Vragen over 50 starterswoningen Delftlaan

1000036753.jpgvrijdag 05 juli 2024 17:48

De ChristenUnie heeft schriftelijke vragen gesteld over de afwijzing van een bouwvergunning voor de realisatie van ruim 50 starterswoningen in een oud kantoorpand aan de Delftlaan 327. Raadslid Frank Visser: "Ik heb de indruk dat het college het bouwplan op kleine punten heeft afgewezen die oplosbaar zijn. Nu de woningnood zo hoog is zou ik juist verwachten dat het college met aanvragers meedenkt hoe een plan wel acceptabel kan worden"

Elke zaterdag staat er in het Haarlems Dagblad weer een schrijnend verhaal van woningzoekers in onze regio. Er is een schreeuwende behoefte naar meer betaalbare woningen. Het college hecht dan ook net als de ChristenUnie aan een hoog bouwtempo. Het schetst dan ook onze verbazing hoe een bouwplan voor ruim 53 betaalbare sociale koopwoningen door de gemeente is afgewezen.

In december 2023 is een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning en een wijziging van het Bestemmingsplan in verband met de transformatie van het kantoorpand Delftlaan 327 naar 53 sociale koopappartementen. De indieners hebben een vooraankondiging van afwijzing ontvangen en zijn daardoor gedwongen de aanvraag in te trekken.

De ChristenUnie heeft de indruk dat de redenen om de transformatie naar woningen af te wijzen (1) niet gebaseerd zijn op de meest recente stukken en (2) de afwijzing verder alleen lijkt te gaan op ondergeschikte, oplosbare punten, die in onze ogen prima opgelost zouden kunnen worden als de gemeente met de indiener hierover in gesprek zou gaan. Wij betreuren dit omdat hierdoor de transformatie naar woningen niet door lijkt te gaan.

Wij hebben de indruk dat veel ambtelijke capaciteit is gestoken in het afwijzen van een aanvraag terwijl dezelfde tijd ook had kunnen worden gebruikt om samen met de indiener de pijnpunten weg te nemen waardoor de aanvraag succesvol had kunnen worden goedgekeurd. Wij zouden het college daarom willen vragen om op deze casus te reflecteren en te kijken welke lessen hieruit kunnen worden getrokken voor andere vergelijkbare processen om zo het bouwtempo in Haarlem verder op te kunnen voeren en de woningcrisis op te lossen.

Wij hebben de volgende vragen:

  1. Klopt het dat het oordeel over het transformatieplan Delftlaan 327 t.a.v. vluchtroutes, weerstand tegen rookdoorgang en rookmelders niet gebaseerd is op de meest recente stukken die zijn ingediend op 11 maart 2024 waarin juist al deze knelpunten zijn opgelost?
  2. Klopt het dat t.a.v. vleermuizen wel degelijk een compensatieplan is ingediend maar dat dit alleen niet in OLO kon worden ingeladen maar dat het wel door de gemeente is ontvangen en dit op 21 mei ook nog is bevestigd door de behandelend ambtenaar?
  3. Klopt het dat een aanvullend rapport in het kader van soortenbescherming niet door de gemeente is geaccepteerd omdat het verwijst naar de Omgevingswet in plaats van naar de Wet Natuurbescherming in relatie tot de WABO? Deelt u de mening dat de tekst van het rapport inhoudelijk niet anders zal zijn en dat deze vormfout eenvoudig hersteld had kunnen worden?
  4. De woningen zouden volgens de beoordeling ook afgewezen moeten worden omdat ze geen geluidsluwe zijde hebben. Deelt het college de mening van de indiener dat hiervoor technische oplossingen mogelijk zijn zoals een harbour venster? Is er überhaupt over dit onderwerp navraag gedaan bij de indiener?
  5. In de beoordeling wordt gesteld dat het parkeren niet in balans zou zijn. Waar is dit oordeel op gebaseerd?
  6. Klopt het dat de aanwezige parkeerplaatsen in de openbare ruimte (4 parkeerkoffers met in totaal 17 parkeerplaatsen) in 1990 speciaal zijn aangelegd ten behoeve van het kantoorgebouw dat nu getransformeerd wordt? Zo ja, waarom zouden deze dan niet mogen worden meegerekend in de parkeercapaciteit die moet worden gerealiseerd voor de nieuwe woningen? De kantoren zijn er immers niet meer? Deelt het college de mening dat op deze manier transformatie van vergelijkbare locaties in Haarlem extreem moeilijk zo niet onmogelijk wordt gemaakt aangezien je bij bestaande bouw niet zomaar een inpandige garage kunt realiseren wat bij nieuwbouw wel mogelijk is?
  7. Klopt het dat de beoordelaar in zijn geheel niet heeft gereageerd op het verzoek op in dit geval bij sociale koop net zoals bij sociale huur parkeren in de publieke ruimte wel toe te staan?
  8. Klopt het dat door de lagere ligging van het maaiveld is geconcludeerd dat de bouwhoogte meer dan 10% wordt overschreden? Klopt het dat dit verschil slechts circa 1 a 2 decimeter is en dat dit oplosbaar is door de achterbouw iets verder uit te diepen? Ook hier weer de vraag: is over dit knelpunt überhaupt het gesprek aangegaan met de indiener juist gezien deze kleine marge?
  9. Klopt het dat het bouwplan ook wordt afgewezen omdat “meerdere appartementen” kleiner zouden zijn dan 30 m2? Klopt het dat dit om slechts 2 van de 53 appartementen gaat en dat dit volgens de indiener met kleine aanpassingen oplosbaar is? Waarom bent u gezien dit geringe verschil niet in gesprek gegaan met de indiener om dit op te lossen?
  10. Klopt het dat ambtelijk is gesteld dat het onduidelijk is waar gedeelde wasruimtes en fietsenstallingen zijn voorzien terwijl deze gewoon op de geleverde kaarten waren ingetekend? Was het niet op zijn plaats geweest dat even telefonisch na te vragen in plaats van een bouwplan op basis hiervan af te wijzen?
  11. Klopt het dat de aanvraag tenslotte is afgewezen omdat de vierkante meterprijs hoger zou zijn dan gebruikelijk in Haarlem? Deelt het college de mening dat bij kleinere woningen de vierkante meterprijs sowieso hoger zal zijn omdat de kosten voor standaard voorzieningen zoals een keuken, sanitair en CV moeten worden verdeeld over minder vierkante meters? Ook hier weer: waarom heeft de gemeente niet navraag gedaan bij de indiener om de prijs beter te onderbouwen in plaats van de aanvraag gelijk af te wijzen?
  12. Hoe evalueert het college deze omgang met bouwvergunningaanvragen, namelijk het niet meenemen van de meest recente stukken en het afwijzen van een aanvraag op basis van kleine, oplosbare, overschrijdingen van normen? Deelt het college de mening dat deze aanpak midden in een woningcrisis onwenselijk is en dat juist maximaal zou moeten worden gezocht naar mogelijkheden om zoveel mogelijk van dit soort bouwprojecten gerealiseerd te krijgen?
  13. Is het college bereid de bouwvergunningaanvraag opnieuw in behandeling te nemen en bij bezwaren in overleg te gaan met de indiener om te zien of het plan passend te maken is aan de voorwaarden?

« Terug