Tientallen woningen krijgen geen vergunning in Haarlemse binnenstad

Naar aanleiding van signalen van burgers heeft de ChristenUnie onderzoek gedaan naar geweigerde aanvragen voor omgevingsvergunningen voor nieuwe woningen in de Haarlemse binnenstad. Raadslid Frank Visser: "Ik ben mij rot geschrokken. Alleen al in de Grote Houtstraat gaat het in de laatste anderhalf jaar om zo'n 30 woningen die van het college niet mogen worden gerealiseerd. In de hele Haarlemse binnenstad gaat het om bijna 100 woningen. Dat zijn alleen nog maar de projecten die ik heb kunnen achterhalen. En dat terwijl er in Haarlem grote woningnood is en de gebouwen nu leeg staan. Dit beleid moet snel op de schop!"
De ChristenUnie kreeg signalen na berichtgeving in de media over vragen die de partij vorige maand stelde in het vragenuurtje van de Gemeenteraad. De ChristenUnie stelde toen vragen over een geweigerde vergunning voor de realisatie van enkele woningen in leegstaande ruimtes boven twee winkels in de Grote Houtstraat. Meerdere andere initiatiefnemers melden zich na dit vragenuurtje bij de partij met dezelfde klacht: hun aanvraag voor een bouwvergunning voor wonen boven winkels in de binnenstad was ook door de gemeente geweigerd vanwege het niet voldoen aan de parkeernormen.
Daarom is de ChristenUnie-fractie dieper in het probleem gedoken en heeft meldingen onderzocht. Raadslid Frank Visser: "Er blijkt veel meer aan de hand te zijn. Niet alleen blijken de nieuwe parkeernormen uit 2023 voor sommige situaties niet passend, de normen worden ook nog eens op de strengst mogelijke manier uitgelegd. Bij de normen staat ook duidelijk dat maatwerk mogelijk is en dat de gemeente altijd in dialoog wil gaan met initiatiefnemers. Ook dat blijkt niet te gebeuren. Meerdere initiatiefnemers melden om maatwerk te hebben gevraagd en om overleg daarover. De gemeente gaat echter alle overleg uit de weg".
Ook met de communicatie blijkt het mis te zijn. Initiatiefnemers melden soms zelfs op verzoek van de gemeente een bouwvergunning te hebben aangevraagd en hoorden na een lang proces pas bij de weigering van de vergunning pas over de nieuwe parkeernormen uit 2023. Dat deze waren aangescherpt was hun niet verteld. Tijdens de aanvraag voor de bouwvergunning bleek deze informatie een tijdlang zelfs niet vindbaar op de website van het omgevingsloket. Frank Visser: "Terwijl dit juist de plek is waar initiatiefnemers alle regels voor bouwprojecten zouden moeten kunnen terugvinden".
De ChristenUnie was zelf wel blij met de nieuwe strengere normen. Visser: "En dat zijn we nog steeds. Er zijn eindelijk regels die er voor zorgen dat er bij bouwprojecten ook voldoende parkeerplekken voor fietsen zijn. Een ruime meerderheid van de gemeenteraad heeft dit ook gesteund". De regels blijken bij nader inzien echter vooral geschikt voor grotere bouwprojecten, maar niet goed uitgewerkt voor kleine projecten voor 1 tot circa 6 woningen. Dit ligt volgens de ChristenUnie niet aan de eis dat er voldoende fietsparkeerplekken moeten zijn maar aan de eis waar die plekken dan precies moeten komen. De parkeernormen stellen namelijk dat deze fietsparkeerplekken op eigen terrein gelegen moeten zijn. "Als het op eigen terrein is dan mag de loopafstand naar de fietsenberging 75 meter zijn. Maar als je gezamenlijk met wat buren een fietsenberging regelt op 50 meter afstand dan is dat volgens de normen niet goed omdat het niet op je eigen terrein is. Naar de letter voldoe je dan niet aan de fietsparkeernorm. Maar iedereen zal begrijpen dat je in de monumentale binnenstad niet onder elk gebouw een fietsenkelder kunt bouwen en dat niet elk gebouw een achtertuin heeft waar nog ruimte is voor fietsen. Juist in de binnenstad moet je zoiets samen doen, maar dat blijkt volgens de regels niet mogelijk".
De ChristenUnie verbaasd zich erover dat het probleem nu pas op tafel komt. Frank Visser: "De nieuwe regels zijn al ruim anderhalf jaar oud. Als het college steeds nieuwe vergunningaanvragen krijgt en die steeds weer weigert... dan had ik verwacht dat het college al veel eerder in actie was gekomen om dit probleem op te lossen". De ChristenUnie heeft nu schriftelijke vragen gesteld waarin zij het college oproept snel met een oplossing te komen. Visser: "Wij willen niet dat er nu allemaal tijdrovende beroep- en bezwaarprocedures komen. Dit jaagt initiatiefnemers op kosten en het kost de gemeente heel veel ambtelijke capaciteit die beter gestoken kan worden in nieuwe woningbouwprojeten. Ik roep het college daarom op binnen een paar weken met nieuw beleid te komen en alle vergunningaanvragen die nu zijn afgewezen opnieuw te bekijken. Het moet dan mogelijk zijn om binnen een maand of drie al deze vergunningen (als ze verder aan alle andere regels voldoen) alsnog te verstrekken. Dan kan de ombouw tot woningen nog voor de zomer beginnen en heeft de stad er weer 100 woningen bij!"
Haarlem, 28 februari 2025
Raadsvragen ex artikel 32
Betreft: Wonen boven winkels
Geacht College,
Hierbij stuur ik u een serie schriftelijke vragen over geweigerde vergunningaanvragen voor wonen boven winkels op basis van de Nota Parkeernormen 2023.
Ik besef dat het een lange lijst vragen is die weliswaar een gemeenschappelijke noemer heeft maar ook over verschillende aspecten gaat zoals:
- Participatie en dialoog
- Normstelling
- Toepassen van vastgestelde normen
- Communicatie door de gemeente
Voor enkele vragen heeft u mogelijk meer tijd nodig om deze te beantwoorden. Voor de ChristenUnie-fractie is het echter belangrijk dat projecten snel worden vlot getrokken. Wij geven daarom vooraf aan dat wij er geen bezwaar bij hebben als u vragen die daar op gericht zijn sneller beantwoordt en dat antwoorden op andere vragen in een tweede ronde naar de Raad worden gestuurd.
Bij voorbaat dank voor de beantwoording.
Met vriendelijke groet,
Frank Visser
Fractievoorzitter ChristenUnie Haarlem
Rode draad bij weigeren omgevingsvergunningen
Recent is de ChristenUnie-fractie door meerdere initiatiefnemers benaderd over vergunningaanvragen voor wonen boven winkels in de binnenstad. Deze vergunningaanvragen zijn allemaal geweigerd op basis van de Nota Parkeernormen 2023.
Wij zien bij deze vergunningaanvragen het volgende patroon:
- De gemeente stimuleert het aanvragen van bouwvergunningen voor wonen boven winkels (beleidsmatig en/of vanuit een handhavingstraject), maar wijst deze vervolgens aan het eind van het proces af op basis van parkeernormen voor auto en/of fiets.
- In alle door ons genoemde gevallen was vooraf voor de gemeente duidelijk dat realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein fysiek onmogelijk zou zijn en ook het realiseren van fietsenstallingen uitdagend zou zijn.
- De gemeente informeert initiatiefnemers echter niet adequaat over de Nota Parkeernormen 2023 waardoor initiatiefnemers worden verrast nadat ze al veel kosten hebben gemaakt voor de vergunningaanvraag. Initiatiefnemers voelen zich op het verkeerde been gezet door de gemeente.
- De mogelijkheid van een parkeeratelier (hoofdstuk 7 Nota Parkeernormen 2023) of een andere vorm van vooroverleg wordt niet geboden.
- Plantoetsers zijn slechts tussenpersoon. De gemeente stelt vooral veel vragen aan initiatiefnemers om informatie aan te leveren en komt uiteindelijk tot de conclusie dat een vergunning geweigerd wordt.
- De ruimte voor maatwerk zoals genoemd in paragraaf 6.5 van de Nota Parkeernormen 2023 wordt niet toegepast, ook niet als daar een beroep op wordt gedaan. Er wordt door de gemeente niet onderbouwd waarom paragraaf 6.5 niet zou kunnen worden toegepast.
- Het is aan initiatiefnemer om met alternatieven te komen. Indieners komen steeds in een proces dat weken of zelfs maandenlang duurt met nieuwe alternatieven die één voor één worden afgewezen door de gemeente.
- Verzoeken om een dialoog aan te gaan conform paragraaf 3.2.1 van de Nota Parkeernormen 2023 worden niet gehonoreerd en de gemeente komt in het hele proces niet zelf met suggesties hoe dan wel aan de Nota Parkeernormen 2023 kan worden voldaan.
- Het college kiest voor het aangaan van dure juridische bezwaar- en beroepsprocedures wat onnodig veel ambtelijke capaciteit kost.
- Er is sprake van de bestemming “wonen” maar de gemeente maakt niet duidelijk hoe dan wel gebruik gemaakt kan worden van deze bestemming. Als in het verleden wonen op de verdiepingen was gecontinueerd dan was wonen in de huidige situatie geen enkel probleem geweest en hadden bewoners zelfs mogelijk recht gehad op een bezoekersvergunning.
- Normen voor de loopafstand naar de fietsparkeervoorziening zijn in de praktijk te rigide voor kleinschalige ontwikkelingen omdat de eis dat de voorziening op eigen terrein is niet mag worden losgelaten. Waar 75 meter acceptabel is bij grote appartementencomplexen op 1 kavel is 75 meter bij kleinschalige bouwprojecten volgens de normen niet acceptabel als de fietsenstalling op een ander kavel is. Niet de loopafstand is dus bepalend maar de indeling van kavels in het kadaster. De gemeente handelt hiermee strikt genomen naar de letter, maar niet naar de geest van de Nota Parkeernormen 2023.
Inmiddels 55 woningen geweigerd, vermoedelijk oplopend tot 100
Op deze manier zijn sinds mei 2023 bouwvergunningen voor minstens 25 woningen en waarschijnlijk zelfs 55 woningen geweigerd in de binnenstad. Deze telling is gebaseerd op geweigerde vergunningaanvragen die de ChristenUnie-fractie heeft kunnen achterhalen. Daarnaast lopen er nog diverse aanvragen voor minstens 42 woningen die om dezelfde reden waarschijnlijk zullen worden afgewezen. In totaal gaat het dus vermoedelijk om bijna 100 woningen.
De vraag naar woningen in Haarlem is groot. Er zijn bovendien veel mensen die graag in de binnenstad willen wonen en daarbij geen behoefte hebben aan een eigen parkeerplek en die ook bereid zijn af te zien van parkeervergunningen, inclusief de bezoekersregeling.
Kernvragen
Wij zouden graag willen weten hoe het college aankijkt tegen bovenstaande analyse.
Onze kernvragen zijn:
- Hoe verhoudt het beleid van de gemeente om wonen boven winkels te stimuleren zich tot het beleidskader dat zowel auto- als fietsparkeren op eigen terrein moet worden opgelost, terwijl de gemeente weet dat dit in binnenstedelijke situaties vaak niet mogelijk is?
- Is het college van mening dat zij voldoende mogelijkheden biedt voor maatwerk en dialoog?
- Is het college bereid om zo nodig op hele korte termijn te komen met een wijziging van de Nota Parkeernormen 2023 om knelpunten op te lossen en geweigerde vergunningaanvragen alsnog te honoreren?
Oproep tot proactieve inzet
Omdat de woningnood zo groot is verwachten wij een proactieve inzet van het college om wonen boven winkels in de binnenstad te faciliteren en roepen wij het college op de bouwprojecten genoemd in deze schriftelijke vragen snel vlot te trekken. Wij zouden graag zien dat er niet tijdrovende en kostbare juridische bezwaar- en beroepsprocedures volgen, maar dat er praktische oplossingen worden gevonden zodat de woningen spoedig in gebruik genomen kunnen worden.
Specifieke vragen
Wij hebben daarom de volgende vragen aan het college. Wij hebben deze gegroepeerd per bouwproject en stellen aansluitend nog een aantal algemene vragen:
Bouwproject Kruisstraat 41 (registratienummer: 0392-2024-0080793)
- Klopt het dat u recent negatief heeft beslist op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor 2 woonappartementen boven een bestaande winkel, met een aanpassing van de winkel voor goede en veilige toegangen, op het adres Kruisstraat 41?
- Kunt u aangeven in welke mate er over dit project dialoog is geweest om tot een oplossing te komen? Kunt u daarbij specifiek reflecteren in hoeverre voldaan is aan het beleidsuitgangspunt in paragraaf 3.2.1 van de Nota Parkeernormen 2023 waarin staat: “Omdat de parkeernorm een onderbouwde inschatting is van het benodigde aantal fiets- en autoparkeerplaatsen, is het van belang dat aandacht is voor de werkelijkheid. Dit doen de initiatiefnemer, de gemeente Haarlem en andere betrokkenen door een constructieve dialoog met elkaar te hebben. Zij profiteren in deze dialoog van kennis en ervaring die zij gezamenlijk hebben.”
- Klopt het dat door de gemeente gedurende de beslistermijn van de aanvraag niet helder is gecommuniceerd over de regels in het ‘Parapluplan behoud omgevingskwaliteiten’ en de verwijzing daarin naar de ‘Nota parkeernormen 2023’ d.d. 4 mei 2023 omdat op het moment van indienen van de aanvraag op 11 juni 2024 via het omgevingsloket geen verwijzing naar de Nota Parkeernormen 2023? Hoe gaat het college in de toekomst zorgen dat dergelijke normen bij een vergunningaanvraag kenbaar zijn?
- Klopt het dat initiatiefnemer tot 5x toe voorstellen heeft gedaan aan het college om binnen de mogelijkheden van het pand ruimte voor fietsparkeren te genereren en/of verhuurders te verplichten gebruik te maken van fietsenstallingen in de buurt zoals de stalling Smedestraat (waar nog plek was) en dat al deze voorstellen door de gemeente zijn afgewezen (voorstellen d.d. 17 juli 2024, 17 oktober 2024, 24 november 2024 2 december 2024 en 11 december 2024)?
- Kan het college van alle vijf ingediende voorstellen aangeven waarom zij deze niet vindt passen binnen de Nota Parkeernormen 2023?
- Klopt het dat het college op grond van paragraaf 8.5 van de Nota Parkeernormen 2023 het uitgangspunt hanteert dat de loopafstand naar de fietsparkeervoorziening nul meter moet zijn en dat oplossingen op andere percelen in de omgeving dus stelselmatig worden geweigerd?
- Kunt u reflecteren op het feit dat bij grote bouwprojecten op een groot perceel de afstand 75 meter mag zijn (als het maar op hetzelfde perceel is), maar dat bij kleine bouwprojecten zoals wonen boven winkels dezelfde afstand van 75 meter niet acceptabel is als het om een locatie op een ander naburig perceel gaat?
- Bent u bereid met spoed een voorstel aan de Raad voor te leggen om deze afstand te vergroten zodat er alleen wordt gekeken naar de afstand tot de ingang van de woning en niet meer naar de vraag of het om hetzelfde perceel gaat of niet? Bent u bereid daarbij voor de binnenstad zo nodig een iets grotere afstand te hanteren?
- Klopt het dat er in het hele proces door de gemeente één voorstel is gedaan namelijk parkeren op het particuliere terrein van de buren (die daaraan niet wilden meewerken)? Kunt u verklaren waarom in dat geval de afstand geen nul meter meer hoefde te zijn, maar dat alle andere voorstellen toch zijn afgewezen omdat ze niet op nul meter afstand waren?
- Klopt het dat het college zelfs het vijfde voorstel (eigenlijk door de indiener ongewenst) heeft afgewezen, een voorstel die 46% (!) van de vloeroppervlak van de winkel zou kosten maar wel voldoende fietsparkeerplekken bood met een liftsysteem naar de kelder? Klopt het dat dit voorstel alleen is afgewezen omdat een dergelijke oplossing niet wordt genoemd in de Nota Parkeernormen 2023? Klopt het dat het college daarbij zelfs verwezen heeft naar een “maximale hellingshoek” terwijl dit bij een lift totaal niet relevant is? Kan het college in algemene zin aangeven waarom zij van mening is dat een liftsysteem niet een passende oplossing zou zijn?
- Kan het college aangeven waarom er in dit geval waarin de fysieke ruimte letterlijk ontbreekt en dus alleen een creatieve maatwerkoplossing mogelijk is geen gebruik is gemaakt van de ruimte om maatwerk te bieden zoals genoemd in paragraaf 6.5 van de Nota Parkeernormen 2023?
- Klopt het dat in de weigeringsbrief is aangegeven dat ‘In zeer zwaarwegende gevallen met een groot maatschappelijk belang’ een uitzondering denkbaar is maar dat het realiseren van extra woningen daar niet onder valt? Kan het college aangeven waarom gezien de woningcrisis en het belang van het verbeteren van de leefbaarheid in winkelstraten hier geen sprake is van een groot maatschappelijk belang?
- Deelt het college de mening van de aanvrager van de vergunning dat de Nota Parkeernormen 2023 zich bij de fietsparkeernormen vooral richt op grootschalige projecten (zie paragraaf 8.6, kwaliteitseisen fietsparkeren) en geen oog heeft voor de kleinschalige bouwprojecten die veel voorkomen? Is het college bereid op korte termijn hiervoor een oplossing te bieden middels actualisatie van de Nota Parkeernormen 2023?
Bouwproject Grote Houtstraat 91 (registratienummer: 0392-2023-0116687) - Klopt het dat de gemeente de bewoners van Grote Houtstraat 91 gemaand heeft een omgevingsvergunning aan te vragen voor de realisatie van 3 appartementen nadat zij te goeder trouw waren begonnen met een verbouwing om de leegstaande bovenverdiepingen weer in gebruik te nemen als woning?
- Klopt het dat deze vergunning pas na lange tijd en veel kosten voor deze bewoners is geweigerd op grond van de Nota Parkeernormen 2023?
- Klopt het dat de bewoners in het handhavingsproces niet gewezen zijn op deze nota en dus toen ze de vergunningaanvraag indienden in de veronderstelling mochten zijn dat het wel goed zou komen met de vergunning als ze maar zorgden dat werd voldaan aan de eisen voor brandveiligheid en monumenten, de hele aanleiding voor het handhavingstraject? Klopt het dat de bewoners pas bij de weigering van de vergunning zijn gewezen op deze nota?
- Klopt het dat de commissie beroep- en bezwaarschriften de gemeente heeft gevraagd in overleg te gaan met de aanvrager om te zoeken naar mogelijkheden voor doorgang van de ontwikkeling?
- Klopt het dat initiatiefnemer vervolgens meerdere voorstellen heeft gedaan die steeds zijn afgewezen door de gemeente? Klopt het dat de gemeente in dit proces geen enkele stap heeft gezet om zelf met een voorstel te komen dat wel acceptabel en ook niet in dialoog is gegaan? Kan het college reflecteren op de vraag of hiermee afdoende tegemoet is gekomen aan het verzoek van de commissie beroep- en bezwaarschriften?
- Klopt het dat in de weigering van de vergunning letterlijk staat: “Het afzien van parkeerrechten is geen gelijkwaardig alternatief, omdat hiermee niet vaststaat dat geen auto en/of fiets wordt aangeschaft en daarmee evenmin vaststaat dat de parkeerdruk in de openbare ruimte niet toeneemt.”?
- Waar baseert het college de stelling op dat niet vaststaat dat de parkeerdruk in de openbare ruimte niet zal toenemen? Er wordt toch immers in deze situatie afgezien van parkeerrechten en overal in de binnenstad geldt gereguleerd parkeren. Hoe kan dan de parkeerdruk toenemen?
- Hoe verhoudt deze stelling zich tot paragraaf 6.5 van de Nota Parkeernormen 2023 waarin staat dat college kan instemmen met een ontwikkeling waarin de parkeerbehoefte niet volledig is opgelost indien er aantoonbaar fysiek geen ruimte is. Wat maakt dat het college de optie om toe te staan dat niet volledig wordt voldaan aan de parkeerbehoefte bij wonen boven winkels in de binnenstad niet toepast?
- Kan het college aangeven in wat voor situaties het college wel bereid is gebruik te maken van deze bevoegdheid? Kan het college daarbij specifiek onderbouwen waarom in alle in deze schriftelijke vragen genoemde casussen deze mogelijkheid niet is gebruikt maar dat in de casus Kleine Houtstraat 70 (registratienummer 0392-2023-0066785) dit wel is gedaan?
- Is het college bereid voortaan het afzien van parkeerrechten wel als een gelijkwaardig alternatief te zien en de bevoegdheid genoemd in paragraaf 6.5 te gebruiken als onomstotelijk is aangetoond dat realiseren van parkeerplekken echt niet mogelijk is en ook andere alternatieven zoals de mobiliteitscorrectie onvoldoende zijn? Simpelweg geen woningen meer vergunnen boven winkels in verband met de parkeernormen kan toch geen passende oplossing zijn, zeker gezien de woningnood?
Bouwproject Grote Houtstraat 85-87 (registratienummer: 0392-2023-0097102) - Heeft u kennisgenomen van de brief aan de Gemeenteraad van Achmea Real Estate d.d. 21 januari 2025 over de vergunningaanvraag voor Grote Houtstraat 85-87 voor 6 appartementen?
- Klopt het dat initiatiefnemer zelf door de gemeente is benaderd om het plan te ontwikkelen, dat hierop langdurig constructief overleg is geweest met ambtenaren, dat toezeggingen zijn gedaan door de gemeente en dat vervolgens de vergunningaanvraag is ingediend?
- Klopt het dat initiatiefnemer tijdens de procedure, op verzoek van de gemeente, een formulier heeft ondertekent waarin expliciet is afgezien van parkeerplaatsen voor de toekomstige bewoners?
- Klopt het dat het na indiening van de vergunningaanvraag 11 maanden heeft geduurd voordat de vergunning is geweigerd? Kunt u verklaren waarom dit zo lang heeft moeten duren?
- Klopt het dat deze vergunning is geweigerd vanwege het niet willen verlenen voor een ontheffing van twee parkeerplaatsen? Hoe verhoudt dat zich tot het antwoord van de wethouder tijdens het vragenuurtje van 23 januari dat ten aanzien van autoparkeren er vaak nog wel een mouw aan te passen is en dat vooral de fietsparkeernormen knellend zijn?
- Herkent het college zich in het beeld van de initiatiefnemer dat de weigering onverwachts was en dat er daarbij geen ruimte voor dialoog werd geboden? Zo nee, waarom niet? Klopt het dat verschillende verzoeken om een gesprek zowel ambtelijk als bestuurlijk zijn afgehouden voordat het bezwaar werd ingediend? Kan het college verklaren waarom deze verzoeken zijn afgehouden?
- Klopt het dat het college op elk moment tijdens de bezwaarprocedure alsnog de vergunning kan verlenen/aanpassen?
- Waarom kiest het college er voor om nu een hele bezwaarprocedure te doorlopen? Is het college bereid met de initiatiefnemer alsnog om tafel te gaan en in dialoog een oplossing te zoeken zodat alsnog tot een vergunning kan worden gekomen en de bezwaarprocedure vervolgens kan worden gestopt? Deelt het college dat de gemeente met een dergelijke aanpak veel geld aan juridische procedures en ambtelijke tijd kan besparen?
- Volgens de wethouder zijn met name de fietsparkeernormen knellend en loopt hierover een gesprek binnen het college. Is het college gezien de urgentie bereid bij de beantwoording van deze vragen te komen met de conclusies van dit gesprek en zo nodig direct aan de Raad een wijzigingsvoorstel te doen voor de kaders ten aanzien van fietsparkeren zodat de noodzakelijke aanpassingen nog voor de zomer kunnen worden geeffectueerd?
Overige bouwprojecten - Klopt het dat recent ook de volgende bouwprojecten voor wonen boven winkels zijn geweigerd op grond van de Nota Parkeernormen 2023? Lopen er nog bezwaar- en/of beroepsprocedures voor deze projecten?
- Grote Houtstraat 16 – 6 woningen
- Grote Houtstraat 96 – 4 woningen
- Grote Houtstraat 112 – 4 woningen
- Klopt het dat de volgende bouwprojecten ook zijn geweigerd? Kunt u daarbij per project aangeven of dit om wonen boven winkels gaat, of hier ook sprake is van een weigering op grond van de Nota Parkeernormen 2023 en of hier nog bezwaar- of beroepsprocedures voor lopen?
- 2023-03395 Grote Houtstraat 4 - 2 woningen
- 0392-2023-0116687 Grote Houtstraat 91 - 3 woningen
- 0392-2023-0091928 Grote Houtstraat 136 - 2 woningen
- 0392-2024-0086984 Nieuwe Kruisstraat 19 - 1 woning
- 2023-03437 Parklaan 16 – 6 woningen
- 0392-2023-0062253 Gedempte oude gracht 82 - 8 woningen
- 0392-2024-0022632 Begijnhof 4 - 1 woning
- 0392-2023-0131888 Gierstraat 26 - 1 woning
- 0392-2024-0068792 Turfmarkt 2B - 1 woning
- 0392-2024-0135507 Burgwal 95 - 1 woning
- 0392-2024-0086990 Kruisweg 47-49 - 3 woningen
- 0392-2024-0132299 Generaal Cronjestraat 104 - 1 woning
- Kunt u van deze projecten voor zover deze zijn afgewezen op basis van de Nota Parkeernormen 2023 op hoofdlijnen aangeven waarom deze zijn afgewezen? Kunt u daarbij per project specifiek benoemen
- of initiatiefnemers voorstellen hebben gedaan voor alternatieve oplossingen voor het mobiliteitsvraagstuk en zo ja waarom de gemeente deze niet heeft geaccepteerd;
- of voor deze projecten de mogelijkheid is geboden voor dialoog met de gemeente om tot oplossingen te komen;
- of de gemeente de ruimte heeft geboden voor maatwerk;
- welke voorstellen de gemeente zelf heeft gedaan aan de initiatiefnemers om de projecten wel vergunbaar te maken;
- Klopt het dat er op dit moment nog vergunningaanvragen lopen voor circa 44 woningen in de binnenstad voor wonen boven winkels (onder andere een groot aantal adressen in de Grote Houtstraat)? Kunt u aangeven in hoeverre de Nota Parkeernormen 2023 ook voor deze projecten een belemmering is?
- Bent u bereid tot na de bespreking van de antwoorden op deze schriftelijke vragen de vergunningaanvraag van de projecten uit de vorige vraag niet te weigeren maar of te honoreren of aan te houden zodat de Raad de mogelijkheid krijgt het beleid te wijzigen voordat initiatiefnemers na een eventuele weigering dure juridische procedures moeten starten?
Algemene vragen - Klopt het dat in het proces van aanvraag van een omgevingsvergunning ten aanzien van de parkeernormen alleen voorstellen kunnen worden gedaan aan de ‘poortwachter’, de plantoetser (dan wel diegene die de bezwaarprocedure behandelt) die dan voorstellen voorlegt aan een beleidsafdeling en dat vervolgens dan het antwoord wordt medegedeeld door deze poortwachter, maar dat er dus geen direct overleg mogelijk is tussen de initiatiefnemer en de betreffende beleidsafdeling?
- Klopt het dat in het verleden direct contact met de personen die uiteindelijk besluiten wel mogelijk was?
- Deelt het college de mening dat de huidige werkwijze waarbij de plantoetser alleen maar een doorgeefluik is bij complexe vergunningaanvragen zoals wonen boven winkels, niet effectief en efficiënt is en deze aanpak niet leidt tot oplossingen?
- Vindt het college deze werkwijze, waarbij, in ieder geval in de beleving van de aanvragers van bouwvergunningen, geen sprake is van een echte dialoog, passen bij de uitgangspunten van het Haarlemse participatiebeleid en de grondgedachte van het coalitieakkoord “Actie” en bij de geformuleerde uitgangspunten van paragraaf 3.2.1 van de Nota Parkeernormen 2023?
- Volgens de Nota Parkeernormen 2023 zou er vooroverleg mogelijk moeten zijn in het zogenaamde Parkeeratelier (paragraaf 7.1) voorafgaand aan de vergunningaanvraag. Klopt het dat er voor geen van de in deze serie schriftelijke vragen genoemde projecten een parkeeratelier is gehouden? Wat is hiervan de reden? Wordt deze mogelijkheid actief aangeboden bij de vergunningaanvraag?
- Is het college bekend dat plantoetsers hebben gemeld aan aanvragers dat het organiseren van een parkeeratelier op dit moment niet goed mogelijk is wegens gebrek aan personeel? Deelt het college de mening dat het niet aanbieden van een parkeeratelier juist meer ambtelijke inzet kan vragen omdat dit een zwaardere last kan leggen op het toetsproces?
- Is het college bereid alle weigeringen voor een vergunning voor projecten genoemd in deze serie vragen te heroverwegen en op korte termijn proactief met voorstellen te komen hoe deze projecten toch alsnog vergund kunnen worden zodat woningzoekers op de oververhitte woningmarkt met deze woningen kunnen worden geholpen?