  • De politie moet zichtbaar en toegankelijk zijn en wijkgericht werken. De drempel voor het doen van aangifte moet laag zijn. De agent in de klas wordt gestimuleerd. Zo kunnen jongeren hun wijkagent op een goede manier leren kennen.
  • Met het inschakelen van particuliere beveiligingsbedrijven moet terughoudend en zorgvuldig omgesprongen worden.
  • Camera’s kunnen een middel zijn om de veiligheid en/of de beleving daarvan te vergroten. Met dit middel moet wel heel terughoudend en zorgvuldig omgesprongen worden.

Heldere normen en sociale samenhang

  • Stel blowverboden in op specifieke plaatsen (zoals speelplaatsen of plaatsen waar overlast is).
  • De kosten van vandalisme worden actief verhaald op de daders. De resultaten hiervan en de omvang van schade ten gevolge van vandalisme worden regelmatig gepubliceerd door middel van een ‘vandalisme-meter’.
  • Versterk de sociale samenhang tussen mensen en groepen mensen door het faciliteren van wijkplatforms, buurtverenigingen en buurtfeesten.
  • Zorg voor uitsterfbeleid voor gokhallen, bordelen en coffeeshops. Coffeeshops kunnen bijvoorbeeld worden uitgekocht of er kan worden vastgelegd dat deze niet binnen een straal van 500 meter van scholen en jeugdcentra mogen liggen.
  • Probleemjongeren worden als het moet hard aangepakt. Voor notoire overlastgevers gaat Haarlem werken met Doe Normaal-contracten waarin jongeren beloven zich beter te gaan gedragen. Wie zich niet aan de regels van het contract houdt, riskeert een bevel van de burgemeester. Hiermee kan iemand die daarna opnieuw de fout in gaat strafrechtelijk worden vervolgd.
  • Iedere inrichting (horeca, winkels, kantoren, scholen, stadions enz.) moet over een gebruiksvergunning beschikken. Regelmatig (minimaal één keer per jaar) moet worden gecontroleerd of de inrichting voldoet aan de regelgeving.

Burgernet

Burgernet is een uniek samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Burgers die zich hebben aangemeld worden daarbij door de politie getipt als er in de buurt bijvoorbeeld een kind is vermist of een inbraak of tasjesroof heeft plaatsgevonden waarbij een duidelijk signalement beschikbaar is. Met behulp van de burgers kunnen verdachten sneller worden opgespoord. Haarlem moet zich wat betreft de ChristenUnie bij dit project aansluiten.

Naar boven

2.3          Financiën

 

Trends en ontwikkelingen

In onze samenleving lijkt het vaak alsof alles draait om geld. Hoewel de begroting van Haarlem vol cijfers staat, gaat het uiteindelijk niet om die cijfers, maar om het verhaal achter de cijfers. Het gaat om het beleid. Beleid maken betekent keuzes maken: waaraan mag hoeveel geld besteed worden?

De invoering van de dualisering in het gemeentebestuur in 2002 heeft geleid tot de ontwikkeling van een programmabegroting. Grote winst van een goede programmabegroting is de juiste mix van beschrijving van beleidskeuzes en het weergeven van de financiële vertaling daarvan.

De laatste jaren wordt bij de controle van de gemeentelijke bestedingen steeds meer aandacht besteed aan de vraag of gelden doelmatig en rechtmatig zijn besteed. De ChristenUnie juicht dit toe. De gemeenteraad en het College van B&W - en het ambtelijke apparaat - moeten steeds in onderlinge samenwerking alert blijven op deze ijkpunten. Er moet duidelijkheid verschaft worden over gemaakte keuzes en er moet begroot en verantwoord worden op basis van heldere normen.

Jarenlang is in Haarlem veel te royaal geld gestoken in allerlei grote (vaak prestigieuze) projecten. Daarnaast is in Haarlem een bestuurlijke cultuur ontstaan waarin budgetoverschrijdingen gaandeweg als een normaal, niet te voorkomen gegeven zijn geaccepteerd. Met enige regelmaat komen overschrijdingen en tegenvallers voor die niet of onvoldoende te voorzien waren geweest, zo wordt althans beweerd. De schuld van Haarlem is zover opgelopen dat nu het besef door begint te dringen dat niet alles meer kan. Zo zijn de plannen voor een parkeergarage onder de Nieuwe Gracht geschrapt vanwege de te hoge investering. De gevolgen zijn inmiddels pijnlijk duidelijk. Op alle beleidsterreinen moet bezuinigd worden. Begonnen moet worden met efficiënter werken en het schrappen van overbodige luxe, maar het snijden in activiteiten is waarschijnlijk onvermijdelijk. De kans dat er te weinig middelen zijn voor sociaal beleid is reëel.

De visie van de ChristenUnie

De gemeentelijke begroting gaat over de besteding van publieke middelen. Het is de dure plicht van het gemeentebestuur om duidelijk te maken waaraan ze haar geld uitgeeft en hoe dit bijdraagt aan de bloei van de gemeente, zeker in economisch moeilijkere tijden. Haarlem zal scherper moeten kiezen gezien de zwakke financiële positie. De ChristenUnie bepleit een verhoging van de algemene reserves en verlaging van de schuldenlast.

Financiële ondersteuning van maatschappelijke activiteiten is een hulpmiddel om de samenleving tot bloei te laten komen. De ChristenUnie staat dan ook positief tegenover het subsidiëren van bijvoorbeeld sportverenigingen en culturele activiteiten. Helder moet worden vastgelegd wat de bedoeling is van gemeentelijke financiële ondersteuning en welke effecten van de subsidie verwacht worden. De zorgvuldigheid eist dat ook veel aandacht wordt besteed aan de subsidiegrondslagen. Het subsidiebeleid moet zijn vastgelegd in een algemene subsidieverordening en in goed onderbouwde uitvoeringsbesluiten.

Concrete uitwerking

 

Financieel beheer

  • Een meerjarenbegroting is noodzakelijk om op (middel)lange termijn goed zicht te houden op de financiële situatie van de gemeente. Dit meerjarenperspectief dient aan te geven op welke wijze en op welke termijn de financieel ongezonde situatie zal worden hersteld. Goede planning van onderhoudbudgetten en degelijke investeringsramingen zijn noodzakelijk.
  • Het opbouwen en bewaken van een goede reservepositie is belangrijk om eventuele tegenvallers op te vangen. Bestemmingsreserves en voorzieningen moeten regelmatig getoetst worden op de actuele behoefte.
  • Bij de begroting en de jaarrekening moet ruime aandacht worden geschonken aan de risicoparagraaf. De belangrijkste risico’s moeten worden benoemd en van bedragen worden voorzien. Regelmatige rapportage aan Raad en commissies is noodzakelijk in het kader van risicomanagement.
  • Structurele lasten moeten met ‘structurele middelen’ worden gefinancierd. Voordat (grote) projecten worden gestart of investeringen worden gedaan vindt eerst een gedegen onderzoek plaats naar de financiële haalbaarheid, ook op de langere termijn. De gemeente biedt bovendien inzicht in de relatie tussen inhoudelijke en financiële voortgang van projecten.
  • Banken kunnen omvallen. Omdat gemeenten met publieke middelen omgaan, moet het treasury-statuut goed op orde zijn. In ieder geval moet duidelijk en solide beleid worden ontwikkeld over het uitzetten van tijdelijk ‘overtollige’ middelen, spaargelden en beleggingen.

Belasting en tarieven

  • Bij de vaststelling van de OZB-tarieven moeten de volgende onderdelen worden betrokken:
    • financiële positie van de gemeente
    • ambitieniveau van de gemeente
    • het totaalplaatje van de eigen belastingen en heffingen, in relatie tot andere gemeenten.
    • De tarieven van de OZB mogen geen sluitpost van de begroting vormen waarmee naar believen tekorten kunnen worden gedekt. De jaarlijkse aanpassing van de OZB-tarieven moet plaatsvinden op basis van heldere beslisregels, die aan het begin van de nieuwe raadsperiode worden vastgesteld. Zo wordt voorkomen dat burgers voor onplezierige financiële verrassingen komen te staan.
    • Het gemeentebestuur moet zich terughoudend opstellen waar het gaat om het verhogen van de lastendruk voor de inwoners. Efficiëntieverbetering moet een voortdurend proces zijn om onder andere de lokale lastendruk binnen de perken te houden.
    • Daar waar mogelijk – bijvoorbeeld bij huisvuil - moet de gemeente haar tarieven afhankelijk maken van de mate van gebruik. Regels hierover moeten rechtvaardig en duidelijk zijn.
    • Het College doet jaarlijks verslag van de kostendekkendheid van de verschillende heffingen. De gemeenteraad kan haar kaderstellende taak inhoud geven door voor belangrijke heffingen de gewenste dekkingsgraad vast te leggen.
    • Indien de financiële draagkracht van burgers daartoe aanleiding geeft, behoort kwijtschelding van verschuldigde belasting(en) en heffingen in individuele gevallen tot de mogelijkheid. Het gemeentebestuur maakt duidelijk op welke wijze een verzoek tot kwijtschelding kan worden ingediend. Het kwijtscheldingsbeleid is een belangrijk onderdeel van beleid in de strijd tegen sociaal isolement en armoede. Het College van B&W moet zich inspannen om het kwijtscheldingsbeleid bekend te laten zijn bij de groepen waarvoor het bedoeld is.

Bezint eer ge begint

De schuld van Haarlem is momenteel 340 miljoen euro. Dit loopt op tot 530 à 560 miljoen in 2014. Nu al is de jaarlijkse rentelast meer dan 100 euro per inwoner. De schuld is een groot risico voor Haarlem als tegelijk de rentes stijgen. Dit hangt als een donkere wolk boven de begroting. De gemeente dreigt dan ‘failliet’ te gaan (de zogenaamde artikel 12-status waarbij de gemeente onder toezicht komt van de provincie).

Gezien deze financiële positie van Haarlem ontkomt de gemeente er niet aan te bezuinigen en bijvoorbeeld de OZB-tarieven te verhogen. ChristenUnie heeft het als enige partij aangedurfd om in het jaar voor de verkiezingen een kleine verhoging van de OZB voor te stellen. Geen populair verkiezingsthema, maar het is zeker dat dit na de verkiezingen wel gaat gebeuren. Een verlaging van de schuld betekent ook dat er meer ruimte komt voor de goede zaken die wij willen voor Haarlem. Dat is rentmeesterschap.

Vastgoed

  • De gemeenteraad stelt kaders voor het vastgoedbeheer:
    • mate van risico dat gedragen kan worden
    • wie de regie voert over projecten (gemeente, projectontwikkelaars of gezamenlijk)
    • omvang van een passende reserve
    • regels voor eventuele uitname uit de reserves van het vastgoed
    • Het college van B & W verschaft de gemeenteraad minimaal één maal per jaar een overzicht van de exploitatie van het vastgoed. Dit overzicht moet binnen drie maanden na afloop van het boekjaar beschikbaar zijn. De Raad krijgt hierdoor inzicht in de financiële situatie van het grondbedrijf en van de onderscheiden grondcomplexen.
    • Om de schuldenlast van de gemeente terug te dringen worden niet-strategische gebouwen verkocht. Dit gebeurt in principe aan de hoogste bieder.
    • De gemeente moet gezien de grote schuld overwegen parkeergarages te verkopen aan een commerciële exploitant.

Subsidies

  • De te subsidiëren activiteiten/voorzieningen moeten duidelijk omschreven zijn en aan een termijn gebonden.
  • Subsidies zijn slechts aanvullend op particulier initiatief. Met subsidies moet dan ook terughoudend omgesprongen worden. Eigen verantwoordelijkheid van particulieren en organisaties wordt benadrukt. Subsidies betekenen in beginsel een aanvulling op eigen financiële middelen. Verenigingen zullen altijd reële contributies moeten heffen en eigen fondswerving wordt gestimuleerd.
  • Het is zinvol om regelmatig de hoogte van de structurele subsidies te herijken (zero-based budgetting).
  • Subsidie kan alleen gegeven worden voor activiteiten/voorzieningen die algemeen toegankelijk zijn. Dit geldt ook voor organisaties die werken vanuit een bepaalde levensbeschouwing. Activiteiten die gericht zijn op levensbeschouwelijke vorming, worden niet gesubsidieerd.
  • Subsidiëring van organisaties van etnische minderheden moet gericht zijn op integratie in de Nederlandse samenleving, op samenwerking tussen verschillende culturen of op het terugdringen van achterstanden en aanverwante problemen.
  • Activiteiten/voorzieningen die in strijd zijn met de normen en waarden die ons in de Bijbel gegeven zijn en/of die in strijd zijn met algemene fatsoensnormen of de goede zeden, komen niet in aanmerking voor gemeentelijke subsidie.
  • De subsidieontvanger moet goed en tijdig verantwoording afleggen van de besteding van middelen.

Naar boven

3 Duurzame leefomgeving

 

Een centraal begrip bij de ChristenUnie is verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid voor mensen en de inrichting van de samenleving, maar ook verantwoordelijkheid voor natuur en milieu. Ook dat is christelijk-sociaal. De ChristenUnie hecht bijzondere waarde aan een duurzame leefomgeving. Wij willen als goede rentmeesters op een verantwoordelijke en dus duurzame manier omgaan met de schepping. Dat bepaalt onze keuzes op terreinen als natuur, energie en klimaat, maar ook op het gebied van afval, mobiliteit en bebouwing.

Wij zijn beheerders van Gods schepping en dienen hiermee verantwoord om te gaan. Hoewel veel milieu- en klimaatbeleid op Europees, of zelfs op wereldniveau gemaakt wordt, kan ook de gemeente een bijdrage leveren. Allereerst via haar voorbeeldfunctie. Haarlem is sinds 2008 ‘millenniumgemeente’ maar dit krijgt nog onvoldoende vorm.

De gemeentelijke organisatie wil in 2015 klimaatneutraal zijn. De ChristenUnie is hier een warm voorstander van. Haarlem is al koploper in energiezuinige verlichting op straat en in haar gebouwen, gebruikt 100 procent groene stroom en het gemeentelijke wagenpark rijdt op aardgas. Naast eigen maatregelen kan de gemeente lokale klimaatinitiatieven ondersteunen, zoals het benutten van aardwarmte en het bevorderen van energiebesparing bij het bedrijfsleven en het midden- en kleinbedrijf.

Verduurzaming is niet gemakkelijk, maar wel noodzakelijk. Soms is het lastig draagvlak te vinden. Niemand wil een kolencentrale in de achtertuin, maar vaak ook geen windmolen. Soms is het financieel moeilijk, maar duurzaamheid mag geen sluitpost zijn op de begroting.

Het is de taak van de gemeentelijke overheid zulke belangenafwegingen te maken. Niets doen is geen optie meer.

De verschillende belangen zoals groen, water, wonen en wegen overvragen de beschikbare ruimte. Het wordt steeds belangrijker dat de overheid duidelijke ruimtelijke keuzes maakt. De belangen van bestaande en nieuwe ruimtevragers moeten goed worden afgewogen. De overheid moet daar haar werkwijze op aanpassen. Integraal en gebiedsgericht werken zal opgezet en uitgebouwd moeten worden. De overheid heeft daarbij niet meer alle kaarten in handen, maar treedt vaak op als overlegpartner of als regisseur in het speelveld met andere partijen.

Samenwerking vraagt om overleg met velerlei betrokkenen, zoals mede-overheden, grondeigenaren en belangenorganisaties. Dat vergt veel tijd. Maar door belanghebbenden in het voortraject goed te betrekken, kunnen vaak bezwaren later in het proces worden ondervangen. De nadruk moet liggen op participatie, om langdurige (en kostbare) juridische procedures te voorkomen. Dit sluit aan bij de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, waar het accent ligt op overleg vooraf in plaats van toetsing achteraf.

Samenwerken kan ook heel goed in het beheer van de openbare ruimte. In projecten als ‘Schoon, heel en veilig’ werken gemeente, politie, woningcorporaties en maatschappelijke organisaties samen aan een leefbare samenleving.

Naar boven

3.1          Ruimte en wonen

 

Trends en ontwikkelingen

Ruimte is schaars. Wonen, industrie, landbouw en natuur strijden om een plekje op de Nederlandse kaart. Keuzes die we nú maken, zijn bepalend voor de leefomgeving van toekomstige generaties. Het gaat om een evenwichtige keuze tussen ecologie en economie. Met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het primaat bij gemeenten komen te liggen: decentraal wat kan, centraal wat moet. Haarlem moet deze regierol in het ruimtelijke ordeningsbeleid oppakken.

De visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie vraagt aandacht voor de kwaliteit van onze leefomgeving. Lange tijd ging het bij ruimtelijke ontwikkelingen vooral om kwantiteit en dat was ook nodig: er moest gebouwd worden om tegemoet te komen aan de vraag naar onder andere huisvesting en bedrijventerreinen. De recente economische en demografische ontwikkelingen geven echter ruimte om te investeren in kwaliteit:

-          door te kiezen voor zoveel mogelijk behoud van het groene buitengebied. Daarom wil de ChristenUnie investeren in binnenstedelijk bouwen en zijn we voorstander van meervoudig ruimtegebruik. Uitbreiding is in principe niet aan de orde zolang bestaande locaties multifunctioneel gemaakt kunnen worden.

-          door de verrommeling van het buitengebied tegen te gaan. De ChristenUnie pleit voor landschapontwikkelingsplannen en landschapsfondsen. Ook zijn we een warm voorstander van herstructurering van bedrijventerreinen en clustering in regionale terreinen.

-          door extra aandacht te geven aan de openbare ruimte, de identiteit van het gebied, duurzaam bouwen, sociale samenhang en levensloopbestendig wonen.

-          door te bouwen met het oog op de vraag. Het huisvestingsbeleid van de gemeente moet gericht zijn op verschillende doelgroepen. In het bijzonder noemen we de eenpersoonshuishoudens (jongeren, alleengaanden, ouderen), een groep die de komende jaren flink zal toenemen.

Concrete uitwerking

Een toekomstgerichte en realistische structuurvisie; actuele bestemmingsplannen

  • Het Haarlemse structuurplan 2020 uit 2005 is volop in uitvoering zoals te zien is in het 023-gebied bij de Schipholweg en rond de Spaarndamseweg. Halverwege de komende periode zijn we ook halverwege de planperiode van het structuurplan. Hoog tijd dus voor een evaluatie en om de blik verder vooruit te werpen. Landelijk wordt al nagedacht over plannen voor 2028 en zelfs 2040. Wil Haarlem tijdig aanspraak maken op rijksbijdragen dan moet het structuurplan herzien worden. Er wordt daarbij samengewerkt met de omliggende gemeenten: Velsen, Bloemendaal, Zandvoort, Heemstede, Haarlemmermeer en Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
  • Het nieuwe structuurplan is gericht op uitvoering en bevat daarom een uitvoeringsprogramma met een duidelijke financiële onderbouwing.
  • Wij willen over de structuurvisie en bestemmingsplannen het debat zoeken met de samenleving: bewoners, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, scholen etc. Zo creëren we betrokkenheid.
  • De gemeenteraad stelt de kaders voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Voorkomen moet worden dat de gemeente in een positie komt ten opzichte van projectontwikkelaars waarbij er geen weg meer terug is op een moment dat er nog niet gesproken is over deze kaders.
  • Burgers verdienen rechtszekerheid. Daarom moeten er actuele bestemmingsplannen zijn, die digitaal kunnen worden ingezien. De ChristenUnie pleitte als eerste voor een inhaalslag van de bestemmingsplannen. Inmiddels zijn bijna alle bestemmingsplannen actueel.

Inzet op binnenstedelijk bouwen en meervoudig ruimtegebruik

  • Om groen gebied te beschermen moet volgens de Tweede Kamer 60% van de nieuwbouw in de Randstad binnen de steden worden gerealiseerd. Haarlem scoort op dit punt het best van alle steden, maar haalt deze doelstelling nog niet. Door meer binnenstedelijke gebieden te ontwikkelen draagt Haarlem bij aan deze doelstelling. Dit kan door -waar dat passend is- hoger te bouwen en met dubbel grondgebruik. In bestemmingsplannen worden daarom waar mogelijk bepalingen over ondergronds bouwen opgenomen.
  • Bouwen binnen de stad levert vaak een exploitatietekort op. Haarlem moet de mogelijkheden van de nieuwe Wro benutten door afspraken te maken met ontwikkelaars over bijvoorbeeld sociale woningbouw. Ook moeten de mogelijkheden van financiële verevening tussen projecten op regionale schaal worden onderzocht: opbrengsten van woningbouw op een relatief goedkope “weilandlocatie” kunnen worden ingezet om het tekort bij binnenstedelijk bouwen aan te vullen.
  • Verwerving van gronden is vaak een effectief middel om als gemeente de regie te kunnen houden. Waar het algemeen belang het vraagt moet de Wet Voorkeursrecht Gemeenten toegepast worden om in het noodzakelijke bezit van de grond te komen.

Meer aandacht voor de openbare ruimte

  • De kwaliteit van onze leefomgeving wordt sterk bepaald door de openbare ruimte, die meer is dan de restruimte. Bij samenwerking met projectontwikkelaars en woningcorporaties moet de rol van de gemeente en het publieke belang van de leefomgeving voldoende zijn geborgd.
  • Open ruimten zijn onmisbaar: pleinen, groenstroken, parken, speeltuinen en oppervlaktewater. Het zijn de ‘longen’ van Haarlem. Binnenstedelijk bouwen is goed, maar de leefbaarheid mag niet in het geding komen.
  • Haarlem is een echte monumentenstad. We moeten zuinig zijn op onze monumenten. Echter, voorkomen moet worden dat particuliere eigenaren onnodig worden beperkt in het onderhoud van deze panden. De gemeente dient eigenaren van panden die de monumentenstatus krijgen tegemoet te komen in het onderhoud, indien dit grote gevolgen heeft.
  • Bij herstructurering van wijken is sloop soms noodzakelijk omdat huizen niet meer voldoen aan de moderne normen voor bijvoorbeeld energiezuinigheid. Maar vaak is dit doel ook te bereiken via renovatie. Er moet bij het maken van keuzes ook oog zijn voor de karakteristieke bebouwing.
  • Welstand heeft alles te maken met ruimtelijke kwaliteit. Daarom is gemeentelijk welstandsbeleid onontbeerlijk. De ‘welstandstoets’ door een onafhankelijke commissie van deskundigen is waardevol. Het beoogde ‘welstandsniveau’ kan per wijk verschillen zodat onnodige regels worden voorkomen. Maar volledig welstandsvrij bouwen blijft een uitzondering.
  • Voor nieuwe ontwikkelingen wordt een beeldkwaliteitplan opgesteld.

Duurzaam bouwen

  • Haarlem moet bij bouwprojecten zo veel mogelijk duurzame materialen gebruiken, die op verantwoorde wijze zijn geproduceerd en kwalitatief hoogwaardig zijn. Daarom zal de gemeente bij haar eigen projecten voor hout het FSC-keurmerk eisen.
  • In Haarlem worden alle woningen in 2014 klimaatneutraal gebouwd. De gemeente maakt hierover afspraken met de corporaties. Zodra dat wettelijk mogelijk is stelt Haarlem duurzaamheidseisen aan ontwikkelaars om deze doelstelling te halen. Eigen gebouwen van de gemeente worden bij nieuwbouw of renovatie klimaatneutraal gemaakt.
  • Woningen worden zo veel mogelijk levensloopbestendig gebouwd.
  • Bij de vergunningverlening en oplevering van nieuwbouwwoningen moet daadwerkelijk getoetst en gehandhaafd worden of aan de wettelijke duurzaamheidseisen en de criteria van eventueel verleende subsidie(s) is voldaan.

Wonen: geen kwantiteit, maar kwaliteit en afstemmen op de vraag

  • Het huisvestingsbeleid van Haarlem moet aansluiten op de vraag en regionaal afgestemd zijn. De slogan ‘bouwen om te groeien’ kan geen leidraad meer zijn. Het aantal inwoners van Haarlem groeit nauwelijks, het aantal woningen wel. Dit komt door de gezinsverdunning. Haarlem moet vooral groeien in kwaliteit. De ChristenUnie pleit daarbij voor voldoende woonruimte voor sociaal kwetsbare groepen.
  • De samenwerking met Velsen en Haarlemmermeer bij de woonruimteverdeling wordt voortgezet. Doel is om te komen tot één woonruimteverdeelsysteem voor de hele regio.
  • Bij het vaststellen van de canon voor erfpacht wordt gewerkt met hardheidsclausules. Mediation wordt ingezet om te komen tot maatwerkoplossingen.
  • In het kader van het project Zomerzone is er ruimte voor nieuwe woningen in Haarlem Oost.
  • Schalkstad, het nieuwe stadsdeelhart van Schalkwijk, moet sneller worden ontwikkeld.
  • De Spoorzone / Oostradiaal biedt ruimte voor nieuwe woningen en kantoren. Het verder ontwikkelen van dit gebied dient in financiële zin positief te verlopen.
  • Geen woningbouw bij de Veerplas, alleen recreatie toestaan.

Het buitengebied een kwaliteitsimpuls geven en verrommeling tegengaan

  • Haarlem zit aan zijn grenzen, het weinige groen zoals de groene zoom rond Schalkwijk en de Zuiderpolder, het Westelijk Tuinbouwgebied en de Hekslootpolder dient onbebouwd te blijven.
  • Deze groene buitengebieden verdienen een eigen visie op de inrichting. Verrommeling moet worden tegen gegaan. De paar agrariërs die Haarlem nog heeft moeten voldoende toekomstperspectief houden.

Inzet op regionale bedrijventerreinen

  • De Waarderpolder is gunstig gesitueerd nabij de A9 en het Spaarne en heeft nog veel kansen voor verdere ontwikkeling. Voorkomen moet worden dat overal in de regio de open ruimte langs snelwegen wordt volgebouwd terwijl op bestaande terreinen nog voldoende ruimte is. Haarlem moet daarom in gesprek blijven met de omringende gemeenten en afspraken maken zoals de afgelopen jaren is gebeurd binnen het Platform Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties (Plabeka)
  • Voordat de gemeenten in onze regio (na goedkeuring door de provincie) besluiten tot de aanleg van een (regionaal) bedrijventerrein, dient de zogenoemde SER-ladder toegepast te worden die als uitgangspunt heeft dat eerst naar de beschikbare ruimte wordt gekeken.
  • Een ondernemersfonds kan bijdragen aan investeringen in een veilige en aantrekkelijke bedrijfsomgeving op bedrijventerreinen zoals de Waarderpolder. Hierbij ligt het initiatief en de uitvoering bij de ondernemers zodat maatregelen worden genomen die draagvlak hebben.

Een klimaatbestendig ruimtelijk beleid

  • Haarlem moet zich in het ruimtelijk beleid rekenschap geven van klimaatverandering.
  • De riolering moet voldoende afvoercapaciteit hebben bij hevige regenval. Door het relatief schone regenwater waar mogelijk af te koppelen van het riool, kan het aantal vuil water overstorten worden gereduceerd en wordt de belasting van zuiveringsinstallaties verminderd. Bij reconstructies van wegen, van parkeerterreinen en bouwblokken dient hier specifiek op gelet te worden.
  • De bekende trits ‘vasthouden, bergen en afvoeren’ laat zich ruimtelijk vertalen door te zorgen voor voldoende oppervlaktewater in stedelijk gebied en waterbergingslocaties in het buitengebied. Met name bij herstructurering liggen hier kansen.
  • De gemeente dient, in overleg met de provincie en het waterschap, aan te sturen op verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater.
  • Het gemeentelijke waterplan uit 2004 moet, nu de landelijke regels voor de gemeentelijke watertaken zijn aangepast, geactualiseerd worden. Betrokkenheid van de inwoners is hierbij een belangrijke vereiste.
  • Hoogkwalitatief water moet niet ingezet worden voor laagwaardige toepassingen. Onderzocht moet worden hoe dit kan. Het gebruik van regentonnen wordt daarom gestimuleerd.
  • Start een maatschappelijk debat over water, waterconsumptie en waterveiligheid. We zijn vergeten dat we in een delta wonen: ‘leven met water’ moet weer tussen onze oren komen!

Naar boven

3.2           Natuur, milieu en klimaat

 

Trends en ontwikkelingen

Ook al zouden we met directe ingang de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen drastisch verminderen, dan nog zal de klimaatverandering de komende decennia doorgaan. Het begrip duurzaamheid heeft in dit kader een extra dimensie gekregen. Een uiterst belangrijk begrip, maar wel op de juiste manier te gebruiken: niet te veel meer praten en schrijven, aan de slag er mee!

In het licht van de klimaatontwikkeling is energieverbruik een belangrijk thema. Energie labeling van gebouwen, ook al komt het moeizaam van de grond, kan hierin een goede rol spelen.

Een andere ontwikkeling die zijn beslag moet gaan krijgen in de komende periode, is de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hierin worden circa 25 regelingen samengebracht die de fysieke leefomgeving betreffen. Bouw-, milieu-, natuur- en monumentenvergunningen worden gebundeld tot Omgevingsvergunning. Dit moet tot een aanzienlijke verbetering van de dienstverlening door de overheid leiden.

Het nieuwe Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 geeft aanzetten tot integraal materiaalketenbeleid (cradle to cradle). Haarlem kan hierin een voortrekkersrol nemen. De doelstelling van gemiddeld 60% hergebruik van het huishoudelijk afval in 2015 moet haalbaar zijn.

De visie van de ChristenUnie

Wij hebben de schepping van onze Schepper ontvangen om deze op een juiste wijze te bebouwen en te bewaren. Dat mag niet op de korte termijn gericht zijn. Ook volgende generaties moeten kunnen voortborduren op door ons ingezette acties. Vanuit ons christelijk geloof, dat ons leert om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf, moeten wij activiteiten gericht op milieu, natuurbeheer en klimaat ontplooien. Met onze naaste wordt niet alleen diegene bedoeld die wij direct kennen. Ook mensen die elders leven (en vaak minder bedeeld zijn dan wij) moeten kunnen profiteren van de positieve gevolgen van ons handelen. Een goede verhouding tussen consumptie en milieu is daarbij essentieel. Dat betekent dat ook in financieel mindere tijden een daadkrachtig natuur- en milieubeleid op peil moet blijven.

De ChristenUnie staat volledig achter de doelen zoals die zijn verwoord in het klimaatakkoord dat de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk (Ministerie VROM) hebben gesloten:

  • Een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 30% in 2020 (ten opzichte van 1990). Hierbij gaat het om zowel CO2 als de overige broeikasgassen zoals methaan en lachgas.
  • Een energiebesparingspercentage van 2% per jaar.
  • Een aandeel van hernieuwbare energiebronnen (duurzame energie) van 20% in 2020.

30% CO2-reductie als doelstelling is vele malen beter dan niets doen, maar nog altijd vele malen slechter dan het hoogst haalbare: energietransitie (de overgang van fossiele naar duurzame brandstoffen, zoals energie uit zon en wind). Die transitie moet binnen maximaal drie decennia worden gerealiseerd. Wat betreft duurzame energie loopt Nederland achter in Europa. Hier zal de komende vier jaar een inhaalslag moeten worden gemaakt.

Haarlem is de meest versteende stad van Nederland. Dit wordt deels gecompenseerd door de grote natuur- en recreatiegebieden in de nabijheid van de stad, maar ook groen in de stad is van wezenlijk belang.

De ambities liggen hoog, maar zijn niet onuitvoerbaar. Een hechte samenwerking tussen het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, woningbouwcorporaties, bedrijven en burgers zal noodzakelijk zijn. Gemeenten vervullen een zeer belangrijke voorlichtende en faciliterende rol in dit geheel. Zij staan immers dicht bij de burger. Veel staat er op papier. Nu de uitwerking nog.

Concrete uitwerking

Voorlichting en voorbeeldfunctie

  • De gemeente moet zorgen voor heldere voorlichting bij het in werking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
  • Geef voorlichting over de mogelijkheden die er zijn om dankzij milieubewust gedrag bij burgers en ondernemers het milieu goed te beheren en verontreiniging tegen te gaan. Concrete maatregelen, zoals het verstrekken van premies, kunnen mensen aanzetten tot gedragsverandering.
  • Natuur- en Milieucentrum Ter Kleef levert een belangrijke bijdrage aan voorlichting. Vrijwilligers kunnen worden ingezet bij het geven van voorlichting op basis- en middelbare scholen over natuur en milieu. Ook speciale activiteiten zoals de Nationale Boomfeestdag kunnen vanuit dit centrum in samenwerking met bijvoorbeeld scholen worden georganiseerd.
  • Stimuleer burgers (door subsidieverstrekking) om bij reconstructies van tuinen infiltratiekratten in de grond te plaatsen. Hiermee wordt het hemelwater, daar waar het valt, vastgehouden en langzaam in de bodem opgenomen.
  • Verplicht winkels, scholen en dergelijke het ‘eigen erf’ schoon te houden.
  • Het inkoopbeleid van de gemeente wordt in de komende raadsperiode 100% duurzaam. Bij offerteaanvragen worden duurzaamheidscriteria opgenomen.
  • De gemeente zet zoveel mogelijk schone voertuigen in die gemeentelijke diensten verrichten. Hierover worden afspraken gemaakt met Spaarnelanden en Paswerk. Burgers worden hierbij geïnformeerd over de noodzaak van schone voertuigen en het efect op het milieu.
  • Wij willen bevorderen dat millenniumdoelstellingen behaald worden zonder te vervallen in bemoeizucht of het voor de burger te willen oplossen. Waar wij zelf aan zet zijn geven wij het goede voorbeeld. Elk jaar stelt de gemeente een millenniumdoel centraal in haar beleid.

Klimaat en energie

  • Haarlem stelt elke vier jaar een integraal milieubeleidsplan vast met daarin opgenomen een klimaatactieplan met aandacht voor innovatieve ontwikkelingen. Bij voorkeur gebeurt dit in samenwerking met andere gemeenten in de regio en afgestemd op het (eventuele) klimaatprogramma van de provincie.
  • Bij bestaande gemeentelijke gebouwen streeft de gemeente naar een minimale energiebesparing van 2% per jaar.
  • Toepassen van moderne technieken bij verlichting in de openbare ruimte (o.a. LED-verlichting). Streef hierbij naar meetbare doelen (door het gebruik van LED-verlichting kan er 30 tot 40% energie bespaard worden).
  • Auto's op elektriciteit komen er aan en zijn al verkrijgbaar. De gemeente kan het voorbeeld geven door bij vervanging elektrische auto’s aan te schaffen voor het gemeentelijke wagenpark. Uiteraard moeten deze auto’s rijden op 100% groene stroom.
  • In het Haarlems Verkeer- en Vervoerplan wordt CO2-emissiereductie integraal opgenomen (aandacht besteden aan alternatieven voor de auto, fietsverkeer stimuleren en faciliteren).
  • Informeren en ondersteunen (subsidies) van particuliere woningeigenaren t.a.v. energiebesparende apparatuur. Hierbij valt te denken aan zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen en/of windenergie.
  • Zorg voor uniforme en actuele energievoorschriften in de te verstrekken milieuvergunningen en adequaat handhavingsbeleid.
  • Zorginstellingen, seniorenwoningen en bejaardencentra zullen kwalitatief goede klimaatreguleringstechnieken, waaronder airco, moeten hebben. Belangrijk is deugdelijke apparatuur. Natuurlijk zal de stroom voor dit soort apparatuur duurzaam moeten worden ingekocht dan wel lokaal worden opgewekt.

Haarlem winkelt energiezuinig

Haarlem is de winkelstad van Nederland. De duurzame ambities van de stad kunnen daarbij aansluiten. Als alle winkels in een winkelgebied de deuren altijd open hebben, vraagt dat meer energie dan de capaciteit van een paar windmolens. Omdat winkels veel publiek trekken zijn dit bij uitstek locaties om zichtbaar te maken wat er mogelijk is aan energiebesparing.

Samen met City Haarlem en de andere winkeliersverenigingen wordt daarom een energiebesparingsplan opgesteld waarbij voor het winkelend publiek de energiebesparing zichtbaar wordt gemaakt. Met aantrekkelijke acties worden klanten daarbij gestimuleerd om zelf ook aan energiebesparing te doen.

Afval

  • Haarlem doet mee aan landelijke dagen rond afval, zwerfvuil en compost (Nederland Schoon, Opzoomeren e.d.) om afvalscheiding onder de aandacht te brengen bij de burgers.
  • De gemeente moet zoveel mogelijk maatregelen nemen om zwerfafval te voorkomen. Blijvende voorlichting is van groot belang. Handhavend optreden is noodzaak. Burgers, scholen en organisaties kunnen worden betrokken bij een zwerfafval-opruim-project.
  • Inzamelen van afval moet laagdrempelig zijn. Bij het milieuplein van Spaarnelanden moeten particulieren daarom ook bouw- en sloopafval kunnen inleveren zoals ook mogelijk is in de IJmondgemeenten bij Reinunie.
  • Zet ‘klanten’ van Bureau HALT in als straatvuilopruimers in het kader van een alternatieve straf.

Ruimte voor groen

  • Haarlem is zuinig op haar bomen. Als kappen van bomen noodzakelijk is voor bijvoorbeeld een bouwproject of aanleg van een weg is herbeplanting verplicht.
  • In aanvulling op de Haarlemse bomenverordening komt er een Bomen Beleidsplan waarin wordt benoemd op welke plaatsen welke soorten/typen bomen geplant kunnen worden en waar het Haarlemse bomenbestand kan worden uitgebreid zodat er meer groen in de wijken komt.
  • Invoering van een streefnorm voor groen, bijvoorbeeld de landelijke norm van circa 70m2 openbaar groen per woning, waarbij dit per wijk kan variëren naar gelang het soort wijk.
  • Er is in de afgelopen periode flink bezuinigd op stadsgroen. Veel groenstroken in de stad zijn versoberd waarbij struiken zijn vervangen door gras. Het bestaande groen moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden. Over periodiek onderhoud moet duidelijk worden gecommuniceerd naar de burgers.
  • Het beheer van het gemeentelijke groen wordt zo veel mogelijk afgestemd op natuurontwikkeling en op de bescherming van dieren en hun leefgebieden. Werkzaamheden die dieren kunnen verstoren vinden bij voorkeur niet plaats in het voorjaar en in het broedseizoen (1 maart – 1 juli).

Naar boven

3.3          Mobiliteit

 

Trends en ontwikkelingen

Verkeer en vervoer zijn een onlosmakelijk onderdeel van ons dagelijks leefpatroon. Mobiliteit brengt mensen bij elkaar. Het Rijk heeft forse groeidoelstellingen voor het openbaar vervoer; voor de trein 5% per jaar. Nieuwe regionale OV-systemen als de Zuidtangent bieden kansen voor groei van het openbaar vervoer en een duurzame verstedelijking gebaseerd op een goede afstemming tussen mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling. Ook het gebruik van de auto groeit. Door de aandacht voor een betere aansluiting van alle vormen van vervoer op elkaar en de invoering van de kilometerprijs worden we gestimuleerd om bewuster om te gaan met onze mobiliteitskeuzes. Op het gebied van veiligheid en CO2-uitstoot worden de eisen die gesteld worden aan voertuigen op een steeds hoger niveau gebracht.

De visie van de ChristenUnie

Goede infrastructuur is van belang voor de ontwikkeling van Haarlem. Zo kunnen burgers economische, sociale en culturele activiteiten ontplooien en bedrijven hun werk doen. De gemeente moet zich richten op een efficiënte verkeerscirculatie. Er zijn grenzen aan de capaciteit van de wegen en binnen de stad zijn de mogelijkheden om dit te veranderen beperkt. De ChristenUnie laat zich leiden door drie criteria: veiligheid, milieuvriendelijkheid (bescherming van Gods schepping: mensen, dieren, groen) en leefbaarheid (lawaai, luchtkwaliteit, CO2, ruimtebeslag, hoeveelheid groen, etc.). Mobiliteit is zowel een groot goed als een probleem. Het is zaak een goede balans te vinden en de (auto)mobiliteitsstromen te beheersen. Om ruimtelijk beleid en mobiliteit goed op elkaar af te stemmen is een langetermijnvisie nodig. ChristenUnie zet daarbij stevig in op het stimuleren van het OV en de fiets.

Concrete uitwerking

Bereikbaarheid en veiligheid

  • Bij het opstellen van plannen met betrekking tot ruimtelijke ordening wordt een bereikbaarheidstoets en toegankelijkheidstoets ingevoerd zodat efficiënt met mobiliteit wordt omgegaan. Het bedrijfsleven wordt gestimuleerd om actief vervoermanagement te voeren voor een optimaal milieuvriendelijk zakelijk en woon-werkverkeer.
  • Er moet samen met de omliggende gemeenten en de provincie een verkeer- en vervoersplan worden opgesteld voor de regio met een mobiliteitsvisie voor de lange termijn. Haarlem kan immers niet in haar eentje de verkeersproblemen oplossen. Daarbij worden ook met het bedrijfsleven afspraken gemaakt over mobiliteitsmanagement om te komen tot een betere doorstroming. Bijvoorbeeld door thuiswerken, carpoolen en OV-gebruik te stimuleren.
  • Het Haarlemse wegennet kan nog slechts in zeer beperkte mate worden uitgebreid. Toch zijn er ook na realisatie van de Schoterbrug en de fly-overs bij station Haarlem Spaarnwoude investeringen in de bereikbaarheid nodig en mogelijk. Vooral de oost-west verbindingen moeten worden verbeterd. Op zomerse dagen ontwricht het strandverkeer het hele wegennet. Met name rond het Kennemerplein loopt het verkeer vast, maar ook aan de zuidkant van de stad rond de Buitenrustbruggen (verbinding Schipholweg – Westelijke Randweg) zijn er verbeteringen nodig. Dit kan door de bouw van de Mariatunnel. Tenslotte kan worden gedacht aan het doortrekken van de Prins Bernhardlaan over of onder het spoor door de Waarderpolder in. Gezien de beperkte financiële mogelijkheden van de stad zullen echter prioriteiten moeten worden gesteld. Voor dit soort grote projecten zal financiële ondersteuning van Rijk en of provincie nodig zijn.
  • Haarlem moet lobbyen bij provincie en Rijk voor een directe verbinding van de A9 met de A208 ten noorden van Velserbroek. Deze verbinding ligt dan in de gemeente Velsen, maar biedt veel voordeel m.b.t. de ontlasting van het Haarlemse wegennet
  • In woonwijken worden bij voorkeur 30 kilometer zones aangelegd. Sluipverkeer wordt geweerd. Drempels moeten voldoen aan de normen en dus niet te hoog, maar ook niet te laag zijn. Ze zijn er om het verkeer te remmen, maar niet om auto’s te lanceren.
  • De gemeente geeft, met uitzondering van de Waarderpolder waar dit veilig kan, geen toestemming aan LZV’s (lange zware vrachtwagens) om binnen de bebouwde kom te rijden. Om het vrachtverkeer in het centrum te beperken wordt in samenwerking met ondernemers stadsdistributie opgezet.
  • Bij aanleg of onderhoud van wegen, bruggen, kruispunten en pleinen moet de planvorming erop gericht zijn de verkeersveiligheid te verbeteren. Veilige loop- en fietsroutes en goed verlichte kruispunten zijn daarbij van groot belang. De gemeente gaat dode-hoek-ongelukken tegen door het ontvlechten/scheiden van verkeer en het aanpakken van gevaarlijke kruispunten (zoals apart groen voor fietsers en een opstelstrook vóór de auto’s).

Een top tien voor verkeersveiligheid

Er komt een top 10 van verkeersonveilige en onoverzichtelijke situaties die de komende vier jaar worden aangepakt. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een herinrichting van de wegen rond het Centaal Station.

Onderhoud

  • Om nieuwe achterstanden in het onderhoud te voorkomen moet de gemeente werken met onderhoudsplannen voor de (vaar)wegen en bruggen. Voor zover de gemeente nutsleidingen en kabels in eigen bezit heeft zorgt zij voor tijdige vervanging.
  • Waar nodig wordt het toegestane tonnage voor de bruggen beperkt i.v.m. de mate van onderhoud.

Openbaar Vervoer

  • De gemeente zet zich er bij de provincie voor in dat zo snel mogelijk, maar in ieder geval met ingang van de nieuwe concessie in 2016, de Zuidtangent door zal gaan rijden naar de IJmond. Een goede overstap op het spoor naar en van Beverwijk en Alkmaar moet daarbij worden onderzocht.
  • De gemeente bestudeert de reële varianten van het doortrekken van de Zuidtangent zowel bovengronds als ondergronds.
  • Een hoogwaardige OV-verbinding richting Schiphol/Amsterdam Zuidas via de A9 zoals voorgesteld door de provincie Noord-Holland moet op korte termijn worden uitgewerkt samen met de provincie. Met relatief goedkope ingrepen kan hier veel winst geboekt worden.
  • De gemeente participeert actief bij het opstellen van programma van eisen voor de nieuwe busconcessie in Haarlem door de provincie en betrekt de gebruikers van het OV daarbij. Openbare voorzieningen, zoals zorgcentra en scholen moeten goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer.
  • De vrije busbaan voor lijn 140 op de Heemsteedse Dreef wordt in Haarlem doorgetrokken naar het Houtplein waar een nieuw busstation komt.

Bus in de Waarderpolder

Door de gemeenteraad is een motie aangenomen om bij de opening van de Schoterbrug te starten met een nieuwe busverbinding. Helaas heeft het college van burgemeester en wethouders deze motie nog niet uitgevoerd. Wat betreft ChristenUnie komt er zo snel mogelijk een experiment met een busverbinding vanaf het Delftplein via de Schoterbrug naar Parkwijk en Schalkwijk. Zo wordt de Waarderpolder ook overdag bereikbaar met het OV. Bij succes moet deze verbinding definitief worden opgenomen in de nieuwe busconcessie.

  • De spoorverbinding Zandvoort-Haarlem-Amsterdam heeft potentie om uit te groeien tot een hoogwaardige stadsgewestelijke lightrail. Haarlem moet daarom samen met de regiogemeenten bij provincie en Rijk gaan lobbyen voor een directe verbinding met een hogere frequentie (elke 10 à 15 minuten) en meer haltes (bijvoorbeeld Zandvoort Noord, Zijlweg, Haarlem Oost, Halfweg, Geuzenveld en Westerpark)
  • In Haarlem reed de eerste trein van Nederland. Bij het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer van het Rijk is Haarlem als enige grote stad in de Randstad echter niet in beeld. Ook Haarlem moet in de toekomst elke tien minuten een intercity krijgen richting Amsterdam en Leiden en worden aangesloten op het nachtnet. De ChristenUnie heeft hierover een motie ingediend, die ook is aangenomen. De gemeente moet hier actief voor gaan lobbyen.
  • In de komende raadsperiode worden alle bushaltes toegankelijk gemaakt voor mobiliteitsbeperkten.
  • De informatievoorziening op station Haarlem over de buslijnen moet sterk worden verbeterd door o.a. plaatsing van routekaarten, actuele vertrekinformatie en een informatiezuil voor reisadvies. Met de NS moet worden onderhandeld dat het loket ook informatie voor busreizigers verschaft.
  • De gemeente moet haar verplichtingen met betrekking tot het scholierenvervoer royaal nakomen.

City-pendel

De bereikbaarheid van de binnenstad kan worden verbeterd met minibusjes. Zo kunnen ouderen weer met de bus naar de Hema of het concertgebouw. Deze minibusjes kunnen ook een verbinding bieden met parkeergarage Cronjé. Sinds kort loopt er op zaterdagen een proef met de city-pendel die gratis is mits de auto wordt geparkeerd in een van de garages. Wat betreft de ChristenUnie gaan deze minibusjes vaker rijden en worden ze definitief opgenomen in het reguliere openbaar vervoer zodat de busjes ook mogen stoppen bij de gewone bushaltes en zichtbaar worden in de dienstregeling van 9292OV.

Fiets

  • Haarlem moet de fietsstad van Nederland worden en uiterlijk in 2014 in de top 3 van fietssteden in Nederland van de Fietsbalans. Om dit te bereiken zorgt de gemeente voor een robuust, snel, comfortabel, veilig en fijnmazig netwerk van geasfalteerde fietsroutes. De gemeente houdt daarbij rekening met groeiende aantallen fietsers, fietsers met verschillende vaardigheden en een verdere groei van het aantal fietsers in de toekomst. Bij aanleg wordt uitgegaan van de landelijke CROW-aanbevelingen. Het fietsnetwerk wordt opnieuw vastgesteld met een duidelijk stappenplan dat wordt gemonitord en waarvoor een apart budget is binnen de begroting.
  • Het afgelopen jaar zijn een aantal nieuwe fietsbruggen gebouwd. Ook de komende raadsperiode wordt gewerkt aan het realiseren van ontbrekende schakels in het netwerk zoals:
    • Slachthuisbuurt – 023-Schalkwijk
    • Boerhaavewijk – Parkwijk
    • Prins Bernhardlaan – Waarderpolder
    • Verbetering noord-zuid verbindingen in de binnenstad
    • De gemeente onderhoudt de fietspaden goed en regelmatig en vergeet de fietsroutes niet bij het strooien. De drukste fietsroute van Haarlem, de Rijksstraatweg, is ten zuiden van de Jan Gijzenkade slecht onderhouden. Deze en andere slecht onderhouden fietspaden moeten worden aangepakt!
    • De gemeente gaat bij nieuwbouw of herstructurering van wijken uit van het fietsverkeer en richt wijken fiets- en kindvriendelijk in. Dit kan door de aanleg van meer fietsstraten met asfalt voor de fietsstroken. Bestaande fietsroutes zoals de Vergierdeweg bij begraafplaats Akendam, de Pijnboomstraat en de ventweg van de Vondelweg moeten comfortabeler.
    • De gemeente stimuleert dat in elke wijk eenvoudige fietsreparaties gedaan kunnen worden en zorgt in reïntegratie- en scholingstrajecten voor opleidingen tot fietshersteller.
    • Bij het verwijderen van weesfietsen worden eigenaars op tijd gewaarschuwd met een duidelijke sticker met uitleg.
    • De gemeente ziet toe op een goede uitvoering van de opnieuw verplichte fietsenberging bij nieuwbouw.
    • De gemeente zorgt voor een veilige schoolomgeving en veilige fietsroutes naar de scholen. Zij werkt actief mee aan het realiseren van verkeerslessen op scholen en bij instellingen.

OV-Fiets bij Zuidtangent haltes

Bij winkelcentra, bushaltes en overige attractiepunten worden genoeg fietsenstallingen gerealiseerd die voldoen aan de normen van Fietsparkeur. De gemeente opent met de NS meer uitleenpunten voor de OV-fiets. Daarbij kan worden gedacht aan haltes van de Zuidtangent.

Parkeren en transferia

  • Autodelen (carpoolen) wordt gestimuleerd door het beschikbaar stellen van parkeerplaatsen.
  • Belanghebbenden parkeren wordt alleen ingevoerd als er voldoende draagvlak is in de wijk.
  • Bij het bouwen van parkeergarages is (sociale) veiligheid een belangrijk item.
  • Bij nieuwbouw gebeurt parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein en bij voorkeur in gebouwde voorzieningen.
  • De parkeervoorzieningen bij Haarlem Spaarnwoude worden uitgebreid zodat dit een echt transferium wordt.
  • De gemeente biedt de mogelijkheid aan kerken, scholen, zorginstellingen e.d. om bezoekerskaarten aan te vragen.

Naar boven

3.4          Economie

 

Trends en ontwikkelingen

Bij het schrijven van dit programma zit Nederland in een stevige recessie. Hoe de economische ontwikkelingen in de komende jaren zullen zijn, valt onmogelijk te voorspellen. Naast bedreigingen zoals afnemende bedrijvigheid en toenemende werkloosheid, biedt deze situatie ook kansen om tot een duurzamere economie te komen.

Mede door de toegenomen scholingsgraad van de beroepsbevolking en de stijging van de kosten van arbeid wordt de Nederlandse economie steeds meer een kenniseconomie. Dat leidt tot een verschuiving van industriële bedrijvigheid naar dienstverlening. Dat heeft zijn weerslag op locaties en inrichting van bedrijventerreinen. Op veel bedrijventerreinen zoals de Waarderpolder heeft parkmanagement zijn intrede gedaan. Vooral met het doel de veiligheid te vergroten.

Vaak zijn (oude) bedrijventerreinen niet meer effectief en efficiënt ingericht. In de loop van de jaren is verrommeling ontstaan. Herstructurering kan een beter grondgebruik en daarmee een betere bedrijfsvoering voor de ondernemers opleveren. Ondernemers stellen hoge eisen aan het vestigingsklimaat dat in de gemeente te vinden is. Een belangrijk element daarin is de fysieke en digitale bereikbaarheid van de locatie en de beschikbaarheid van goed gekwalificeerde beroepsbevolking.

De visie van de ChristenUnie

Werk is een belangrijk middel om de gaven waarmee God de mens gesierd heeft, te ontplooien. Bovendien draagt werken bij aan het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en is het een goed middel om een inkomen te verwerven, waarmee voorzien kan worden in de eigen levensbehoeften en die van anderen.

Wij zijn zeer kritisch over tendensen richting een 24-uurseconomie. Deze kunnen namelijk een hoge tol eisen in de persoonlijke levenssfeer. Teveel mensen hebben last van stress, psychische problemen en/of arbeidsongeschiktheid. Een mens leeft niet om alleen maar te werken. Mensen hebben ook zorgtaken en moeten ook kunnen ontspannen. De samenleving is gebaat bij gemeenschappelijke rustmomenten. Een goede balans tussen welvaart en welzijn en tussen werken, zorgen en rusten is van groot belang. Wanneer de gemeente daaraan kan bijdragen moet ze dat doen.

Wij hechten veel belang aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Duurzaamheid is daarbij een sleutelwoord. Ook op gemeentelijk niveau moet dit bevorderd worden. De gemeente stimuleert tevens de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de publieke zaak. De gemeente moet er echter alert op zijn dat meebetalen ook meebepalen inhoudt en daarin haar grenzen als overheid duidelijk aangeven.

Het MKB wordt wel de motor van onze economie genoemd. Van de ruim 700.000 bedrijven in Nederland zijn er meer dan 270.000 bedrijven met minder dan 10 werknemers. 95% van de bedrijven heeft maar één vestiging. Het gaat hier veelal om relatief arbeidsintensieve en weinig milieuvervuilende bedrijven. Voor Haarlem is een gezond midden- en kleinbedrijf van groot belang. Op dit moment is er echter onder de zelfstandigen zonder personeel veel armoede te vinden. Verschillende redenen voor een gemeentebestuur dus om niet alleen aandacht te besteden aan grote bedrijven, maar zich daarnaast ook te richten op het MKB.

Concrete uitwerking

Recessie

  • Haal investeringen in positieve zaken als onderwijshuisvesting, aanleg van fietspaden, verkeersveiligheid en dergelijke naar voren.
  • Roep een overlegplatform in het leven waarin minimaal de gemeente en het bedrijfsleven zitten, maar bij voorkeur ook instellingen als het vmbo, met als doel om de ontwikkelingen in de economie goed in de gaten te houden.

Werkgelegenheid en werkloosheid

  • Bevorder het scheppen van werkgelegenheid die past bij de behoeften van de beroepsbevolking en stem het aanbod op de arbeidsmarkt en de beroepsopleidingen in de omgeving op elkaar af. Zo wordt woon-werkverkeer teruggedrongen en het beroep op bijstand verminderd. Gerichte bedrijfsacquisitie en regionale samenwerking vergemakkelijken dit.
  • Laat de gemeente bevorderen dat bedrijven stageplaatsen aanbieden aan hen die moeilijk een plaats kunnen vinden op de arbeidsmarkt en laat de gemeente daarbij zelf het goede voorbeeld geven.
  • Prostitutie, gokhallen en coffeeshops mogen niet als passende arbeid beschouwd worden voor werkzoekenden.
  • Beschouw het opvoeden van kleine, nog niet schoolgaande kinderen als passend werk voor alleenstaande ouders met gezinsverantwoordelijkheid. Stimuleer in die situaties verdere scholing en het aanvaarden van een deeltijdbaan.
  • Voer de Wet werk en bijstand ruimhartig uit, zowel wat het inkomens- als het werkdeel betreft.
  • Richt de Sociale werkvoorziening in als leerwerkbedrijf voor mensen met een beperking. Niet alleen voor SW-geïndiceerden, maar ook voor anderen met een beperking zoals Wajong, WIA, WAO e.d. Stimuleer doorstroming vanuit de WWB naar Sociale werkvoorziening en beschermde banen.

Bloeiende binnenstad

  • De zondagsopenstelling van winkels wordt tegengegaan.
  • Hanteer voor de bevoorrading van winkels in de binnenstad ruime venstertijden. Weeg hinder voor het winkelend publiek of de aanwonenden daartegen af.
  • Nog veel ruimte boven winkels staat leeg. Het project wonen boven winkels wordt daarom voortgezet.
  • Het aantal openbare toiletten in het centrum moet uitgebreid worden.

Vestigingsbeleid en detailhandelsbeleid

  • Om willekeur te voorkomen, zullen heldere vestigingseisen in duidelijke bestemmingsplannen vast moeten liggen. Weeg bij (het subsidiëren van) bedrijfsvestigingen duurzaamheid als factor zwaar mee.
  • Voer een zodanig ruimtelijk beleid dat er steeds een toereikend en gevarieerd aanbod van bedrijfsterreinen beschikbaar is.
  • De Waarderpolder en andere bedrijfsterreinen worden duurzaam ingericht. Bij voorkeur functioneren zij klimaatneutraal.
  • Het revitaliseren van bestaande bedrijfsterreinen heeft de voorkeur boven het aanleggen van nieuwe. Door herstructurering is er nog veel ruimte voor nieuwe bedrijven in de Waarderpolder en in de Spoorzone.
  • Haarlem stimuleert de realisatie van voldoende bedrijfsverzamelgebouwen voor startende ondernemers.
  • Er moet meer aandacht komen voor stimuleren van de zakelijke dienstverlening. De gemeente Haarlem heeft de laatste jaren geïnvesteerd in cultuur en toerisme. Deze zijn echter conjunctuurgevoelig.
  • Om zuinig om te gaan met ruimte en de regio economisch goed op de kaart te zetten moeten de gemeenten in de regio samenwerken bij de realisatie van bedrijventerreinen. Haarlem moet wat dit betreft meer optrekken met de Haarlemmermeer, juist omdat een groot deel van de inwoners van Haarlem werk heeft in deze buurgemeente.
  • Landbouwbedrijven krijgen ruimhartig de mogelijkheden nevenactiviteiten uit te voeren voor zover deze niet ten koste gaan van de kwaliteit van het buitengebied. Zij krijgen ook de ruimte voor een moderne bedrijfsvoering door perceelsvergroting als deze een bijdrage levert aan de verduurzaming van de bedrijfstak.

Haarlem en Wikipedia

De beschikbaarheid van een breedband netwerk is de afgelopen jaren een belangrijke trekker voor bedrijven geworden. Hier liggen kansen voor Haarlem gezien de nabijheid van de internetbackbone in Amsterdam. Niet voor niets heeft Wikipedia de Waarderpolder uitgekozen als de locatie voor haar Europese servers. Haarlem moet deze kwaliteit benutten en meer internetbedrijven naar Haarlem lokken.

Recreatie en toerisme

  • De zichtbaarheid van het VVV-kantoor moet worden verbeterd met bijvoorbeeld een groot logo op het kantoor en bewegwijzering. In de toekomst zien wij graag het VVV-kantoor alsnog op de Grote Markt een plaats krijgen bijvoorbeeld in het Stadhuis.
  • Stimuleer verblijfsrecreatie vanwege het gunstige effect op de middenstand.
  • Ontsluit toeristische trekpleisters goed met openbaar vervoer en fietspaden.
  • Realiseer aan de randen van de stad voldoende uitloopgebied met een recreatieve functie.
  • Stimuleer de aanleg van een fietspadennetwerk, evenals de aanleg van wandelpaden.
  • Creëer een kano-netwerk met aanlegplaatsen op natuurlijke punten.

Promoot Haarlem op Schiphol

Met Schiphol heeft Haarlem een internationale mainport in de achtertuin. Overstappende passagiers zouden verleid kunnen worden tot een bezoekje aan Haarlem. Op Schiphol is echter geen enkele Haarlem promotie te vinden. Dit moet verbeteren. Hierbij kan samengewerkt worden met Amsterdam dat al veel ervaring heeft op dit gebied.

Naar boven

4 Bloeiende samenleving

 

Burgers zijn er in vele soorten en maten. Van jong tot oud. Van deelnemer aan een sportactiviteit tot bezoeker aan een monument. Van kind die de basisschool bezoekt tot oudere die gebruik maakt van huishoudelijke hulp.

De ChristenUnie zal zich vooral inzetten voor gemeentelijke voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de kwetsbaren in onze samenleving en hen hiermee een goede en herkenbare plaats in de maatschappij geven.

De ChristenUnie wil zich ook sterk maken voor herkenbare en toegankelijke instellingen en voorzieningen voor de burger en dus kritisch kijken naar schaalvergrotingen. Over de toenemende bureaucratisering maakt de ChristenUnie zich zorgen.

De samenleving is er naar onze mening mee gebaat dat er aandacht is voor het publieke, voor het gezamenlijke, voor wat ons bindt. Wij willen vanuit de Bijbelse opdracht graag meewerken aan een samenleving waarin we ‘omzien naar elkaar’.

Wij vinden dat er in een ‘samenleving met samenhang’ geïnvesteerd moet worden. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning biedt geschikte mogelijkheden om aan die noodzakelijke ‘sociale cohesie’ met elkaar te werken.

Het verenigingsleven, buurtwerk, jongerenwerk e.d. moet gestimuleerd worden. Belangrijke samenbindende voorzieningen als kinderboerderijen, volkstuinen en buurtwinkels moeten beschermd worden.

Voor het tot bloei komen van de stad zijn zowel fundamentele vrijheden (vrijheid van godsdienst, meningsuiting, vereniging en onderwijs), als ook gedeelde waarden en normen nodig. Geen vrijheid zonder verbondenheid. Geen vrijheid van godsdienst en vereniging zonder een fundamentele erkenning van de democratische rechtsstaat. Geen vrijheid van meningsuiting zonder wederzijdse erkenning van menselijke waardigheid. Geen vrijheid van onderwijs zonder kwaliteitseisen.

Tot slot is het ook belangrijk om processen van isolatie, polarisatie en radicalisering tegen te gaan door het (weer opnieuw) erbij betrekken van mensen die dreigen af te glijden of die zich dreigen af te keren van de Nederlandse samenleving en democratische rechtsorde. Daarbij dient vooral gedacht te worden aan scholing, stages en werk. Dit is primair een zaak van het lokale bestuur, van preventie, signalering en interventie. Dat moet gebeuren samen met professionals als wijkagenten, jeugdwerkers en leraren en ingebed in het lokale beleid op het terrein van veiligheid, integratie, werk en jeugd.

Naar boven

4.1          Jeugd, gezin en onderwijs

 

Trends en ontwikkelingen

Het gezin is de hoeksteen van de samenleving, maar het gezin staat er de laatste jaren in toenemende mate alleen voor. Er zijn gaten ontstaan in de pedagogische infrastructuur: familie, buurt, kerk en andere elementen van de traditionele leefomgeving spelen een steeds kleiner wordende rol en zijn niet langer vanzelfsprekende opvoedingspartners van de ouders.

De visie van de ChristenUnie

Het gezin vormt de basis voor kinderen, ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Maar niet alleen het gezin moet een gezonde basis zijn, ook de directe omgeving waarin kinderen opgroeien en gezinnen functioneren: het sociale netwerk. De ChristenUnie wil zich inzetten voor het versterken van de kringen rond gezinnen. We vinden relaties belangrijk, relaties waarin waarden en normen worden uitgewisseld.

De Centra voor Jeugd en Gezin gaan ouders en kinderen ondersteunen bij het opvoeden en opgroeien. Door de komst van de Centra voor Jeugd en Gezin heeft de gemeente een belangrijk middel in huis om werk te maken van preventie en om de zorglijnen kort te houden en adequaat op te treden bij ontsporingen tijdens de opvoeding van de jeugd.

Door een rijk aanbod aan opleiding, cultuur en sport kunnen jongeren de vaardigheden en de kennis opdoen die zij nodig hebben in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Scholen moeten alle ruimte krijgen om zich te kunnen richten op hun kerntaak: het geven van goed onderwijs. De opvoedingsverantwoordelijkheid ligt bij de ouders en mag niet worden uitbesteed aan de school of aan andere instellingen rond het kind. Het is belangrijk dat kinderen onderwijs aangeboden krijgen op hun niveau en dat ze een diploma kunnen halen. Het onderwijs dient alle wettelijke mogelijkheden te benutten om spijbelen en schooluitval tegen te gaan. Ouders (en vooral ook de jongeren) moeten ervan doordrongen worden dat schooluitval resulteert in veel minder kansen in de samenleving door het ontbreken van startkwalificaties. Lokale samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven moet resulteren in een betere aansluiting op de arbeidsmarkt.

De ChristenUnie maakt zich sterk voor het behoud van het bijzonder onderwijs in de gemeente. In het onderwijs zijn namelijk overdracht van kennis, van normen en waarden en voorbeeldgedrag onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij eventuele samenwerkingsscholen en/of brede scholen moeten voorwaarden gecreëerd worden waardoor er sprake is van het behoud van de identiteit van de school. De financiële gelijkstelling van bijzondere en openbare scholen moet goed bewaakt worden.

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is vooral voor achterstandskinderen van groot belang. Een goede aansluiting van dit taalonderwijs met het vroegschoolse onderwijs (groep 1 en 2 van het primair onderwijs) is daarbij belangrijk. Hierover zijn goede afspraken met het onderwijs nodig.

Verder kan een gemeente actief de ‘doelgroepkinderen’ voor dit VVE beleid opzoeken. Dat kan op consultatiebureaus (actief stimuleringsbeleid om ouders aan te moedigen hun kind naar een peuterspeelzaal of kinderopvang te brengen die VVE aanbiedt), maar ook door afspraken met de kinderopvangaanbieders te maken om VVE daar aan te bieden als er kinderen aanwezig zijn die dit nodig hebben. Het Rijk stelt hiervoor geld ter beschikking aan gemeenten.

De problematiek van alcohol- en drugsgebruik, vernielingen en overlast vraagt een integrale aanpak vanuit zorg en repressie. De ChristenUnie ziet jongeren graag gezond opgroeien en zal daarom initiatieven die gezond gedrag stimuleren steunen. Gok-, game- en drankverslaving bij jongeren willen we tegengaan. Eenzaamheid onder jongeren is één van de oorzaken van de vlucht naar verslaving. ChristenUnie wil deze vereenzaming aanpakken door het verstevigen van het netwerk rond jongeren.

Jongeren hebben ruimte nodig, de ChristenUnie wil ze die ruimte bieden en daarbij voorzieningen voor de jeugd realiseren. De woonomgeving moet voor jongeren een positieve uitstraling hebben. We pleiten voor gezinsvriendelijke, veilige wijken, waar ruimte is om te spelen en te sporten en om elkaar te ontmoeten.

De ChristenUnie wil dat in de zorgketen de regierol op het inzetten van interventies van verschillende instanties bij de wethouder komt te liggen. Het jeugdbeleid vraagt om visionaire, inhoudelijk regie en niet alleen stroomlijnen van processen. Vooral de beleidsterreinen onderwijs, veiligheid en volksgezondheid en zorg zullen onderling afgestemd moeten worden om het jeugdbeleid tot een succes te laten zijn.

Concrete uitwerking

Jeugd en gezin

  • Stel een wethouder voor jeugd en gezin aan (en neem een apart programma jeugd en gezin in de begroting op).
  • Creëer ontmoetingsplaatsen voor ouders in wijken.
  • Bevorder op een positieve manier het gesprek over opvoeden.
  • In 2011 moet in elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) operationeel zijn. Bevorder de verdere ontwikkeling van de CJG.
  • Zorg voor een jeugdzorgbeleid dat zich kenmerkt door een goede afstemming tussen betrokken partijen waardoor het kind de zorg krijgt waar het recht op heeft (CJG, Verwijsindex risicojongeren, sluitende aanpak, zorgcoördinatie).
  • Bewaak de kwaliteit van en het toezicht op de kinderopvangcentra en buitenschoolse opvang.
  • Schoolpleinen horen buiten schooltijd open te zijn voor de jeugd uit de buurt. Sportclubs worden gestimuleerd om hun accommodatie open te stellen voor kinderen en jongeren uit de buurt. Bewoners die hun straat beter bespeelbaar willen maken, ontvangen praktische steun van de gemeente. Jongeren en kinderen worden betrokken bij het maken van plannen en het beheer en onderhoud van speelplekken.
  • Zorg voor goed faciliteren en beheren van hangplekken / activiteitenplekken / playgrounds.
  • Zorg voor samenwerking tussen sportverenigingen, cultuurinstellingen en scholen m.b.t. naschoolse opvang.
  • Introduceer sociale samenhang als uitgangspunt bij bestemmingsplannen en bouwplannen
  • Zorg voor preventie van echtscheidingen (via huwelijks- of relatiecursussen) en hulpaanbod bij en na een echtscheiding, vooral gericht op (emotionele) problemen bij kinderen en co-ouderschap.
  • Met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning hebben gemeenten de opdracht gekregen preventieve ondersteuning te bieden aan jeugdigen en hun ouders bij het opgroeien en opvoeden. Zorg voor een goede afstemming en aansluiting tussen de WMO, Centra voor Jeugd en Gezin, het jongerenwerk, scouting, het onderwijs, de politie enz.
  • Stimuleer gezinsondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van opvoedingscursussen.
  • Voorlichting over herkenning van kindermishandeling en andere gezinsproblemen en van pesten.
  • Huiselijk geweld wordt aangepakt door o.a. preventieve hulp in het geval van ‘moeilijke’ echtscheidingen, voorlichting, tijdelijke huisverboden en goede samenwerking tussen hulpverlening, politie en justitie.

Onderwijs

  • Om de voorschoolse educatie te verbeteren moeten peuterspeelzalen goed samenwerken met kinderopvang en primair onderwijs.
  • In het kader van de integratie kan geprobeerd worden leerlingenaanbod te spreiden mits hierbij de vrijheid van onderwijs en schoolkeuze worden behouden.
  • Benader ouders actief door middel van huisbezoeken door de leerplichtambtenaren om zo schooluitval tegen te gaan.
  • Afstemming van het beleid met de zogenaamde Zorg Advies Teams (ZAT’s) in het onderwijs is van groot belang. Leerplichtambtenaren dienen een plek te hebben in deze ZAT’s zodat zij er op tijd bij zijn om door te kunnen schakelen naar partners binnen het CJG.

Coaching van jongeren

Jongeren die nog niet in aanmerking komen voor een beroep op speciale jeugdvoorzieningen, maar die wel wat extra begeleiding kunnen gebruiken, zijn gebaat met de inzet van vrijwilligers die als coach optreden. Niet alleen op school, maar ook daarbuiten. Hiermee kan verder afglijden of schooluitval worden voorkomen. Een goed voorbeeld is het project van Hogeschool InHolland waarbij studenten bij wijze van stage fungeren als jeugdcoach op scholen voor middelbaar onderwijs.

 

Naar boven

4.2          Zorg, welzijn en sociale zaken

 

Trends en ontwikkelingen

Binnen de zorg merken we de gevolgen van het marktdenken. Deze zijn lang niet altijd positief.

Ontwikkelingen als gevolg van het groeiende aantal ouderen (‘verzilvering’) zullen ook de komende jaren actueel zijn. Ook de gevolgen van ongezonde levensstijlen en verslavingen zullen merkbaar zijn. Op dit moment verkeert de wereld in een economische crisis. Een toenemende werkloosheid en het voorkomen dat een jonge generatie ‘verloren’ gaat zijn uitdagingen waarmee we te maken krijgen. Daarnaast is er een groei in het aantal sociale regelingen waardoor de toegankelijkheid er voor de burger niet eenvoudiger op wordt.

Ook de grotere vraag naar vrijwilligers en de toename van de alleenstaanden stelt ons de komende jaren voor de nodige uitdagingen. Veel aandacht zal moeten worden besteed aan het stimuleren èn ondersteunen van vrijwilligerswerk en mantelzorg met specifieke aandacht voor het potentieel van ouderen. Het groeiende tekort aan professionele zorg kan niet zonder meer door informele zorg worden opgevangen. Ook de grenzen van informele zorg komen hier en daar in zicht.

De visie van de ChristenUnie

Het is belangrijk dat er vanuit de overheid aandacht is voor de kwetsbaren in onze samenleving. Bij het inzetten van het marktmechanisme moet steeds de positie en het belang van de zorgvrager centraal staan. Deze aandacht dient er ook te zijn wanneer schaalvergroting van instellingen wordt overwogen.

Voor ouderen, maar ook voor chronisch zieken en gehandicapten, is het belangrijk dat zij meedoen en erbij horen. Dat staat of valt met het al dan niet hebben van relaties. Goede en bereikbare voorzieningen vergroten de zelfredzaamheid en daardoor de mogelijkheden om te participeren in het leven van alledag en zo relaties aan te gaan en te onderhouden. Op deze manier kunnen zij een volwaardige, zoveel mogelijk zelfstandige en geïntegreerde plaats in de samenleving innemen. Projecten om de participatie van ouderen en gehandicapten te stimuleren verdienen ondersteuning. Deelname aan maatschappelijke activiteiten op het gebied van bijvoorbeeld sport, recreatie, educatie, cultuur en vrijwilligerswerk moet bevorderd worden.

De overheid dient een nadrukkelijke rol te blijven vervullen waar het gaat om inkomensondersteunende maatregelen voor mensen die niet kunnen werken. Van groot belang is dat er een actief en uitnodigend beleid is waardoor mensen via een werksituatie aan de slag kunnen. Zoveel mogelijk moet geprobeerd worden dat iedereen mee doet. Maar ook daar geldt dat wanneer dat niet mogelijk is de overheid er voor zorgt dat er in de sfeer van financiële vergoeding een goed, bekend en toegankelijk vangnet is. Zo veel mogelijk moeten belemmeringen om een actieve bijdrage in onze samenleving te vervullen, weggenomen worden. Kwetsbare burgers moeten in staat gesteld worden hun eigen levenspatroon vorm te geven.

Kwetsbaar zijn ook de burgers die als gevolg van hun verslaving aan de onderkant van onze samenleving terecht dreigen te komen of zijn gekomen. We mogen geen berustende houding innemen. We moeten voor een goede opvang zorgen en nog veel meer investeren in preventie om verslavingsproblematiek zoveel mogelijk te voorkomen.

Sport speelt in onze huidige samenleving een belangrijke rol. Veel mensen genieten van het beoefenen van een sport of van het kijken naar sport. Sport kan een gunstige invloed hebben op gezondheid, integratie en het bevorderen van gemeenschapszin. Wij zien voor de gemeente vooral een faciliterende rol weggelegd voor de amateursport en niet zozeer voor de profsport.

Concrete uitwerking

Zorg en welzijn

  • Inventariseer waar sociale- en/of gezondheidsproblematiek is en investeer in preventie.
  • Bestrijd overgewicht bij kinderen door goede voorlichting op scholen en het stimuleren van een gezonder aanbod in schoolkantines.
  • Voorkom dat jongeren beginnen met roken. Stimuleer daarom vanuit de coördinerende rol op het terrein van preventie de invoering van rookvrije schoolpleinen.
  • Ga na wat de oorzaak is waardoor burgers hun eigen dagpad (levenspatroon) niet kunnen invullen en maak gemeentelijk beleid waardoor de burger zijn eigen ’dagpad’ vorm kan geven.
  • Zorg dat de uitvoering van beleid aan organisaties toegekend wordt op basis van kwaliteit. Zie er op toe dat organisaties niet vanwege hun christelijke identiteit gemeden worden bij uitvoering van gemeentelijk beleid. Het begrip ‘neutrale overheid’ wordt veel te eng geïnterpreteerd. De ‘kwaliteit’ moet het beoordelingscriterium zijn. Ook kerken en levensbeschouwelijke instellingen leveren een waardevolle bijdrage aan ‘sociale cohesie’ in onze samenleving.
  • Ontwikkel een actief en verantwoord participatiebeleid.
  • Ontwikkel beleid voor de groeiende groep alleenstaanden.
    • Dakloosheid mogen wij als samenleving niet accepteren. Vooral de toename van het aantal zwerfjongeren moet aandacht krijgen. Dit betekent enerzijds dat we ons moeten inspannen voor opvang van dak- en thuislozen en daarnaast ons moeten inspannen deze groep van medeburgers weer een gewone plaats te geven in onze samenleving.
    • Particuliere organisaties kunnen met subsidies aangemoedigd worden zich in te zetten voor daklozen door opvang, maaltijden, psychische en financiële begeleiding te bieden. Maatschappelijke opvang moet gezien worden als een plaats van waaruit de positie van dak- en thuislozen kan worden verbeterd, niet als eindstation. Werk aan verdere modernisering van de opvang door in goede accommodatie te voorzien voor dak- en thuislozen, specifieke opvang te bieden via voorzieningen als Domus en de oprichting van een hospes voor langdurige dak- en thuislozen. Realiseer de opvang van dak- en thuislozen niet in een gezamenlijke accommodatie met een gebruikersruimte.
    • Stimuleer een ruim aanbod van plaatsen voor begeleid wonen. Medeburgers die om welke reden dan ook niet in staat zijn om (tijdelijk) zelfstandig te wonen, moet een vorm van begeleid wonen worden aangeboden.
    • Er moeten voldoende opvangmogelijkheden voor mensen in een crisissituatie zijn.
    • Welzijnsorganisaties moeten een eigen Raad van toezicht hebben met een lid namens de gemeente, zodat toezicht is op de besteding van de gemeentelijke subsidie. De accountantsverklaring moet jaarlijks voor 1 mei aangeleverd worden.
    • Haarlem gaat net als andere gemeenten een Veteranendag organiseren.
    • De samenwerking tussen politie, OM, gemeente en reclassering is essentieel bij de nazorg van ex-gedetineerden en begeleiding jeugddelinquenten
    • Veel aandacht moet uitgaan naar het proces van terugkeren in de maatschappij van ex-verslaafden, ex-gedetineerden en ex-psychiatrische patiënten. Zelfredzaamheid, sociale activering en participatie moeten gestimuleerd worden om terugval te voorkomen.
    • Voer de nazorg aan ex-gedetineerden op zorgvuldige wijze uit door voldoende middelen ter beschikking te stellen. Maak een sluitende aanpak mogelijk door een tijdige opvang bij de poort in samenwerking met justitie.

Sociale zaken

  • Bevorder voorlichting over (het voorkomen van) schulden, met speciale aandacht voor jongeren.
  • Stel meer hulpverleners aan in het kader van maatschappelijke hulp zodat ook Haarlem voldoet aan de landelijke norm van 1 schuldhulpverlener op 8000 inwoners.
  • Schuldhulpverlening moet samenwerken met maatschappelijk werk voor de psychologische kant van schulden.
  • Er komt één werkloket waarin de gemeentelijke afdeling sociale zaken samenwerkt met het UWV Werkbedrijf.
  • Verbeter de huisvesting van de voedselbank.
  • Het actief ondersteunen van projecten als DOMUS, sociaal pension en dag- en nachtopvang.
  • Het niet-gebruik van regelingen door burgers is nog veel te hoog. Bovendien maakt het grote aantal regelingen het er voor de burger niet duidelijker op. De gemeente moet bestaande regelingen actief promoten. Dit kan door middel van intensieve voorlichting en gerichte huisbezoeken aan minima.
  • Bij het verstrekken van bijstand zorgt de gemeente voor individueel maatwerk. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan (zo nodig ruimhartige) vrijstelling van gemeentelijke heffingen, ondersteuning bij vervanging van onmisbare, maar dure apparatuur en verstrekking van de HaarlemPas.
  • In samenwerking met organisaties en kerken wordt ‘stille armoede’ door de gemeente getraceerd.

Vrijwilligerswerk en mantelzorg

  • Faciliteer en betrek buren bij hulpsituaties, zodat de kosten niet in alle gevallen op de beroepskrachten van de WMO afgewenteld worden bij bezoek aan ziekenhuis, boodschappen doen, tandarts, etc.
  • Ondersteuning van initiatieven vanuit kerken of maatschappelijke organisaties die gericht zijn op hulp aan mensen die dat nodig hebben (zoals bijvoorbeeld de stichting Present).
  • Het bevorderen en subsidiëren van (de oprichting van) hospices.
  • Zorg dat het WMO-loket mantelzorgers herkent en goed informeert over wet en regelgeving en ondersteuningsmogelijkheden. Zorg voor een goede bereikbaarheid en voldoende openingstijden aan de rand van de dag (b.v. van 7 tot 19 uur).
  • Beperk de hoeveelheid regels bij toewijzing van voorzieningen.
  • Beschrijf het recht van de mantelzorger op voorzieningen in de verordening zoals het recht op respijtvoorzieningen, zodat mantelzorgers ook even “vrijaf” kunnen nemen.
  • Betrek de mantelzorger bij de indicatieprocedure.
  • Zorg voor financiële ondersteuning aan organisaties voor intensievere vrijwilligerszorg om zorgvrijwilligers te werven.
  • Vrijwilligers kunnen taken van mantelzorgers verlichten. Intensievere vrijwilligerszorg moet deel uitmaken van het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers.
  • Geef mantelzorgers een plaats in de WMO-raad en raadpleeg het Platform Belangenbehartiging Mantelzorg.
  • Stimuleer werkgevers om aan mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid te doen bijvoorbeeld door het afsluiten van convenanten en het bieden van handreikingen. Voer ook als gemeente een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid.
  • Onthef mantelzorgers tijdelijk van de sollicitatieplicht.
  • Mantelzorg moet meewegen bij de bepaling van de urgentie voor woningtoewijzing.
  • Versoepel de regels zodat aanpassingen in de woning snel en adequaat te realiseren zijn.
  • Financier aanpassingen in algemene ruimten zoals aanpassingen aan lift en toegangsdeuren.
  • Verbeter de mogelijkheden om in het kader van mantelzorg op eigen erf aan te kunnen bouwen.
  • Benut flexibele oplossingen zoals mantelzorgwoningen, aanbouwunits, wisselwoningen etc.
    • Het versterken van de informatievoorziening voor mantelzorgers via gericht informatiemateriaal en Loket Haarlem.

Ouderen en gehandicapten

  • Met Loket Haarlem is er één informatieloket betreffende de voorzieningen rond zorg, wonen en welzijn. Dit loket moet breder bekend worden gemaakt aan de burgers. Onderzocht moet worden of dit loket naast de lokaties in Noord, Oost en Schalkwijk ook geopend kan worden in West, Centrum en Zuid.
  • Onafhankelijke en integrale indicatie voor zorg, diensten en voorzieningen in het kader van de WMO en een redelijke beslistermijn inzake toekenning of verstrekking ervan.
  • De gemeente moet de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) rechtvaardig en ruimhartig uitvoeren en zorgen voor een goed collectief vervoersbeleid. Regelmatige evaluatie daarvan is nodig, samen met de betrokken belangenorganisaties.
  • Door de verstrekking van een scootmobiel kunnen ouderen en gehandicapten mobiel blijven. Om te voorkomen dat deze nauwelijks worden gebruikt en de veiligheid van het verkeer te verbeteren wordt alle eigenaars van een scootmobiel bij de verstrekking een cursus aangeboden.
  • De gemeente start een lokale taskforce sport en bewegen 50+ om ouderen te informeren over het belang van en de mogelijkheden voor sport en beweging in hun wijk.
  • De gemeente biedt valpreventiecursussen aan voor ouderen in zorgcentra of welzijnsinstellingen.
  • Het bieden van diensten in het kader van de WMO zowel in natura als in de vorm van een persoonsgebonden budget; de keuze ligt dan bij de gebruiker zelf.
  • Het bewaken en zo mogelijk verminderen van de leges voor gehandicapten.
  • Het stimuleren van gerichte educatieve programma's voor ouderen, bijvoorbeeld rond informatietechnologie.
  • Het stimuleren van dagopvang voor (thuis wonende) dementerende bejaarden.
  • De gemeente moet zelf het goede voorbeeld geven voor wat betreft het bieden van arbeidsmogelijkheden voor gehandicapten en een leeftijdsbewust personeelsbeleid.
  • Een goed aanbod aan 24-uurszorg, dichtbij huis georganiseerd, kan in belangrijke mate bijdragen aan het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van ouderen. De zorg-/hulpverlening aan zelfstandig wonende ouderen vanuit verzorgingshuizen moet bevorderd worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan maaltijdvoorzieningen, alarmsystemen en tijdelijke verzorging bij ziekte.

Seniorenraad

Het aantal senioren groeit. De gemeente Haarlem moet daarom investeren in een breed ouderenbeleid, waar de ouderen ook zelf actief bij betrokken worden. Dit kan door het samenwerken met ouderenorganisaties en cliëntenraden en het instellen van een seniorenraad.

Verslavingszorg en prostitutiebeleid

  • Maak gebruik van de middelen van het rijk om uitstapprogramma´s voor prostituees op te stellen en hen te begeleiden naar werk.
  • Stimulering van preventieprojecten die meisjes beschermen tegen/weerbaar maken tegenover loverboys.
  • Hard optreden wanneer bij prostitutie sprake is van illegaliteit en mensenhandel.
  • Goede voorlichting aan de jeugd over verslavingen.
  • Plaatsing van verslaafden in ontwenningstrajecten met daaraan gekoppeld actieve reïntegratie.
  • Het gebruik maken van elke wettelijke mogelijkheid om gokken te beperken en te voorkomen.

Sport

  • ChristenUnie was en is tegen de bouw van een nieuw stadion in de Zuiderpolder. Onze voorkeur heeft het opknappen van het huidige stadion in Haarlem Noord. De gemeente moet als ‘huisbaas’ daarbij in ieder geval voldoen aan de onderhoudsverplichtingen.
  • Een nieuw of verder vernieuwd stadion heeft niet onze prioriteit. Hiervoor is financiering door commerciële partijen noodzakelijk. Er moet voldoende toekomstperspectief zijn. Voorkomen moet worden dat er nu miljoenen naar onderhoud gaan en het stadion later alsnog wordt gesloten of verplaatst.
  • Stimuleer samenwerking tussen sportclubs van verschillende sporten, om zo een afwisselend aanbod te creëren en meer faciliteiten te bieden èn de activiteiten voor iedereen bereikbaar te maken.
  • Maak beleid waarmee via sport de integratie van diverse bevolkingsgroepen wordt bevorderd.
  • Besluitvaardigheid t.a.v. het beheer van bestaande sporthallen en de realisatie van nieuwe sportvoorzieningen.
  • Stimuleren van zelfbeheer van sportverenigingen.
  • Stimuleren van sport-kennismakingsprogramma’s voor de jeugd en buurtinitiatieven met sport.
  • Het op regionaal niveau stimuleren en faciliteren van de gehandicaptensport.
  • Haarlem Pas inzetten voor sportbeoefening zodat sportverenigingen ook toegankelijk zijn voor de lagere inkomens.

Naar boven

4.3          Sociale samenhang

 

Trends en ontwikkelingen

De sociale samenhang in Haarlem staat onder druk, vooral door de toenemende pluriformiteit en het uit elkaar groeien van bevolkingsgroepen. Ook de toename van het aantal eenpersoonshuishoudens en meer eenzaamheid vragen om politieke aandacht. Individualisering heeft de noodzakelijke sociale cohesie in een samenleving onder druk gezet. Voeg daarbij ontwikkelingen zoals tolerantievermindering, afname van sociale verantwoordelijkheid en betrokkenheid en dan is duidelijk waaraan ook de lokale overheid de komende jaren aandacht moet besteden.

De visie van de ChristenUnie

In een samenleving waarin we afnemende betrokkenheid constateren, zoeken we antwoord op de vraag hoe we kunnen ‘verbinden’. Hoe kunnen we mensen (opnieuw) het gevoel geven dat ze erbij horen, ertoe doen, serieus genomen worden? Oftewel: hoe kunnen we participatie vergroten?

Bewogenheid is een belangrijke drijfveer om als overheid te investeren in onze samenleving. Omzien naar onze naaste is een belangrijk speerpunt als het gaat om het samenleven in stad, wijk of buurt. De ChristenUnie is van mening dat de gemeente invulling moet geven aan een duurzame samenleving. Te veel wordt een standpunt van een groepering verheven tot een tegenstelling die er naar onze mening niet moet zijn. Zonder onze eigen principes geweld aan te doen, moeten we respect opbrengen voor de ander.

We willen geen inbreuk maken op het persoonlijke leven van de burger. Wij vinden het wel belangrijk dat verschillende groepen met elkaar in gesprek komen. Sociale cohesie ontstaat voor ons pas als er sprake is van samenwerking tussen inwoners van een wijk, betrokkenheid op elkaar en onderlinge solidariteit. Wij zijn van mening dat verenigingen, welzijnsorganisaties en kerken een belangrijke bijdrage aan sociale cohesie leveren. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning willen we als één van de instrumenten hiervoor gebruiken. De ChristenUnie constateert dat de meeste burgers gelukkig goed in staat zijn hun eigen ‘levenspad’ vorm te geven. Wij willen er zijn voor die burgers die dat niet kunnen. Het gemeentelijk beleid moet er op gericht zijn op zoek te gaan naar kwetsbare medeburgers.

Concrete uitwerking

Buurten en verenigingen

  • Stimuleer activiteiten met het oog op de samenhang in een buurt, waar de buurt in al zijn geledingen bij betrokken is, dan wel zich betrokken voelt.
  • Bepaal aan welke activiteiten binnen een buurt behoefte bestaat en baseer daar de activiteiten op. Nog te veel plannen worden achter het bureau gemaakt. De kennis zit ook ‘in de wijk’. Van essentieel belang is het om de burgers er vanaf het begin bij te betrekken. Laten we werken aan ‘burgerparticipatie in woord en daad’!
  • Ga regelmatig bij de burger na in hoeverre activiteiten wel of niet voldoen aan zijn/haar wens/behoefte en of bedachte oplossingen en daarbij behorende activiteiten wel leiden tot het gewenste resultaat.
  • Waardeer het particuliere initiatief. Als de gemeente zelf buurtgerichte activiteiten oppakt moet het doel zijn deze uiteindelijk weer “terug te geven” aan de samenleving. Ook het financieel ondersteunen van projecten moet in dit kader worden bezien.
  • Stimuleer een integraal beleid op het gebied van welzijn (club- en buurthuiswerk en maatschappelijk werk), integratie, jeugdzorg, veiligheid en sport in relatie tot de brede (buurt)school.
  • Jongeren moeten aan activiteiten van verenigingen kunnen deelnemen. De gemeente moet die groepen jongeren in kaart brengen die relatief weinig aan activiteiten van verenigingen deelnemen en hun deelname stimuleren.
  • Voorzieningen dienen ook toegankelijk te zijn voor burgers die minder mobiel zijn.
  • Buurtbeheer van speeltuinen, hangplekken en uitleenpunten voor sport en spel wordt gestimuleerd. Betrokkenheid van de buurt betekent over het algemeen ook dat men zich verantwoordelijk voelt voor een voorziening.
  • Het inzetten van bijstandsgerechtigden in hun eigen buurt voor zinvol vrijwilligerswerk, met behoud van uitkering en toekenning van een vrijwilligersvergoeding.
  • De gemeente neemt nieuwe initiatieven ter versterking van het normen- en waardendebat zoals een vervolg op het project stadsregels.

Digitale wijkkrant

Al een aantal jaar bestaat er een digitale wijkkrant voor Haarlem Oost (www.wijkkrant-haarlem-oost.nl). ChristenUnie pleit ervoor dat er ook een wijkkrant komt voor de andere stadsdelen. Hierbij kan samengewerkt worden met het Haarlems Dagblad, de wijkraden, stadsbibliotheek en woningcorporaties.

Naar boven

4.4  Religie en integratie

 

Trends en ontwikkelingen

De Nederlandse samenleving, waarin tolerantie en persoonlijke vrijheid belangrijke waarden zijn, wordt geconfronteerd met een botsing van culturen. Onderliggende oorzaken zijn: gebrek aan kennis over, relaties met en respect voor mensen met een andere afkomst. Tegelijk zijn er problemen met de integratie van deze nieuwe Nederlanders zoals taalachterstanden, schooluitval en overlast. Steeds vaker is er discussie over de rol van identiteitsgebonden instellingen in de samenleving waarbij er vaak sprake is van misverstanden over de betekenis van de scheiding van kerk en staat.

De visie van de ChristenUnie

Het recht op vrijheid van meningsuiting en godsdienst is voor de ChristenUnie van groot belang. Daar moet dan ook zorgvuldig en met respect voor andersdenkenden mee om worden gegaan. Daarbij moet de overheid wel alert zijn op (religieuze) subculturen die een voedingsbodem kunnen vormen voor terrorisme.

Met de bestaande diversiteit aan levensovertuigingen moet helder zijn wat de scheiding tussen kerk en staat inhoudt. Beide hebben hun eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Scheiding van kerk en staat mag echter geen scheiding van geloof en politiek betekenen. Alsof religie en levensbeschouwing geen invloed zouden mogen hebben op politieke standpunten. Alsof je neutrale politieke standpunten zou kunnen innemen en beleid zou kunnen formuleren zonder daarbij je (levens)overtuiging een rol te laten spelen. Wij gaan uit van de Bijbel en omdat we die serieus nemen, laten we dat doorwerken in onze mening over de omgang met mens en natuur.

Wil religie niet tot een tweedeling leiden maar een samenbindende factor zijn, dan zal de overheid de waarde van religie in een samenleving moeten (her)ontdekken. Een samenleving zonder religie mist veel maatschappelijk kapitaal in de vorm van vrijwilligers, zingeving en identiteitsbeleving. Daarbij zijn wij ervan overtuigd dat het christelijk geloof en de christelijke waarden en normen heilzaam zijn voor de samenleving.

De ChristenUnie wil ruimte geven aan religies en levensovertuigingen, maar wel binnen de grenzen van de wetgeving. De ChristenUnie wil bevolkingsgroepen niet stigmatiseren. Wij willen echter ook niet de ogen sluiten voor onrecht en onderdrukking en voor culturele zaken die mensen in een uitzichtloze situatie houden en een voedingsbodem zijn voor (jeugd)criminaliteit en fundamentalisme. Er dient duidelijk maar ook verstandig te worden opgetreden tegen oproepen tot haat en geweld, tegen eerwraak, huiselijk geweld, het thuis houden van leerplichtige meisjes, vrouwenbesnijdenis en dergelijke. Preventie via voorlichting en educatie, ook op scholen, is hierbij van cruciaal belang.

Mensen zijn vrij om hun godsdienst, ook met uiterlijke kenmerken, te uiten. Godsdienst moet niet teruggedrongen worden tot achter de muren van huis, kerk of moskee, maar mag zich publiekelijk uiten. Kledingvoorschriften kunnen alleen worden gesteld vanuit overwegingen van veiligheid of functionaliteit. Minderheden moeten worden gerespecteerd en serieus genomen. Discriminatie, antisemitisme en homohaat moeten worden tegengegaan. De overheid heeft daarbij een voorbeeldfunctie. Tegelijk moet respect ook van de kant van minderheden zelf komen.

Om begrip te kweken, verdraagzaamheid te stimuleren en sociale betrokkenheid te vergroten moeten de verschillende religieuze en culturele bevolkingsgroepen met elkaar in gesprek komen. Dus niet om het eens te worden of elkaar eens de waarheid te vertellen, maar om elkaar te leren kennen en begrijpen. Dan is er ook een gesprek mogelijk als er echt eens spanningen zijn.

Binnen de mogelijkheden van de wet behoort de gemeente een goed beleid te voeren met betrekking tot vluchtelingen en asielzoekers. Zij probeert waar mogelijk bij te dragen aan de verbetering van de leefomstandigheden. Vanuit de zorgplicht formuleert de gemeente beleid voor noodopvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, uit het oogpunt van humaniteit en volksgezondheid en ter voorkoming van vlucht in illegaliteit en/of criminaliteit. Het doel moet blijven dat uitgeprocedeerde asielzoekers het land verlaten. Zowel bij de opvang als de inburgering van nieuwe burgers moeten zo veel mogelijk ook maatschappelijke en kerkelijke organisaties worden ingeschakeld.

Veel allochtonen in Nederland maken op een positieve wijze deel uit van de samenleving. De gemeente dient echter aandacht te hebben voor de problematiek van allochtone gezinnen, jongeren en ouderen. Ook initiatieven die de integratie van allochtone jongeren bevorderen worden aangemoedigd. Daarbij werkt het goed als succesvolle allochtone jongeren een voorbeeld kunnen zijn voor anderen. Het leren van de Nederlandse taal is ook een eerste vereiste.

Concrete uitwerking

Minderheden en vluchtelingen

  • Er dient een platform te zijn waarin de gemeente, zelforganisaties en andere betrokken organisaties regelmatig overleggen over inburgering, integratie en achterstanden. Betrokkenheid van het bedrijfsleven hierbij is gewenst.
  • De gemeente bevordert de integratie van ‘oudkomers’ (allochtonen die hier al lang zijn, maar nog niet voldoende geïntegreerd zijn) o.a. door het inburgeringprogramma.
  • Het stimuleren van het aanbieden van probleemgerichte opvoedingsondersteuning voor allochtone ouders i.s.m. jeugdzorg, scholen en huisartsen.
  • Ondersteuning van alfabetiseringsprojecten in samenwerking met bijvoorbeeld de stadsbibliotheek.
  • Racisme en discriminatie moeten worden tegengegaan, enerzijds door positieve waardering van allochtonen, door betrokkenheid bij culturele en sportieve evenementen en werkgelegenheidsprojecten, anderzijds door het hard aanpakken van racisme en discriminatie.
  • Juist met het oog op acceptatie en integratie van achterstandsgroepen is het van belang dat er streng wordt opgetreden tegen overlast en criminaliteit.

Samen met levensovertuigingen

  • het opzetten van een permanent platform van (informele) leiders van verschillende culturen, dat projecten of activiteiten initieert en organiseert die begrip, verdraagzaamheid en sociale betrokkenheid tot doel hebben. Voorbeelden zijn: inloopmiddagen in wijkcentra met allerlei informatiekraampjes en sportdagen.

De ChristenUnie en de kerken

De ChristenUnie is niet verbonden aan een specifieke kerk. Binnen de partij zijn christenen met verschillende kerkelijke achtergronden actief. De ChristenUnie wil de kerken en andere geloofsgemeenschappen uitdagen om zich niet uit het maatschappelijk middenveld te laten slaan en alles in het werk te stellen om de politiek van hun opvattingen blijk te geven. De kerk mag de overheid niet loslaten én de overheid heeft de kerk tegenwoordig meer nodig dan ooit. De ChristenUnie streeft daarom naar een structurele samenwerking tussen onze fractie en kerken en maatschappelijke organisaties om zo een voortrekkersrol te spelen in het bundelen van hun krachten en op die manier te komen tot overtuigende politieke acties en stellingnames.

Naar boven

4.5 Kunst en cultuur

 

Trends en ontwikkelingen

De uitvoering van het kunstbeleid wordt vaak in handen gelegd van deskundigen en instellingen die daarbij tamelijk veel vrijheid krijgen. Zij zien de openbare ruimte al snel als een uitbreiding van de tentoonstellingsruimte die zij tot hun beschikking hebben. Zo wordt de openbare ruimte vaak een expositieruimte voor vernieuwende en experimentele kunst, waar de doorsnee burger weinig mee heeft. Kwaliteit wordt genoemd als belangrijkste voorwaarde voor het verkrijgen van subsidie. Dat blijkt echter niet een objectief vast te stellen norm te zijn. In de praktijk geldt vaak de definitie “kwaliteit is wat de kunstwereld waardeert”. De kunstwereld lijkt weinig waardering te hebben voor traditionele kunst. Het risico bestaat dat kunst dan niet meer samenbindend werkt.

De visie van de ChristenUnie

Cultuur manifesteert zich op tal van manieren in onze samenleving. Kunst, musea, muziek en toneel zijn niet weg te denken. Bovendien zijn we trots op het culturele erfgoed in de vorm van gebouwen, stadsgezichten en cultuurlandschappen. Kunstenaars verrijken het leven door hun benadering van wat er om ons heen gebeurt. Zij kunnen de ogen openen, zowel voor het goede en het mooie als ook voor het bedreigende en het lijden. Bovendien kan kunst de aandacht voor de geschiedenis levend houden en mensen helpen bij het ervaren van een identiteit.

Kunst en cultuur kunnen mensen samenbinden en bijdragen aan maatschappelijke betrokkenheid. Bibliotheken en buurthuizen (verenigingsleven!) moeten gestimuleerd en beschermd worden. De ChristenUnie is van mening dat de overheid in de voorwaardenscheppende sfeer een taak heeft. Dat betekent niet dat de overheid deze sector financieel moet onderhouden. Eigen bijdragen en eigen (financieel haalbare) initiatieven zijn daarom het uitgangspunt. Kunst en cultuur dienen immers ‘van de burger’ te zijn. Telkens dient kritisch de vraag gesteld te worden of ook professionele cultuur (in gebouw en accommodatie) moet worden ondersteund.

Traditionele kunst en innovatieve kunst zetten wij niet tegenover elkaar. Voor beide soorten moet er plaats zijn. Het is belangrijk dat gemeenten aan diverse kunstvormen aandacht geven. We denken daarbij ook aan het stimuleren van kunst die identiteitsbevorderend kan zijn door de aandacht voor de historische en culturele identiteit van Haarlem. Ook betrokkenheid van de amateurverenigingen is gewenst. Relaties tussen diverse soorten kunst en cultuur zorgen voor wederzijds begrip, verbreding van het blikveld en versterking van de onderlinge samenhang.

Kunst en cultuur binden ook jongeren samen. Jongeren kunnen zich door middel van kunst op een positieve manier uiten, culturele verschillen leren respecteren, en hun gevoel van eigenwaarde ontwikkelen. Belangrijk is daarom de aanwezigheid van betaalbare instellingen, eventueel gesubsidieerd voor de lage inkomens, en een breed aanbod op gebied van kunst- en cultuurprogramma’s. Ook met nieuwe kunstvormen moet rekening gehouden worden. Vaak is het de jeugd die zich bezighoudt met nieuwe cultuuruitingen, bijvoorbeeld rond nieuwe media.

Concrete uitwerking

  • Haarlem heeft tientallen miljoenen geïnvesteerd in de cultuurpodia. Toch moet er elk jaar miljoenen euro’s bij om ze draaiende te houden. Gezien de schulden van de gemeenten moet hier worden bezuinigd. De ChristenUnie pleit voor verkoop van één of meer cultuurpodia om de structurele lasten te verlagen, bijvoorbeeld de Toneelschuur en/of het Patronaat.
  • Een kunstcommissie waarin naast cultuurambtenaren ook burgers zitten die de opdracht krijgt om de culturele diversiteit te waarborgen.
  • Als kunst tot excessen leidt in de vorm van (aanzet tot) discriminatie, geweld, godslastering en onzedelijkheid, dan drijft kunst mensen juist uit elkaar. Daarom moeten er ter voorkoming van excessen criteria worden gesteld voor kunstuitingen die direct of indirect worden gesubsidieerd door de overheid en/of een plaats hebben in publieke gebouwen of in de openbare ruimte. Hiervoor wordt een toetsingscommissie ingesteld.
  • Het standaard voorzien van kunstwerken van een inscriptie waarin de kunstenaar, het jaar, de titel en zo mogelijk de betekenis van het kunstwerk wordt vermeld.
  • Het terugdraaien van de opdracht aan de directie van het Frans Hals museum om bij tentoonstellingen de extremen op te zoeken.
  • Stimulering van relaties tussen kunst- en culturele instellingen en scholen en van cultuureducatie door de cultuurinstellingen in de stad.
  • Stimulering van de amateurkunst en de betrokkenheid en creativiteit van nieuwe culturen bij de bestaande activiteiten. De deelname aan bijvoorbeeld muziekonderwijs van jongeren uit de lagere inkomensgroepen wordt gestimuleerd.
  • Het beschikbaar stellen van openbare gebouwen, zoals bibliotheken, voor kunstenaars.
  • Het beschikbaar stellen van (tijdelijk) leegstaande panden als atelier- of oefenruimte voor kunstenaars.
  • Het versterken van de informatiefunctie van de stadsbibliotheek voor het gemeentebeleid en verdere uitbreiding van de zakelijke dienstverlening.
  • Het houden van culturele instellingen aan de vastgestelde bedrijfsplannen en de daaraan verbonden financiële consequenties.